Brief regering : Vierde Voortgangsrapportage Eén tegen eenzaamheid
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 330
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2021
In maart 2018 lanceerde ik het Actieprogramma Eén tegen eenzaamheid (Kamerstuk 29 538, nr. 252), met als doel de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken. Om dit te bereiken
heeft het programma sindsdien gewerkt aan een beweging, waarin gemeenten, inwoners
van Nederland, maatschappelijke organisaties en private partijen concrete acties in
gang zetten.
In een groot aantal gemeenten zijn coalities tegen eenzaamheid gevormd, wordt gewerkt
aan signalering van eenzaamheid en vinden vele ontmoetingsactiviteiten plaats. Organisaties,
bedrijven en instellingen in de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid hebben zich ingezet
om eenzaamheid te verminderen of te voorkomen. Mede door de publiekscampagne is eenzaamheid
meer bespreekbaar geworden.
De initiële programmaperiode is afgerond, maar aandacht voor eenzaamheid in Nederland
blijft hard nodig. De eenzaamheid is, mede door de coronacrisis, licht toegenomen,
bij ouderen van 55% naar 56%. In de gehele bevolking van 18 jaar en ouder is het percentage
toegenomen van 43% in 2016 naar 47% in 2020. De toename is het grootst in de jongste
leeftijdsgroep van 18 tot en met 34 jaar.1
In mijn vorige voortgangsrapportage2 heb ik aangegeven te kijken naar de verduurzaming van alles wat het programma Eén
tegen eenzaamheid in gang heeft gezet en de wijze waarop het programma in de toekomst
zich inhoudelijk en organisatorisch gaat ontwikkelen. Vanwege de vraag vanuit gemeenten,
maatschappelijke organisaties en partners uit de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid,
omdat de aanpak van eenzaamheid een langdurige aanpak verlangt én de externe beleidsevaluatie
(zie bijlage 1)3 bevestigt dat de huidige aanpak succesvol is, wordt het programma Eén tegen eenzaamheid
in de huidige vorm voortgezet tot en met in ieder geval 2023. Besluitvorming over
de wijze van voortzetting van het programma op de lange termijn, ná 2023, is aan het
nieuwe kabinet.
Belangrijkste punten uit deze voortgangsrapportage
• De rapportage gaat in op wat het programma sinds de start in 2018 heeft bereikt. Hierin
geef ik aan hoe de beweging tegen eenzaamheid is gegroeid en dat we deze beweging
voortzetten tot en met in ieder geval 2023.
• De rapportage gaat in op de opbrengsten van het programma met betrekking tot het bespreekbaar
maken van eenzaamheid, de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid, de lokale coalities
en kennis&monitoring in het afgelopen jaar.
• Met betrekking tot kennis&monitoring ga ik in op het advies van de Wetenschappelijke
adviescommissie over eenzaamheid bij jongeren. Op basis van dit advies zal ik de kennis
met betrekking tot jongeren binnen het programma versterken.
Een beknopt overzicht van de stand van zaken eind 2021 is opgenomen als infographic
(zie bijlage 2)4. Een beknopt overzicht van de voornemens van het programma in 2018 en de uitgevoerde
acties is opgenomen in bijlage 35.
1) Resultaten programma Eén tegen eenzaamheid
Het actieprogramma heeft als doel de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken
en doet dit langs twee actielijnen: a) Signaleren en bespreekbaar maken van eenzaamheid en b) Doorbreken en duurzaam aanpakken. Om zo dicht mogelijk bij het dagelijkse leven van mensen impact te kunnen maken,
betrekken we alle partijen die over de vloer komen bij mensen of waar mensen regelmatig
zijn. Bijvoorbeeld de kapper, de bakker, de supermarkt, het museum, maar ook bijvoorbeeld
de pakketbezorgers en de vrijwilligers die bij de voordeur komen. De Nationale Coalitie
tegen Eenzaamheid is het netwerk met de landelijke partijen en op lokaal niveau bouwen
we in zoveel mogelijk gemeenten aan een lokale evenknie. Met de publiekscampagne «Een
klein gebaar kan het verschil maken» en de Week tegen Eenzaamheid maken we Nederland
bewust van het thema eenzaamheid en dat iedereen iets kan doen. Daarmee groeit de
bereidheid zich in te zetten voor deze maatschappelijke opgave. Het vraagt kennis
over wat eenzaamheid is, wat effectief is in het doorbreken daarvan en wat werkt bij
wie. Daarom werkt de Wetenschappelijke Adviescommissie (WAC) aan het vergroten van
kennis over eenzaamheid en worden via een ZonMw-subsidie initiatieven en interventies
gesteund, om deze kennis over werkzame aanpakken te vergroten en te kunnen delen
Het programma wordt sinds september 2019 ex-durante geëvalueerd met de onderzoeksvraag
of de opzet van het programma met de landelijke en lokale coalities bijdraagt aan
de impact die we willen bereiken. Ik stuur u met deze brief het eindrapport van deze
evaluatie (bijlage 1)6.
De evaluatie laat zien dat Eén tegen eenzaamheid een zelfstandig «sterk merk» is geworden
en dat het programma een eigen maatschappelijk gezicht heeft gekregen. De infrastructuur
met communicatie, lokale coalities, een Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid en een
Wetenschappelijke Adviescommissie staat en functioneert naar behoren. De ondersteuning
vanuit het programma wordt door gemeenten, Nationale Coalitiepartners en maatschappelijke
organisaties positief gewaardeerd. De lokale en landelijke aandacht voor het thema
eenzaamheid is de afgelopen drie jaar vergroot, mede door de activiteiten vanuit het
programma.
Het doel van een «ex-durante» beleidsevaluatie is om tijdens de looptijd het programma
bij te kunnen sturen en te verbeteren met inzichten uit het onderzoek.
De onderzoekers concluderen in het eindrapport dat de aanbevelingen uit de tweede
evaluatie zijn omgezet in concrete aanpassingen. Zo is het van elkaar leren door gemeenten
versterkt en is er ingespeeld op de behoeften bij actuele ontwikkelingen, in het bijzonder
de coronacrisis. Ook zijn er meer gezamenlijke activiteiten tot stand gebracht tussen
Nationale Coalitiepartijen en lokale coalities, zoals het lokaal signaleren van eenzaamheid
via PostNL, en het uitbreiden van kletskassa’s door de Jumbo.
De evaluatie geeft ten aanzien van de onderdelen van het programma ook een aantal
uitdagingen en aanbevelingen voor de komende periode, zoals:
– De communicatie vanuit het programma is van hoog niveau en wordt gewaardeerd. De uitdaging
voor komende periode zit in het gevarieerd en doelgericht houden van de boodschappen.
Ook is het de uitdaging met communicatie aan te blijven sluiten bij de gemeentelijke
aanpak die vaak niet alleen op ouderen is gericht, maar ook op jongeren en specifieke
doelgroepen.
– De ondersteuning vanuit het programma voldoet aan de behoefte van gemeenten, met ondersteuning
ten aanzien van publiek-private samenwerking, netwerkvorming, monitoring&evaluatie
en het aan elkaar verbinden van beleidsterreinen. De adviseurs bieden op deze en vele
andere onderwerpen waardevolle ondersteuning. De toolkit biedt concrete hulpmiddelen.
De grootste uitdagingen zijn om gemeenten te ondersteunen op monitoring&evaluatie,
het verder verstevigen van de verbinding met Nationale Coalitiepartijen, het ondersteunen
bij een integrale doelgroepenaanpak, meer dan alleen ouderen, en om passende ondersteuning
te blijven bieden voor gemeenten die al langere tijd aan het programma verbonden zijn
(in de «netwerkfase»).
– De Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid is flink gegroeid en er komen ook steeds meer
initiatieven tot stand. De deelnemers aan de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid
zoeken binnen de coalitie mogelijkheden om door bundeling van krachten tot een beter
resultaat te komen voor mensen die eenzaamheid ervaren. De organisatie vanuit het
programma is verbeterd. De grootste uitdagingen zijn het verder versterken van de
verbinding met de lokale coalities en het blijven stimuleren dat deelnemers individueel
en samen acties ondernemen tegen eenzaamheid bij ouderen.
– Het programma Eén tegen eenzaamheid zal komend jaar met behulp van de aanbevelingen
uit de evaluatie de verschillende programmaonderdelen verder ontwikkelen. Ook zal
ik de inzichten uit de eindrapportage betrekken bij het nadenken over de lange termijn
aanpak van eenzaamheid.
2) Bespreekbaar maken van eenzaamheid
2.1 Campagne
In 2021 heb ik de publiekscampagne Eén tegen eenzaamheid voortgezet. Deze is geïntensiveerd
met middelen uit het Steunpakket Maatschappelijke Gevolgen Corona. De campagne vraagt
aandacht voor eenzaamheid. Het doel van de campagne is zowel bewustwording als activatie,
met als hoofdboodschap «Een klein gebaar kan het verschil maken». Net als in 2020
is er in 2021 in de campagne naast ouderen aandacht voor eenzaamheid onder jongeren.
De campagne kent drie campagneperioden: zomer (vakantieperiode), najaar (Week tegen
Eenzaamheid) en december (feestdagen).
De zomercampagne liep in juli en augustus en bevatte de oproep om op vakantie aan
mensen te denken die thuis achterbleven, bijvoorbeeld door te bellen of een kaartje
te sturen. Uit een flitspeiling bleek dat de helft van de alleenstaande 65-plussers
in de zomer niet op vakantie zou gaan. Onder andere advertenties in zomerbladen, social
media, radiocommercials en digitale buitenreclame zijn ingezet. De campagne kreeg
een vervolg rond de Week tegen Eenzaamheid. In die periode was de campagne in het
straatbeeld zichtbaar met een abri-campagne, via social media, een dagbladadvertentie,
een online radiospot en er was een tv-spot online en in de bioscoop te zien.
In december volgt de laatste campagneperiode van 2021. Hierbij is de oproep om ouderen
de feestdagen niet alleen te laten beleven. De middelen bestaan onder andere uit op
de feestdagen aangepaste social posts, een advertentie en een tv-spot. De tv-spot
is online en als bioscoopreclame te zien.
2.2 Week tegen Eenzaamheid
Van 30 september tot en met 7 oktober vond de 12e Week tegen Eenzaamheid plaats. Een
actieweek waarin extra aandacht werd gevraagd voor het thema eenzaamheid. De Week
tegen Eenzaamheid werd geopend met een live openingsevent met deelnemers uit de Nationale
Coalitie tegen Eenzaamheid en wethouders, waar inspirerende voorbeelden werden uitgewisseld
tussen partners uit de Nationale Coalitie en gemeenten. Steeds meer gemeenten doen
mee aan de Week tegen Eenzaamheid. Uit benchmarkonderzoek onder de Eén tegen eenzaamheidsgemeenten
(zie bijlage 3)7 blijkt dat 88% van de gemeenten aangaf deel te nemen aan de Week tegen Eenzaamheid.
Er was dit jaar door de op dat moment verbeterde coronasituatie meer mogelijk dan
afgelopen jaar, zoals ontmoetingsactiviteiten en fysieke bijeenkomsten. De activiteiten
werden vanuit het actieprogramma met een online communicatietoolkit en met fysieke
communicatiemiddelen en materialen ondersteund. Het pakket met communicatiemiddelen
en materialen om een activiteit aan te kleden is 400 keer aangevraagd voor activiteiten
met ruim 42.000 personen.
Door het hele land vonden lokaal activiteiten en bijeenkomsten plaats. Een uitgebreide
impressie hiervan, met voorbeelden van partners en gemeenten, staat op de website
van Eén tegen eenzaamheid8.
3) Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid
De Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid is in het afgelopen jaar gegroeid van 137
naar 166 deelnemers, verdeeld over verschillende sectoren. Private partijen en maatschappelijke
organisaties dragen bij aan de gezamenlijke landelijke beweging om eenzaamheid te
voorkomen en te verminderen. De aanbevelingen uit de tweede evaluatie zijn ter harte
genomen. Hierdoor hebben verschillende partijen uit de Nationale Coalitie, met ondersteuning
van het actieprogramma, hun inzet kunnen verdiepen en is de verbinding met lokale
coalities verder versterkt. Hieronder licht ik een aantal voorbeelden van de inzet
toe.
– In samenspraak met het actieprogramma heeft PostNL besloten het signaleren van eenzaamheid
door pakketbezorgers verder uit te breiden. Binnenkort wordt in circa 10 gemeenten,
verspreid over Nederland, hiermee gestart.
– Eind september maakte Jumbo bekend de kletskassa’s komend jaar uit te breiden naar
200 winkels. Als supermarktketen zien ze voor zichzelf een belangrijke rol binnen
de samenleving als ontmoetingsplek. De kletskassa is er voor iedereen die extra behoefte
heeft aan een praatje. Samen met het actieprogramma zijn de mogelijke locaties in
kaart gebracht. De eerste 35 kletskassa’s zijn inmiddels operationeel. Daarnaast stimuleert
Jumbo haar winkels om verbinding te leggen met de lokale coalities en de handen ineen
te slaan om eenzaamheid te signaleren en aan te pakken.
– Achmea Pensioen en Leven en gemeente Apeldoorn bouwen samen aan een brede coalitie
tegen eenzaamheid9 en hebben afgelopen juni gezamenlijk een startevent georganiseerd. Voor het event
stuurden jongeren ideeën in om eenzaamheid tegen te gaan. Apeldoornse ondernemers
konden op hun beurt een idee adopteren. Dit event leidde tot het ondersteunen van
drie concrete initiatieven gericht op het verminderen van eenzaamheid. Achmea en gemeente
Apeldoorn verkennen nu de mogelijkheden van een sneeuwbaleffect door meer organisaties
en ondernemingen uit te nodigen om aan te haken.
Nieuwe initiatieven en samenwerkingen binnen de Nationale Coalitie
Ook zijn er veel nieuwe initiatieven en samenwerkingen ontstaan dit jaar binnen de
Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid en met de lokale coalities in gemeenten. Hieronder
een aantal voorbeelden.
– Een groep bedrijven uit de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid zocht dit jaar naar
een paraplu om hun activaties tegen eenzaamheid meer gezamenlijk uit te kunnen dragen.
Hiermee kunnen de acties vanuit de verschillende partijen elkaar meer versterken en
is naar Nederland zichtbaar dat er wordt samengewerkt aan het doorbreken van eenzaamheid.
Daaruit is «KleinGebaar» ontstaan, afkomstig uit de pay-off van de campagne: «Een
klein gebaar kan het verschil maken». Het actieprogramma ondersteunt de actie en jaagt
aan. In de Week tegen Eenzaamheid is met een KleinGebaar gestart door Jumbo, Lipton,
Maggi, PostNL, KPN Mooiste Contact Fonds en Vattenfall Foundation10. Rondom de feestdagen wordt het KleinGebaar weer opgepakt en groeit de groep van
deelnemende partijen.
– Twee bedrijven uit de Nationale Coalitie, Beter Horen en Deloitte, werken samen met
gemeente Den Haag. Zij hebben onderzoek gedaan naar het verband tussen gehoorverlies
en eenzaamheid. Buurtbewoners uit twee Haagse wijken lieten onder andere hun gehoor
testen. Het onderzoek heeft voor nieuwe aanmeldingen gezorgd bij de welzijnsorganisatie
(10% van de deelnemers). Uit het onderzoek bleek dat het aantal nauwe contacten afneemt
zodra mensen slechter gaan horen, wat vermoedelijk de eenzaamheid in de hand werkt.
Ook staat in het onderzoek een aantal aanbevelingen voor professionals, audiciens
en beleidsmakers. Er wordt aangeraden nader onderzoek te doen om het effect van hoorrevalidatie
op het aantal contacten en de kwaliteit nader te verkennen. VWS is in gesprek met
bovengenoemde partijen om te kijken hoe de pilot kan worden opgeschaald en hoe het
programma eraan kan bijdragen dat de aanbevelingen worden opgepakt.
– Volgend jaar speelt Het Zuidelijk Toneel de voorstelling «Nacht in.». Deze voorstelling
gaat over onder meer eenzaamheid vanuit het thema ontmoeten, gebaseerd op gesprekken
met wijkbewoners waar de voorstelling speelt. Inwoners spelen zelf ook een rol. Bij
de voorbereiding en uitvoering van de voorstelling wordt samenwerking gezocht met
de lokale coalities via de adviseurs van het actieprogramma.
– Dit jaar heeft het Platform ZorgSaam Wonen zich aangesloten bij de Nationale Coalitie
tegen Eenzaamheid. In de Week tegen Eenzaamheid is voor het eerst, in samenwerking
met het actieprogramma, de ZorgSaam Wonen Award11 uitgereikt voor het project dat in de fysieke leefomgeving het beste bijdraagt om
eenzaamheid te verminderen en ontmoeting te stimuleren. Inclusief wonen Leidenweg
Arnhem en het Amersfoortse Hart van Vathorst zijn de winnaars van de Award.
– In oktober heeft het actieprogramma in samenwerking met Sociaal Werk Nederland een
speciale online bijeenkomst gehouden voor sociaal werkers. Bij de ontwikkeling van
een duurzame lokale aanpak eenzaamheid is de betrokkenheid van sociaal werkers, die
dagelijks te maken hebben met eenzaamheid, een cruciale factor gebleken. De masterclass
omvatte voorbeelden van sociaal werkers die op innovatieve wijze betrokken zijn bij
de aanpak eenzaamheid. Afgesproken is om in 2022 een vervolg te geven aan het effectiever
versterken van de structurele sociale basis rond eenzaamheid.
4) Lokale coalities tegen eenzaamheid
Gemeenten krijgen via een adviseur vanuit het programma ondersteuning bij het invoeren
van de vijf pijlers van de lokale aanpak: betrekken van bewoners (bijvoorbeeld middels
huisbezoeken en signaalpunten), vormen van een (publiek-private) lokale coalitie,
bestuurlijk commitment, monitoring&evaluatie en een duurzame aanpak. De adviseurs
hebben kennis over wat werkt en leggen verbinding met andere beleidsterreinen. De
gemeenten worden daarbij ondersteund via een toolkit, podcasts, workshops en leerbijeenkomsten.
Ook maatschappelijke partners en sociaal werkers maken gebruik van dit gevarieerde
aanbod. Een aansprekend voorbeeld van samenwerking tussen lokaal en landelijk komt
uit de gemeenten Baarn en Soest:
De gemeente Baarn en de gemeente Soest maken beide gebruik van het SignaalPunt eenzaamheid.
De gemeenten hebben nu de handen in één geslagen en nemen gezamenlijk deel aan de
pilot Signalen met Post NL, waarbij postbezorgers signalen over eenzaamheid kunnen
doorgeven aan het signaalpunt. Er komt een gezamenlijke campagne en beide gemeenten
kijken welke beroepsgroepen zij nog meer kunnen betrekken bij het signaleren van eenzaamheid.
Het beleidsevaluatieonderzoek (HHM, bijlage 1) en het jaarlijkse benchmarkonderzoek
(Significant, bijlage 3) geven inzicht in de voortgang in de lokale aanpak, waar de
min- en pluspunten zitten en waar de komende jaren behoefte aan is. Hieronder ga ik
in op de belangrijkste resultaten die met gemeenten en lokale coalities zijn behaald.
• Het aantal gemeenten dat zich heeft aangesloten bij het programma eén tegen eenzaamheid
wordt ondersteund door een Eén tegen eenzaamheidsadviseurs is sinds eind 2020 gegroeid
van 212 naar 263 gemeenten.
• In vergelijking met 2020 is het aantal gemeenten met een lokale coalitie tegen eenzaamheid
verder gegroeid. In 80% van de gemeenten is een coalitie tegen eenzaamheid gestart,
de meeste gemeenten hebben daarvoor een trekker/coördinator aangesteld.
• In 72% van de gemeenten worden huisbezoeken uitgevoerd bij ouderen (75+). Dit percentage
is vrijwel stabiel ten opzichte van 2020. Tijdens deze huisbezoeken is eenzaamheid
meestal één van de onderwerpen waarnaar wordt gevraagd.
• Het aantal gemeenten dat een toegankelijk (digitaal) signaleringspunt heeft ingericht
is gestegen van 37% naar 41%. Opvallend is dat bij de gemeenten die voor het derde
jaar hebben meegedaan aan de benchmark, een sterkere stijging te zien is m.b.t. tot
het inrichten van een signaleringspunt eenzaamheid. 60% van deze gemeenten werkt met
een toegankelijk (digitaal) signaleringspunt. Tweederde van de gemeenten geeft aan
wel actief eenzaamheid te signaleren, maar dan via een signaleringsnetwerk, met bijvoorbeeld
welzijnsorganisaties en wijkteams. Een mooi voorbeeld van signalering in samenwerking
met lokale partners komt uit gemeente Haarlemmermeer:
Voor veel eenzame mensen is een bezoek aan winkels, bank of apotheek, of het wekelijkse
bezoek van de hulp in de huishouding, soms de enige vorm van contact met anderen.
Iedereen die hier werkt, kan een bijdrage leveren aan het voorkomen en aanpakken van
eenzaamheid. De welzijnsstichting van Haarlemmermeer, MeerWaarde, biedt voor deze
ondernemers en winkeliers een online training signaleren aan, waarin ondernemers handvatten
krijgen om signalen te herkennen en het gesprek aan te gaan en zij krijgen kennis
over verwijs- en hulpmogelijkheden. De training maakt onderdeel uit van het project
eenzaamheid-signaleringsnetwerk bedrijven en is een initiatief van welzijnsorganisatie
MeerWaarde, Rabobank Regio Schiphol en Axxicom Thuishulp.
• Het programma heeft een campagne- en communicatietoolkit ontwikkeld. Uit de benchmark
2021 blijkt dat 57% van de gemeenten hiervan gebruik maakt. 60% van de gemeenten organiseert
activiteiten die gericht zijn op de bewustwording van eenzaamheid onder ouderen of
is op een andere manier actief met het thema, aanvullend aan de landelijke campagne.
In verschillende gemeenten lopen lokale campagnes zoals «+ÉÉN» in Breda, «Eerste Hulp
Bij Eenzaamheid» in Den Haag en «#samenisleuker» in Hilversum.
5) Onderzoek en monitoring
5.1 Wetenschapsagenda eenzaamheid
In december vorig jaar stelde ik u op de hoogte van het WAC-advies over onderzoek
en ontwikkeling op lange termijn op het gebied van eenzaamheid. Sindsdien heb ik bij
de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) een voorstel ingediend voor een thematisch NWA-programma
Eenzaamheid. Dit voorstel is onlangs door het NWO-bestuur goedgekeurd en zal de komende
maanden door de NWA in samenspraak met mijn ministerie worden uitgewerkt tot een call for proposals die in 2022 moet uitgaan. Het programma zal drie jaar duren en een budget hebben van
minimaal drie miljoen euro. De WAC is intussen in gesprek met de lokale adviseurs
van Eén tegen eenzaamheid over wat, gelet op de kennis en ervaring die zij bij gemeenten
hebben opgedaan, de prioriteiten moeten zijn in het onderzoek naar eenzaamheid. Eind
dit jaar zal de WAC, mede op basis van deze uitwisseling, een onderzoeksagenda uitbrengen,
die zal kunnen dienen als uitgangspunt voor het NWA-programma.
5.2 Prevalentie-onderzoek
In de vorige voortgangsrapportage maakte ik melding van mijn gesprekken met Gezondheidsmonitor
en LASA over de mogelijkheid om de prevalenties van eenzaamheid uit deze onderzoeken
onderling beter vergelijkbaar te maken. Op basis van deze gesprekken heb ik uiteindelijk
besloten van een verdere verkenning van deze methodologisch gecompliceerde route af
te zien. In plaats daarvan kan ik u melden dat de dataverzameling ten behoeve van
de Gezondheidsmonitor voortaan niet eens in de vier jaar, maar elke twee jaar zal
worden uitgevoerd. Zo zal de Gezondheidsmonitor in de komende jaren een meer continue
reeks van cijfers over eenzaamheid verschaffen. Andere gegevensbronnen, zoals het
LASA-onderzoek, het CBS-onderzoek Sociale samenhang en welzijn en de Nivel Participatiemonitor,
kunnen benut worden om deze cijferreeks nader te duiden. De momenteel beschikbare
cijfers over de prevalentie van eenzaamheid bij 75-plussers zijn samengevat in onderstaande
tabel. Ik zal de WAC vragen mij te adviseren over de interpretatie van deze verschillende
data en wat dit dan zegt over de beoogde trendbreuk en bijbehorende opgave waar we
als maatschappij voor staan.
Eenzaamheid bij 75-plussers
Onderzoek
Moment of periode
Prevalentie eenzaamheid
LASA-onderzoek1
2009–2019
juni-najaar 2020
circa 28%
circa 34%
Gezondheidsmonitor2
2016
2020
55%
56%
CBS Sociale samenhang en welzijn
20173
20194
44%
42%
Nivel Participatiemonitor5
2015–2019
2020
circa 55%
circa 62%
X Noot
1
Theo van Tilburg. Verandering in prevalentie van eenzaamheid onder ouderen in de periode 1992 – najaar
2020. Vrije Universiteit Amsterdam, 6 april 2021 (bijlage 4) Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
X Noot
2
www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/tr…
X Noot
3
van Beuningen J, Coumans M, Moonen L. Het meten van eenzaamheid. CBS; 2018. https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/39/meten-van-eenzaamheid
X Noot
4
Bijna 1 op de 10 Nederlanders voelde zich sterk eenzaam in 2019 (cbs.nl)
X Noot
5
Knapen J, Scheffer M, Boeije H. Eindrapport Een tegen eenzaamheid. Monitoring eenzaamheid,
participatie en sociale cohesie onder ouderen 2015–2020. Utrecht: Nivel, 2021.
5.3 WAC-advies over eenzaamheid bij jongeren
In de vorige voortgangsrapportage heb ik geschreven meer aandacht te gaan geven aan
eenzaamheid bij jongeren. De omvang van deze problematiek is mede door de coronapandemie
meer zichtbaar geworden. Om de kennis rond dit thema te vergroten heb ik daarom de
Wetenschappelijke Adviescommissie van het actieprogramma gevraagd wat ervoor nodig
is om Eén tegen eenzaamheid impactvol in te kunnen zetten om ook eenzaamheid bij jongeren
tegen te gaan. De WAC heeft mij haar advies met betrekking tot eenzaamheid bij jongeren
aangeboden. Dit treft u aan als bijlage 512. Het advies bevat een analyse van deze specifieke problematiek en geeft aanbevelingen
met betrekking tot de aanpak.
Dit advies onderschrijft de urgentie van de thematiek. Uit de analyse blijkt dat een
aanzienlijk deel van de jongeren en jongvolwassenen eenzaamheid ervaart. In de landelijke
Gezondheidsmonitor is 18 tot en met 34 jaar de jongste leeftijdsgroep. In 2016 was
in die groep 39 procent eenzaam en 9 procent (zeer) ernstig eenzaam; in 2020 bedroegen
die percentages respectievelijk 46 en 10,7 procent. Exacte, recente cijfers met betrekking
tot eenzaamheid bij jongeren onder de 18 jaar in Nederland zijn nauwelijks beschikbaar.
Eenzaamheid onder jongeren ontstaat in de regel door een combinatie van factoren,
zoals:
• persoonlijkheidsfactoren, bijvoorbeeld een laag zelfvertrouwen, verlegenheid, introversie,
of gebrek aan sociale en emotionele vaardigheden;
• beperkingen en gezondheidsproblemen, zoals verstandelijke en fysieke beperkingen,
autisme, ADHD en andere langdurige psychische problemen;
• relationele factoren, zoals een gebrek aan sociale contacten en vooral aan hechte
vriendschappen, een ongunstige gezinssituatie, seksueel misbruik of een zware mantelzorgtaak;
• maatschappelijke factoren, zoals armoede, uitsluiting, pestgedrag en negatieve beeldvorming
rond bepaalde groepen, zoals mensen een verstandelijke beperking, een niet-westerse
migratieachtergrond of een LHBTI-achtergrond.
Deze eenzaamheid heeft gevolgen voor de jongere zelf maar ook voor de maatschappij.
Uit de analyse van de WAC komt naar voren dat eenzaamheid op jongere leeftijd, net
als bij volwassenen, samengaat met een grote verscheidenheid aan psychische, sociale
en ook fysieke problemen. Zo laat onderzoek zien dat eenzame jongvolwassenen hoger
scoren op angst, boosheid en depressie. Eenzaamheid bij jongvolwassenen wordt geassocieerd
met een verhoogde bloeddruk, een verminderde weerstand, een slechte slaapkwaliteit,
migraine en reumatoïde artritis. Eenzame jongeren presteren vaak beneden hun niveau
op school. De zorgkosten van eenzame Nederlandse volwassenen zijn aanmerkelijk hoger
dan die van niet eenzame mensen; dit geldt in het bijzonder voor de kosten van geestelijke
gezondheidszorg voor jongvolwassenen van 19 jaar en ouder.
De analyse van de WAC geeft ook handvatten voor de wijze waarop eenzaamheid onder
jongeren voorkomen kan worden. Dit kan via preventie én via het bevorderen van het
algemeen welbevinden van jongeren.
Preventie van eenzaamheid bij jongeren richt zich op de individuele factoren die bij
het ontstaan van eenzaamheid zijn betrokken. Dergelijke factoren kunnen worden aangepakt
via verschillen vormen van preventie: universele preventie, zoals het doorbreken van
het bespreekbaar maken van eenzaamheid. Of via selectieve preventie, zoals interventies
gericht op groepen jongeren met een verhoogde kans op eenzaamheid. Ten slotte via
geïndiceerde preventie; het gaat dan bijvoorbeeld om sociale vaardigheidstrainingen.
Bij het bevorderen van het algemeen welbevinden zijn de maatschappelijke factoren
het aangrijpingspunt. Het gaat dan om bijvoorbeeld op het tegengaan van maatschappelijke
ongelijkheid, het bevorderen van de veiligheid in gezinnen, het tegengaan van stigmatisering
en discriminatie, het stimuleren van onderling vertrouwen en sociale cohesie, een
ruimtelijke inrichting die participatie van mensen met fysieke beperkingen mogelijk
maakt en een gezond onderwijssysteem. De jongeren zelf, ouders, scholen, hogescholen
en universiteiten, werkgevers, jongerenwerkers, (sport)verenigingen, gemeenten en
rijksoverheid hebben er allen hun rol in te vervullen. De WAC ziet het bijdragen aan
dit soort algemene, maatschappelijke doelen als (misschien wel) het belangrijkste
wat we kunnen doen, maar beseft ook dat dat een kwestie van lange adem is.
De WAC beveelt aan kennis en interventies met betrekking tot eenzaamheid bij jongeren
te bevorderen, adviseurs in te zetten die kennis en praktijk verbinden en na te gaan
of het meetinstrument voor eenzaamheid onder volwassenen ook geschikt is voor jongeren.
Ik neem het advies van de WAC graag ter harte en zet in 2022 een aantal acties in
gang om de kennis met betrekking tot eenzaamheid bij jongeren en de benodigde interventies
en aanpak te vergroten.
• De Wetenschappelijke Adviescommissie wordt in 2022 uitgebreid met wetenschappers met
specifieke kennis over eenzaamheid onder jongeren.
• De problematiek van eenzaamheid bij jongeren zal geagendeerd worden in het NWA-programma
Eenzaamheid (zie 5.1). In dit onderzoeksprogramma kan een aantal vragen uit het WAC-advies
over jongeren worden uitgediept. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag of de «De Jong
Gierveld schaal» geschikt is om eenzaamheid te meten bij jongeren van 11 tot 18 jaar.
• Net als in 2021 zal ik de Eén tegen eenzaamheidsadviseurs verder toerusten met kennis,
voorbeelden en praktische handvatten om gemeenten te ondersteunen. Binnen de publiekscampagne
zal ook weer aandacht zijn voor eenzaamheid bij jongeren.
Nadere keuzes met betrekking tot de aanpak van eenzaamheid bij jongeren zijn aan het
volgende kabinet.
5.4 ZonMw-programma «versterking aanpak eenzaamheid»
Met het ZonMw-programma «Versterking aanpak eenzaamheid» zet ik sinds 2019 in op de
financiering, begeleiding en ondersteuning van interventies en initiatieven tegen
eenzaamheid. Het programma bestaat uit twee subsidierondes.
Eerste subsidieronde
De eerste subsidieronde is in 2019 gestart en heb ik in de vorige voortgangsrapportage
beschreven. Er worden 60 projecten gesteund. Steeds meer projecten leveren nu hun
handboek en procesevaluatie op. Een mooi voorbeeld is het project «Van begraafplaats
naar ontmoetingspark Bovenbroek» waar gemeente Kampen, de welzijnsstichting en de
beheerder van de begraafplaats samenwerken om bezoekers van de begraafplaats te ondersteunen
en verder te helpen.
Tweede subsidieronde
In de tweede subsidieronde worden nog eens 65 projecten ondersteund. De subsidieronde
bestaat uit twee stromen:
Stroom 1 «Beloftevolle interventies op weg naar erkenning»
Met deze stroom worden interventies geholpen om een erkenning te krijgen voor hun
aanpak van eenzaamheid door in te zetten op opname in de databank van Movisie voor
«effectieve sociale interventies». De projecten krijgen ondersteuning en begeleiding
om te voldoen aan de benodigde criteria. Opname in de databank betekent voor het breder
veld dat er meer kennis beschikbaar komt over erkende interventies gericht op eenzaamheid.
In deze stroom zijn vier interventies van start gegaan, namelijk de interventies «Mijn
verhaal», «Sociaal Vitaal in Kleur Utrecht», «Project Creatief Leven» en «Het Grijze
Koppen Orkest onder de loep». Indien zij worden opgenomen, breidt het aantal erkende
interventies gericht op eenzaamheid in de databank zich uit naar 16.
Er is in deze stroom ruimte voor meer interventies. ZonMw werkt aan een vervolgoproep.
Stroom 2 «Ondersteuning van de maatschappelijke beweging tegen eenzaamheid»
In deze stroom zijn 61 projecten gehonoreerd. Doelstelling van deze stroom is om de
doorontwikkeling van initiatieven tegen eenzaamheid te stimuleren. Zowel landelijke
als lokale bestaande initiatieven worden aangemoedigd om uit te breiden op de huidige
locatie of op een nieuwe locatie. Ook stimuleert deze stroom publiek-private samenwerkingen
en het verduurzamen en borgen van het initiatief. De kennis die wordt opgedaan via
deze projecten wordt gebundeld en beschikbaar gesteld voor het brede veld. Een voorbeeld
van een initiatief uit deze stroom is het project van de Hogeschool Zeeland waarbij
een e-learningsmodule wordt ontwikkeld ter signalering en bestrijding van eenzaamheid
onder ouderen in het verpleeghuis. De module wordt ook gratis beschikbaar gesteld
aan mantelzorgers en zorgmedewerkers en is een vast onderdeel van het verpleegkunde-onderwijs
van de hogescholen in Rotterdam en Vlissingen.
Veel van de initiatieven uit de subsidieoproepen die middelen hebben ontvangen, lopen
ook in 2022 en 2023 door. De kennis uit de projecten die mogelijk gemaakt zijn via
de subsidierondes wordt de komende twee jaar verzameld en beschikbaar gemaakt. Een
aantal initiatieven heeft in verband met COVID-19 vertraging opgelopen en/of heeft
de activiteiten moeten aanpassen aan de coronasituatie, waardoor het langer duurt
voordat de kennis uit deze projecten beschikbaar komt.
Tenslotte
In 2018 ben ik met het programma Eén tegen eenzaamheid gestart. Het is boven verwachting
hoe groot de beweging tegen eenzaamheid én de bereidheid deze complexe opgave met
beide handen op te pakken zijn gegroeid. Dit ga ik vanuit Eén tegen eenzaamheid verder
ondersteunen.
Ik zie veel kansen om naar de toekomst meer te doen om eenzaamheid structureel te
verminderen. Bijvoorbeeld door bij de woon- en bouwopgave meer rekening te houden
met mogelijkheden van ontmoeting en intergenerationeel contact. Maar ook bijvoorbeeld
in het beleid rondom life-events zoals pensionering, (af)keuren voor het rijbewijs,
het stimuleren van vrijwilligerswerk en het ondersteunen van mantelzorgers.
Het vraagt een lange adem om de trend van eenzaamheid te doorbreken maar met de bereidheid
en inzet van zoveel partijen en mensen, en een stevige ondersteunende rol vanuit de
overheden lokaal en landelijk, heb ik hier veel vertrouwen in.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport