Brief regering : Gezamenlijke opgave opvang en huisvesting vergunninghouders

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 855 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE STAATSSECRETARIS
VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2021

Bijgaand treft u, in navolging van de brief die u 12 november (Kamerstuk 32 847, nr. 855) heeft ontvangen, een afschrift van de brief aan Commissarissen van de Koning, gedeputeerden,
burgemeesters en wethouders1. Deze brief is verzonden na het plaatsvinden van de Landelijke Regietafel Migratie
en Integratie (hierna: LRT) van 18 november jl.

Tijdens deze LRT is de conclusie getrokken dat de huidige situatie met betrekking
tot de kwantiteit en de kwaliteit van de opvang zorgwekkend blijft, in ieder geval
tot het einde van het jaar 2021. Zonder additionele stappen is het onvermijdelijk
dat noodopvang noodzakelijk blijft, ook op locaties die op de kritische ondergrens
zitten van de wijze waarop we opvang willen vormgeven. Ook het risico op crisisnoodopvang
blijft aanwezig.

Daarom moet de urgentie behouden worden en zijn extra resultaten noodzakelijk. In
bijgaande brief concretiseren wij de aanhoudende korte termijnopgaven ten aanzien
van zowel opvang en huisvesting. Tijdens het overleg met de Rijksheren op 22 november
a.s. vertalen wij deze opgaven graag naar afspraken over te ondernemen acties. Op
veler verzoek geven we in de brief ook een vooruitblik naar 2022 en verder.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol