Brief regering : Reactie op het rapport 'Verscheurd vertrouwen' van de Nationale Ombudsman
33 529 Gaswinning
Nr. 1000 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN
EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2021
Op 25 oktober jl. publiceerde de Nationale ombudsman (hierna: ombudsman) het rapport
Verscheurd vertrouwen1. De kernvraag die hij stelt is: hoe kan de overheid de relatie met bewoners in aardgasgebieden
versterken en het vertrouwen in de overheid terugwinnen? Het rapport analyseert de
opvolging van aanbevelingen die de ombudsman in 2017 in het rapport Een fundament met scheuren had gedaan. Het is, in de woorden van de ombudsman, een reconstructie «die bedoeld
is voor het nieuwe kabinet en voor alle partijen rond de gevolgen van de aardbevingen».
Met deze brief geven wij als verantwoordelijke Ministers een reactie op de conclusies
en aanbevelingen van het rapport.
Herstel van vertrouwen
De ombudsman constateert terecht dat het vertrouwen van Groningers in de overheid
een flinke deuk heeft opgelopen. Niet alleen de woningen in het aardbevingsgebied
moeten daarom hersteld en versterkt worden, dit geldt ook voor het vertrouwen in de
overheid. Bewoners hebben te lang het gevoel gehad niet gehoord te worden, en hebben
vervolgens te lang in onzekerheid verkeerd.
Met het afbouwen van de gaswinning en het in publieke handen brengen van zowel de
schadeafhandeling als de versterking heeft het kabinet de afgelopen jaren stappen
gezet die op termijn kunnen bijdragen aan het terugwinnen van vertrouwen. Herstel
van vertrouwen in Groningen is echter een zaak van de lange adem. Het kabinet is zich
ten volle bewust van de opgave die hier nog ligt en zal zich de komende jaren, samen
met de provincie, gemeenten en uitvoeringsorganisaties, blijven inzetten om het vertrouwen
terug te winnen. De aanbevelingen van de ombudsman zijn hierbij zeer behulpzaam. In
het restant van deze brief gaan we hier dieper op in.
Ruimhartige en rechtmatige regelingen
In zijn rapport geeft de ombudsman aan dat bewoners in het aardbevingsgebied nog te
vaak worden geconfronteerd met onduidelijkheid over regelgeving en veranderende procedures.
Ondanks de inzet van veel partijen, de goede intenties en de beschikbare regelingen
en instrumenten, hebben bewoners nog te vaak het gevoel dat zij in de uitvoering onvoldoende
centraal staan en onvoldoende regie hebben bij de aanpak van hun problematiek. Zij
ervaren daardoor niet altijd de toegezegde ruimhartigheid. Wij herkennen deze observatie
uit de vele gesprekken die wij ook zelf met bewoners hebben gevoerd. Tegelijk constateren
wij dat hierbij een spanning bestaat tussen de roep om ruimhartigheid aan de ene kant
en het belang van rechtmatigheid van overheidshandelen aan de andere kant.
Deze spanning is recent ook in uw Kamer besproken naar aanleiding van een wijziging
in de beoordeling van schademeldingen aan de randen van het effectgebied door het
Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). We zien hier dat, ondanks het feit dat de
keuzes van het IMG juridisch en technisch uitlegbaar zijn, er in de schadeafhandeling
verschillen tussen bewoners ontstaan die op individueel niveau als onrechtvaardig
worden gezien. Het geldend (aansprakelijkheids- en schadevergoeding)recht laat hierbij
weinig ruimte voor maatregelen om deze verschillen op te heffen. U ontvangt hierover
separaat een brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) waarin hij
nader ingaat op hoe het kabinet omgaat met dit dilemma in relatie tot de afhandeling
van schade.
We beseffen dat dit voor de betreffende bewoners weinig bevredigend is. De behoefte
aan regelingen waarbij recht wordt gedaan aan de omstandigheden van individuele bewoners,
botst namelijk met de opdracht van de overheid om willekeur tegen te gaan door op
basis van objectieve gronden en relevante (wetenschappelijke) kennis de rechtmatigheid
en kwaliteit van procedures te waarborgen. Wij begrijpen dat dit voor sommige bewoners
tot uitkomsten leidt, die zij moeilijk kunnen begrijpen en accepteren. Deze onwenselijkheid
plaatst ons voor een dilemma, want nieuwe regels of grenzen en uitzonderingen voor
specifieke groepen brengen al snel het risico met zich mee op nieuwe grensgevallen
en nieuwe ongelijkheden. Voor dit dilemma zijn er daarmee helaas geen eenvoudige oplossingen.
Wij willen echter benadrukken dat wij het nadrukkelijk als opdracht zien om, binnen
de door uw Kamer vastgelegde wettelijke kaders, ons te blijven inspannen voor een
aanpak die aan bewoners uitlegbaar is en hun recht doet. De ombudsman stelt terecht
dat juridische procedures daarbij zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Het IMG
en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) doen gelukkig al veel om bewoners te ontzorgen
en tegemoet te komen. Zo wijzen het IMG en de NCG aan iedere eigenaar een zaakbegeleider
toe. Daarnaast kunnen eigenaren hulp krijgen, zowel in lokale steunpunten als online
en telefonisch, bijvoorbeeld bij het invullen van het formulieren of het opstellen
van een zienswijze.
Maar we zien ook dat dit nog niet altijd genoeg is. Ook worden er soms fouten gemaakt
of vinden bewoners dat de geboden oplossing onvoldoende recht doet aan hun situatie.
In zulke gevallen is het belangrijk dat bewoners onafhankelijke juridische ondersteuning
kunnen inroepen. Niet als startpunt in een proces van slepende juridische procedures,
maar als waarborg voor een zorgvuldige, rechtvaardige en ruimhartige aanpak. Uw Kamer
ontvangt binnenkort een novelle bij het wetsvoorstel Versterken waarmee bewoners die
te maken hebben met schade of versterking kosteloos gebruik kunnen maken van bouwkundige,
financiële en juridische bijstand.
Verbeteren van communicatie en meer betrokkenheid voor bewoners
Heldere en transparante communicatie in alle fases van het schadeherstel en de versterking
zijn van groot belang om vertrouwen in instanties en procedures te vergroten. We herkennen
de constatering van de ombudsman dat hier nog te vaak te veel niet goed gaat. De aanbeveling
van de ombudsman om de informatievoorziening en communicatie richting bewoners te
verbeteren pakken wij daarom nadrukkelijk op. Het is duidelijk dat brieven aan bewoners
voorzien behoren te zijn van een persoonlijke aanhef. Het IMG en de NCG onderschrijven
dit. In de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 zijn afspraken gemaakt met de
regio en de NCG over betere bewonerscommunicatie, waar meteen opvolging aan is gegeven.
Zo zijn eigenaren en bewoners in het aardbevingsgebied zo snel mogelijk individueel
geïnformeerd over de gevolgen van de bestuurlijke afspraken voor hun situatie. Ook
is ingezet op begeleiding van bewoners bij de eventuele keuze voor een herbeoordeling.
Momenteel wordt een kwalitatief onderzoek naar de bewonersbeleving met aanbevelingen
voor bewonerscommunicatie afgerond. Het rapport is tot stand gekomen op basis van
interviews met bewoners en bevat meerdere concrete handvatten voor verbetering. De
NCG zal met prioriteit de aangedragen aanbevelingen in een verbeterprogramma uitvoeren.
Het verbeterprogramma is onder andere gericht op een volledige startdocumentatie voor
bewoners, uitbreiding van het handelingsrepertoire van de bewonersbegeleiders en een
vaste doorlooptijd met terugmeldingsplicht indien termijnen niet gehaald worden. De
Minister van BZK zal uw Kamer later hierover informeren. Ook het meerjarenversterkingsplan
(MJVP), dat de NCG in samenwerking met gemeenten oplevert, kan bijdragen aan verbetering
van de communicatie. Het MJVP maakt het namelijk makkelijker om tijdig en gericht
bewoners te informeren over wat hen wanneer te wachten staat.
Verder adviseert de ombudsman om bewoners meer inspraak te geven en om samen met hen
te werken aan de nieuwe inrichting van dorpen en wijken middels een lokale, toekomstgerichte
en integrale aanpak. Hij noemt daarbij pilots zoals «Heft in eigen Hand» en «Eigen
initiatief». Deze pilots zijn inmiddels opgevolgd door de zogeheten «Praktijkaanpak»2 waarbij de aannemer en eigenaar vanaf het begin betrokken zijn bij het versterkingstraject,
en het «Eigenaar kiest Bouwer» project. Op diverse plaatsen, zoals in Krewerd en Steendam/Tjuchem,
zien we dat samenspraak met de bewoners en het afstemmen van versterking, herstel
van schade en het toekomstperspectief voor dorpen en wijken vruchten afwerpt. In de
komende periode zullen wij in gesprek met de regio bespreken hoe we deze goede voorbeelden
verder kunnen faciliteren, verbreden en opschalen.
Betere samenwerking in de uitvoering
Ook betere samenwerking tussen (uitvoering)organisaties is belangrijk voor vertrouwen
in de aanpak. De ombudsman wijst hier terecht op. Voor bewoners die met zowel schadeafhandeling
als versterking te maken hebben, kan het verwarrend zijn wanneer zij met twee verschillende
organisaties moeten communiceren, die nog niet altijd optimaal samen lijken te werken.
Daarom werkt het kabinet aan een wettelijk kader om de afspraken tussen beide partijen
duidelijk vast te leggen en de samenwerking te verbeteren. De algemene maatregel van
bestuur die dit regelt, wordt op dit moment uitgewerkt, in goede afstemming met het
IMG en de NCG. Ook de maatschappelijke organisaties worden hierbij betrokken en geconsulteerd.
De Minister van EZK informeert u bovendien op korte termijn over de uitkomsten van
de evaluatie van de samenwerking tussen IMG en NCG, die nu nog op basis van een samenwerkingsconvenant
uit 2019 plaatsvindt.
Vaart achter de versterkingsoperatie en het MJVP
De ombudsman doet in het rapport de oproep om vaart achter de versterkingsoperatie
te zetten. Het versnellen van de versterkingsoperatie en het bieden van duidelijkheid
aan de bewoners vormen de kern van het beleid. Het MJVP heeft daarin een belangrijke
rol: het is een van de sturingsinstrumenten om de versterkingsoperatie in Groningen
beter te laten verlopen. Voor de reactie op deze aanbeveling verwijzen wij verder
naar de brief die recent aan uw Kamer is gestuurd.3
Perspectief
Naast het herstellen van schade en versterken van woningen, werkt het kabinet aan
een duurzaam toekomstperspectief voor Groningen en de Groningers. De ombudsman onderstreept
het belang van een langetermijnagenda. Met het Nationaal Programma Groningen (2018)
(Kamerstuk 33 529, nr. 528), waar € 1,15 miljard voor is vrijgemaakt, en de Toekomstagenda Groningen (2021)4 wordt ingezet op verbetering van de leefbaarheid, natuur, klimaat en economie met
als doel de brede welvaart te vergroten en het imago van de provincie te verbeteren.
Inmiddels hebben bijna alle gemeenten voorstellen gehonoreerd gekregen in het kader
van het Nationaal Programma Groningen. Daarnaast worden binnen de Toekomstagenda concrete
afspraken gemaakt over de thema’s woningbouw, energietransitie en regionale economie,
in samenhang met beleid van de verschillende overheden over de ontwikkeling van Groningen
als NOVI-gebied. De uitdaging is nu om het beschikbare budget van deze programma’s
zodanig in te zetten dat het geheel meer wordt dan de afzonderlijke delen.
Tot slot
Met de verschillende maatregelen en afspraken heeft het kabinet de afgelopen jaren
weliswaar een fundament gelegd voor nieuw perspectief en herstel van vertrouwen, maar
het fundament is nog kwetsbaar en het bouwwerk onvoltooid. Het rapport van de ombudsman
laat zien dat hier nog een stevige opdracht resteert. Het is aan ons, en onze opvolgers
in een nieuw kabinet, om deze opdracht, samen met de regio en uitvoeringorganisaties,
te vervullen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties