Brief regering : Green Deal Natuurinclusieve Landbouw en Groenpact
35 925 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2022
34 284
Groen onderwijs
Nr. 94
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2021
Mede naar aanleiding van de motie van lid Bromet1 bij de vaststelling van de LNV begroting 2021 informeer ik uw Kamer middels deze
brief over de aanpak voor structurele kennisuitwisseling over natuurinclusieve landbouw
(NIL). Deze aanpak krijgt vorm en inhoud via Groenpact en de Green Deal Natuurinclusieve
Landbouw Groen Onderwijs. Ook digitalisering in het groene onderwijs komt in deze
brief aan bod zoals ik in mijn brief over big data in de landbouw2 heb aangekondigd.
Groenpact is het samenwerkingsverband waarin de groene onderwijsinstellingen, de overheid
(LNV), het bedrijfsleven en werknemersorganisaties en maatschappelijke organisaties
in het groene domein zich samen inzetten voor een sterk groen kennis- en innovatiesysteem
in Nederland. Dit jaar is de derde fase van Groenpact (2021–2025) van start gegaan.
In de bijlage bij deze brief treft uw Kamer het plan van aanpak van deze derde fase
aan3.
De looptijd van de Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs eindigt in
januari 2022. Zoals verderop in deze brief wordt toegelicht, ben ik voornemens de
looptijd van de deal voort te zetten. Over de precieze invulling hiervan ben ik in
gesprek met de relevante partijen.
Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs
De Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs is in 2019 gestart als een
bottom-up initiatief. Partners uit het groene beroepsonderwijs werkten de afgelopen
jaren samen met een aantal universiteiten, de Stichting BoerenNatuur, het Nederlands
Agrarisch Jongerenkontakt en het Interprovinciaal Overleg aan het verbinden van landbouw
en natuur door natuurinclusieve landbouw te integreren in de groene opleidingen. Concreet
betekende dit meer aandacht in het onderwijs voor natuur en biodiversiteit, het sluiten
van kringlopen, zorg voor specifieke soorten en habitats en een duurzaam gebruik van
functionele agrobiodiversiteit.
Hoewel de coronapandemie de afgelopen anderhalf jaar veel aandacht en energie van
de onderwijsinstellingen heeft gevraagd, is er toch veel gebeurd. Een belangrijk deel
hiervan vindt uw Kamer terug in het e-zine
4 dat de dealpartners afgelopen februari hebben uitgebracht.
Enkele voorbeelden zijn:
• Samenwerking wordt bevorderd. De deal inspireert, verbindt en fungeert als vliegwiel. De landelijke
werkgroep van de deal zorgt voor afstemming van verschillende initiatieven van de
partners in de deal, waardoor het draagvlak wordt verbreed en samenwerking gemakkelijker
ontstaat. Er is sprake van een steeds actiever netwerk van onderling samenwerkende
onderwijspartners en van samenwerking met andere partijen zoals het Deltaplan Biodiversiteit.
• Ontwikkeling van praktijkkennis wordt gestimuleerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld via het praktijkgericht onderzoek van
de vier groene hbo-instellingen in het kader van de NWO-SIA call NIL aansluitend bij
het onderzoek van Wageningen UR. In Noord-Nederland zijn daarnaast een practoraat
NIL en een leerstoel Natuurinclusieve Plattelandsontwikkeling ingesteld door Terra
College en de Rijksuniversiteit Groningen met ondersteuning van de provincie.
• Leermiddelen worden ontwikkeld, zoals twee wiki’s op Groen Kennisnet (natuurinclusieve landbouw
en weidevogels voor (v)mbo en hbo), lesmateriaal over de biodiversiteitsmonitor in
de melkveehouderij, informatieve youtube-video’s over natuurinclusieve landbouw, het
inspiratieboek Biodivers Boeren en de lesbrief Biggest Little Farm voor het vmbo (ook
buiten het groen onderwijs). Ook individuele scholen en docenten ontwikkelden leermiddelen
die gedeeld worden via de pagina «Leermateriaal» op het digitale portaal natuurinclusieve
landbouw van Groen Kennisnet.
• Netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het congres Biodivers Boeren (i.s.m.
het Louis Bolk Instituut en de Vogelbescherming), de landelijke onderwijsdagen, een
werkbezoek van docenten aan Warmonderhof en het webinar ter afsluiting van het EU-project
Greener Future voor Young Farmers. Regionaal vindt ook steeds vaker kennisuitwisseling
plaats. Daarnaast zijn regionale kennisbijeenkomsten georganiseerd ten behoeve van
de ontwikkeling van het lespakket «Biodiversiteitsmonitoring voor melkveehouderijbedrijven».
• De ontwikkeling van demo-leerbedrijven wordt gestimuleerd. Daar kunnen docenten hun kennis opfrissen en met klassen terecht
voor opdrachten of praktijklessen. In Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe)
is hiermee in het kader van de regiodeal Noord-Nederland een goede start gemaakt.
In Noord-Holland gebeurt hetzelfde in het kader van het project Biodivers Perspectief
dat wordt ondersteund via het Regionaal Investeringsfonds mbo en de provincie Noord-Holland.
We zien een ontwikkeling voor ons waarbij demonstratiebedrijven, die zich nu vaak
uitsluitend richten op collega-boeren, meer en meer ook het onderwijs als doelgroep
zullen bedienen.
Wanneer we inzoomen op de curricula, zijn ook daar positieve signalen. Natuurinclusieve
landbouw is er meer in terug te vinden dan eerst. De Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
geeft in de voortgangsrapportage «circulaire economie in het mbo»5 aan dat de kringloopgedachte, en daarmee ook ecologie en biodiversiteit, inmiddels
een duidelijke plek hebben in de kwalificatiedossiers en keuzedelen van het mbo. Er
is ook een keuzedeel duurzaamheid vastgesteld dat bij een groot aantal kwalificatiedossiers
kan worden aangeboden. Ook zijn er hbo-minoren op dit terrein ontwikkeld. Dat zijn
bemoedigende constateringen.
De Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs werkt, kort gezegd, als verbinder
en aanjager en creëert daarmee beweging in het onderwijs op het thema. Er is een prima
start gemaakt. De driejarige initiële periode van de Green Deal is echter te kort
gebleken voor de ambities die er waren, voor de mate van verankering van natuurinclusieve
landbouw in de groene opleidingen die de initiatiefnemers wensten. Bovendien neemt
de relevantie van verankering van natuurinclusief denken en handelen (breder dan natuurinclusieve
landbouw) toe, zoals ook blijkt uit de Rijksbrede Agenda Natuurinclusief. Daarbij
speelt ook mee dat de coronapandemie grote impact heeft gehad op het onderwijs in
de afgelopen anderhalf jaar. Dat bleek ook tijdens de tweede landelijke onderwijsdag
op 14 oktober jl. bij de provincie Gelderland. Alle onderwijsinstellingen zijn in
meer of mindere mate aan de slag gegaan met de acties uit de deal. De inzet blijkt
vaak nog wel afhankelijk van de drijfveren en energie van individuele docenten.
Ik ben inmiddels in gesprek met de partners over een extra looptijd van drie jaar,
die in februari 2022 in zal gaan. Daarbij is mijn inzet dat in ieder geval afspraken
worden gemaakt over het zichtbaar maken van de manier waarop natuurinclusiviteit vorm
en inhoud krijgt bij de betrokken onderwijsinstellingen, zowel inhoudelijk in het
onderwijs als in de onderwijsorganisatie, en hoe de praktijkpartners en regio’s daarbij
betrokken zijn. Dit kan bijvoorbeeld door met elkaar af te spreken dit thema te behandelen
in de instellingsplannen en jaarverslagen. Meer aandacht voor ambities en resultaten
kan zorgen voor een levend gesprek binnen de onderwijsinstellingen over natuurinclusief
leren en werken. Verder wordt de voortzetting van de deal vooral gericht op het vergroten
van de impact via samenwerking met het bredere netwerk van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel,
uitbreiding van het netwerk van demo-leerbedrijven waar ook scholen terechtkunnen
en de doorontwikkeling van het digitale portaal op Groen Kennisnet.
Voor de voortzetting van de Green Deal stel ik extra middelen beschikbaar. Dit doe
ik naast de ondersteuning van enkele specifieke activiteiten zoals het ontwikkelen
van een handboek NIL voor ondernemers en docenten als vervolg op het inspiratieboek
Biodivers Boeren, de uitbreiding van het lespakket Biodiversiteit en Kringlooplandbouw
op melkveebedrijven en de Battle «BoerNatuurlijk!» voor (v)mbo en hbo. Verder zullen
de mogelijkheden die Groenpact biedt voor de uitvoering van de Green Deal verder worden
benut, zoals hierna wordt toegelicht.
Groenpact
De derde fase van Groenpact is dit jaar van start gegaan met een verdubbeling van
het aantal betrokken partijen (inmiddels meer dan 80). LNV werkt in Groenpact samen
met de groene onderwijsinstellingen (wo, hbo, mbo en vmbo) en het bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties in het groene domein. Anno 2021 is Groenpact een gevestigd
landelijk platform voor vernieuwing van het onderwijs en praktijkinnovatie, met het
oog op de maatschappelijke opgaven in het groene domein.
Groenpact zet de mens in innovatie centraal. Groenpact zet in op het aantrekken, behouden
en ontwikkelen van talenten in het groene domein. Dit gebeurt vanuit het besef dat
talent een kostbare hulpbron is voor de concurrentiekracht van de groene sector, in
Nederland en daarbuiten, én voor het realiseren van de grote maatschappelijke opgaven.
Daarbij gaat het ook om het verbinden van landbouw en natuur, herstel van biodiversiteit
en het realiseren van een natuurinclusieve samenleving in de stad en op het platteland.
De agenda van de Green Deal NIL Groen Onderwijs past dus ook goed binnen Groenpact.
Uitwisseling van kennis tussen onderwijs, onderzoek, praktijk en beleid is cruciaal
voor aantrekkelijk, up-to-date, onderwijs en praktijkinnovatie. De verschillende onderdelen
van Groenpact zorgen voor een structurele aanpak waarbij onderwijsvernieuwing, professionalisering
van docenten, praktijkgericht onderzoek en innovatie in de beroepspraktijk allemaal
belangrijke elementen zijn. Het mbo Centrum voor Innovatief Vakmanschap Groen (CIV
Groen), het hbo Centre of Expertise Groen (CoE Groen) en Wageningen UR zorgen daarbij
samen voor een stevige kennisbasis en uitwisseling van kennis tussen het beroepsonderwijs
en de beroepspraktijk in het groene domein.
Enkele voorbeelden van recente producten van Groenpact:
• Met het concept van de Groene Werelden, een instrument dat via verhalen en visualisaties de variëteit aan werelden schetst
waarin de werknemers in het groene domein (nu en in de toekomst komen te) werken,
laat Groenpact zien hoe breed, vernieuwend en interessant de groene arbeidsmarkt is.
De Groene Werelden vormen een goede basis om jongeren te interesseren voor het leren
en werken in het groene domein.
• Het Programma Praktijkkennis voor voedsel en groen voorziet in een (open) programmering van praktijkgericht onderzoek hbo in samenwerking
met NWO-SIA. Zo zijn er voor de Green Deal interessante calls uitgezet op het vlak
van natuurinclusieve landbouw en biodiversiteit, duurzaam bodembeheer en natuurinclusief
bouwen.
• De Pilot Groene Practoraten versterkt de kennisbasis en -uitwisseling met het mbo. De groene mbo-instellingen
richten binnen deze pilot zelf groene practoraten in samen met regionale partners.
Daarnaast is binnen de pilot een door Ministeries van LNV en OCW gefinancierde KIEM-Groen
regeling door NWO-SIA ontwikkeld en recent gepubliceerd. Practoren kunnen aanvragen
indienen voor projecten, passend bij de maatschappelijke opgaven in het groene domein.
Ook hier is ruimte voor projecten op het terrein van natuurinclusieve landbouw.
• Via het Groenpact
Jongerenplatform zetten de jongerenorganisaties Slow Food Youth Network, Nederlands Agrarisch Jongerenkontakt,
Klimaat en Energiekoepel, Studenten voor Morgen en Oogst voor Overmorgen zich samen
met de partners van Groenpact in om de betrokkenheid van studenten en jong professionals
bij het Groenpact te versterken.
• Groen Kennisnet (GKN) is vernieuwd en is nu hét interactieve digitale platform voor kennisuitwisseling
naar zowel het onderwijs als boeren, tuinders, agrarisch adviseurs en andere partijen
in het groene domein.
• Met het programma Kennis op Maat (KoM) kan wetenschappelijke kennis vertaald worden in lespakketten, bijvoorbeeld
de lespakketten «Biodiversiteitsmonitor open teelten», «Faunabeheer in de praktijk»,
«Op naar meer gewasdiverse teelt in Nederland» en «Voer voor adviseurs».
Digitalisering en Technologisering in het groen onderwijs
Het wordt steeds duidelijker dat integratie van digitalisering en nieuwe technologieën
in de onderwijscurricula noodzakelijk is voor aansluiting van het onderwijs op de
digitale transitie in en technologisering van de groene bedrijfspraktijk. Dit heb
ik reeds in mijn brief over de LNV digitaliseringsvisie6 toegelicht. Daarom beoogt Groenpact digitalisering en technologisering van het groen
onderwijs op alle onderwijsniveaus te versterken. De focus ligt daarbij op de sleuteltechnologieën
AI, big data, robotica en sensortechnologie én het toepassen van digitale skills voor
bijvoorbeeld het verbinden van landbouw en natuur. Daarbij kun je denken aan de inzet
van drones, camera’s en (satelliet)data voor het monitoren van landschapselementen
en natuurbeheer en de aansturing van machines voor precisielandbouw. Ook het uitvoeren
van scans voor een duurzaam bodem- en waterbeheer hoort hierbij. Groenpact werkt voor
haar programma digitalisering en technologisering samen met de Nationale Proeftuin
Precisielandbouw, de Boerderij van de Toekomst en de Nederlandse AI Coalitie. Ik ondersteun
het versnellingsprogramma digitalisering en technologisering van Groenpact met een
subsidie.
Vervolg
Met het voorgaande heb ik geïllustreerd hoe de Green Deal en Groenpact samen zorgen
voor onderwijsvernieuwing en kennisuitwisseling op het vlak van natuurinclusieve landbouw
en breder, de transitie naar een natuurinclusieve samenleving. De impact van Groenpact
wordt gevolgd via een meerjarige (Groenpact)monitor die momenteel wordt ingericht.
De Green Deal NIL wordt daarin meegenomen. In de zomer 2023, halverwege de derde fase
van het Groenpact, zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van het Groenpact
en de Green Deal NIL.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit