Brief regering : Informatie over ontwikkelingen op het terrein van preventie en aanpak van drugsgebruik
24 077 Drugbeleid
Nr. 485
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2021
Met deze brief informeer ik u over ontwikkelingen op het terrein van preventie en
aanpak van drugsgebruik. Afgelopen zomer werden de landelijke maatregelen om de coronapandemie
tegen te gaan geleidelijk aan versoepeld. Deze versoepelingen zijn afgelopen vrijdag
tijdens persconferentie in ieder geval voor de komende drie weken teruggedraaid. De
terugkeer van het uitgaansleven afgelopen zomer heeft invloed op het drugsgebruik
en daarmee op de landelijke inzet op drugspreventie. In deze brief stel ik u graag
op de hoogte van de het rapport onderzoek preventie eerste gebruik uitgaansdrugs en
het Persona onderzoek. Verder bericht ik u over de jaarlijkse THC monitor en Nationale
Drug Monitor, de recente expertsessie over lachgasgebruik en lachgasproblematiek,
Celebrate Safe, het informeren van ouders over hun rol in het voorkomen en aanpakken
van drugsgebruik onder jongeren en over het verbod op designerdrugs. Met deze brief
doe ik een aantal toezeggingen aan u gestand.
Resultaten onderzoeken
Rapport onderzoek preventie eerste gebruik uitgaansdrugs
In de periode van 2018 tot en met 2021 heeft het Trimbos-instituut onderzoek gedaan
naar preventie van het eerste gebruik van uitgaansdrugs. Het onderzoek richt zich
op jongeren die geen drugs gebruiken, maar wel via het uitgaansleven daarmee in aanraking
komen, bijvoorbeeld door vrienden die wel gebruiken. Het doel van het onderzoek is
om meer inzicht te krijgen in de groep jongeren die geen drugs gebruiken en hen daarbij
te ondersteunen. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, een analyse van
bestaande onderzoeksdata en interviews met jongeren. De interviews zijn afgenomen
met gebruikers en niet-gebruikers van uitgaansdrugs. De deelnemers waren tussen de
18 en 25 jaar oud en gaven aan regelmatig deel te nemen aan het uitgaansleven. De
tussentijdse rapportage «Preventie eerste gebruik uitgaansdrugs» van het onderzoek is inmiddels opgeleverd en bijgevoegd in de bijlage1. Hieronder zal ik ingaan op deze eerste uitkomsten.
Het onderzoek heeft in kaart gebracht welke gedragsdeterminanten een rol spelen bij
het eventueel starten met het gebruik van drugs:
• attitude (houding)
• sociale normen van gebruik
• positieve verwachtingen van het gebruik
• nieuwsgierigheid naar de effecten van de drugs
Op basis van deze gedragsdeterminanten zijn zes conceptinterventies ontwikkeld. Twee
van de concepten die op basis van het onderzoek het meest geschikt zijn gebleken worden
ontwikkeld tot bruikbare interventies. Mede op advies van een adviescommissie is gekozen
voor een positieve toon voor de interventies, in plaats van focussen op gezondheidsrisico’s,
omdat dit laatste in bestaande interventies voor deze doelgroep al wordt gedaan. Daarbij
ondersteun ik de gedachte dat gelet op de diversiteit van de doelgroep een combinatie
van interventies wenselijker is dan één enkelvoudige interventie. De inzet van modelling
en social support in één van de twee ontwikkelde interventies is een waardevolle toevoeging
aan het bestaande voorlichtings- en preventieaanbod.
De interventie Festivalverleiding laat jongeren digitaal de belevenissen op een festival zien en daarin actief participeren,
waarbij hij/zij ook te maken krijgt met situaties rond drugsgebruik. Het doel is hen
voor te bereiden op het bewuster maken van keuzes omtrent alcohol- en drugsgebruik.
Ik ga lekker richt zich erop dat jongeren uitspreken dat zij het prima vinden als hun vrienden
ervoor kiezen geen drugs te gebruiken.
Beide interventies worden bij afronding geplaatst op een online platform en zijn daarmee
gereed voor inzet tijdens het festivalseizoen van 2022. Ik zal u op de hoogte houden
van het verloop van dit proces.
Nationale THC-monitor
Hierbij bied ik u de jaarlijkse monitor «THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj
in Nederlandse coffeeshops 2020/2021» aan2, van de inhoud van hasj en wiet, zoals die door consumenten in de coffeeshop gekocht
worden. De resultaten zijn afkomstig van de 22e jaarlijkse meting waarvoor monsters werden gekocht tussen december 2020 en januari
2021.
Willekeurig zijn 50 Nederlandse coffeeshops geselecteerd uit de meest recente lijst
van gedoogde coffeeshops. Voor het onderzoek zijn 64 monsters nederwiet (de meest
populaire variant), 71 monsters buitenlandse hasj, 8 monsters wiet van buitenlandse
herkomst en 4 monsters hasj bereid uit nederwiet (nederhasj) aangekocht. Ook werden
53 wietmonsters gekocht die door de medewerkers van de coffeeshops werden aangemerkt
als het «meest sterk». De aankoop geschiedde anoniem.
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn:
• Het gemiddelde THC-percentage in de populairste (want meest verkochte) nederwiet was
dit jaar 14,6%, gelijk aan de meting van vorig jaar. De geleidelijke stijging van
het gemiddelde THC-gehalte in nederwiet die van 2013 tot en met 2018 te zien was,
lijkt daarmee de afgelopen drie jaar ten einde (16,8% in 2018, 16,7% in 2019 en 14,6%
in 2020 en de huidige meting).
• Het gemiddelde THC-percentage van de wietmonsters die werden aangekocht als het «meest
sterk» verschilde in THC-gehalte niet significant van de monsters van vorig jaar (17,0%
in 2020/2021 versus 18,1% in 2019/2020).
• Het gemiddelde THC-gehalte van geïmporteerde hasj was in 2021 24,3% (24,4% in 2020)
en van geïmporteerde wiet 4% ten opzichte van 4,8% het jaar daarvoor.
• De prijs van een gram van de meest populaire nederwiet (€ 11,70) was in 2021 weliswaar
ruim een euro hoger dan bij de vorige meting in 2020, maar dit verschil was niet statistisch
significant (€ 10,65)3. Na een stijging vanaf 2006 lijkt de prijs de afgelopen jaren stabiel.
• Voor de wiet die als sterkst wordt beschouwd is wel, na een periode van stabiele prijzen,
de gemiddelde prijs per gram significant gestegen van € 11,99 in 2019 naar € 13,73
in 2020 en € 14,21 in 2021.
• Gemiddeld was geïmporteerde hasj in 2021 duurder dan in 2020, maar dit verschil was
niet statistisch significant4 (€ 11,74 per gram in 2021 tegenover € 9,65 per gram in 2020).
• In het algemeen geldt dat voor wiet met een hoger percentage THC een hogere prijs
moet worden betaald – bij hasj is dit verband in voorgaande jaren ook aangetoond,
maar in de huidige meting niet.
Nationale Drug Monitor digitaal
Vanaf 15 oktober 2021 zijn voor alle middelen (drugs, alcohol, tabak) de cijfers uit
de Nationale Drug Monitor (NDM) te vinden op de nieuwe website https://www.nationaledrugmonitor.nl, ter vervanging van het huidige Jaarbericht.
De website zal voortaan gedurende het jaar op basis van de nieuwste gegevens worden
geactualiseerd. De meest recente cijfers over druggebruik laten zien, dat onder de
algemene bevolking het gebruik van cannabis, ecstasy en cocaïne is gestabiliseerd,
het gebruik van ketamine licht is toegenomen, terwijl bij lachgas sprake is van een
lichte afname in het gebruik. Verder blijkt dat mensen die rapporteren cannabis voor
medicinale doeleinden te gebruiken, hierbij meestal aangeven dat het gaat om producten
die zonder doktersrecept zijn verkregen.
Persona onderzoek
In de voortgangsbrief drugspreventie van 18 december 2020 heb ik uw Kamer toegezegd
u te informeren over de voortgang van het persona onderzoek.5 Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Zoals ik u eerder heb geïnformeerd
is op verzoek van mijn voorganger het Trimbos-instituut in 2016 met communicatie-experts
van de Hogeschool Utrecht en Universiteit van Amsterdam het zogenaamde «persona onderzoek»
gestart.6 Het doel van dit onderzoek is om verschillende subgroepen gebruikers en niet-gebruikers
van middelen – persona’s – te identificeren op basis van variabelen zoals motivatie,
leefstijl, sociale omgeving of ervaring, specifiek binnen de groep jongeren in de
leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. Hiermee kunnen we de doelgroep beter begrijpen,
inspelen op hun specifieke behoeften en effectiever met hen te communiceren. Met de
uitkomsten van het onderzoek kan de preventieve aanpak verder versterkt worden.
Het onderzoek bevat drie fasen waarover ik uw Kamer verschillende malen heb geïnformeerd.7 Met de oplevering van de implementatie/doorontwikkelingsfase is het onderzoek afgerond.
In deze laatste fase zijn de concept persona’s getoetst in de praktijk in werksessies
met preventieprofessionals werkzaam bij verslavingszorginstellingen en onder studenten.
Na validering en aanscherping is men gekomen tot negen persona’s: de «niet-gebruiker»,
de «beheerste alcoholgebruiker», de «sociale alcoholgebruiker», de «drugs starter»,
de «sociale alcohol- en drugsgebruiker», de «stimulerende drugsgebruiker», de «geestverruimende
drugsgebruiker», de «coping gedreven gebruiker» en de «stopper». De negen persona’s
kunnen op verschillende manieren handvatten bieden. Zo kunnen zij helpen bij verschillende
vormen van beleidsontwikkeling zoals het (door)ontwikkelen van interventies, het bieden
van zorg, het signaleren van (problematisch) gebruik, het communiceren over drugs,
en in het gesprek aan gaan over drugsgebruik door medewerkers van verslavingszorginstellingen,
preventiewerkers, maar ook ouders. Op genoemde manieren kunnen de persona’s bijdragen
aan gerichtere en specifiekere vormen van preventie- en voorlichting. Overigens wordt
met de ontwikkeling van de persona’s niet getracht een volledig of sluitend beeld
te geven van alle typen alcohol of drugsgebruikers. De persona’s zijn richtlijnen
en het kan voorkomen dat een jongere zich in meerdere persona’s herkent, zichzelf
in de loop van de tijd zichzelf meer herkent in een andere persona, of zichzelf niet
direct – of slechts ten dele – in één van de persona’s herkent.
Ik ben met het Trimbos-instituut in gesprek hoe de uitkomsten van dit langdurige onderzoek
breed te verspreiden en te gebruiken voor gerichtere en specifiekere vormen van preventie
en voorlichting. Het eindrapport en de handleiding van het onderzoek is als bijlage
aan deze brief toegevoegd8.
Expertsessie over lachgasgebruik en lachgasproblematiek
Op 26 november 2020 vond een expertsessie plaats over problematisch en hoogfrequent
gebruik van lachgas met onder andere vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging
voor Neurologie (NVN), revalidatiecentrum Reade en verslavingsexperts van Jellinek
en het Trimbos-instituut. Met deze terugkoppeling doe ik de toezegging om uw Kamer
over de uitkomsten van deze sessie te informeren gestand.9 Tijdens de sessie is gesproken over vroegsignalering, preventie en harm reduction voor die jongeren die al problemen ervaren door lachgasgebruik. De verschillende
genodigden hebben breed hun ervaringen en expertise gedeeld en punten gesignaleerd
waarop verbetering mogelijk is. Tijdens de sessie bleek dat er behoefte was aan vervolgoverleg,
gericht op de rol van gemeenten in het kader van preventie en voorlichting.
Bijeenkomst door VWS en het Trimbos-instituut
In lijn met de bevindingen van bovengenoemde expertsessie heeft het Ministerie van
VWS samen met het Trimbos-instituut op 14 september 2021 een bijeenkomst over preventie
van lachgasgebruik georganiseerd voor vertegenwoordigers van verschillende gemeenten.
Hierbij is de stand van zaken met betrekking tot het landelijk lachgasverbod besproken.
Op dit moment wordt het lachgasverbod voorgehangen in de Eerste en Tweede Kamer. Het
streven is dat het lachgasverbod in het voorjaar van 2022 in werking treedt.
Deelnemers van de bijeenkomst bevestigden dat landelijke wetgeving helpt in de strijd
tegen lachgasgebruik, maar dat er tegelijk ook voor gemeenten een belangrijke taak
weggelegd is op het terrein van lachgaspreventie. Zo werd aangegeven dat voor een
effectieve aanpak van lachgasgebruik het van belang is in te zetten op beperking van
de beschikbaarheid van lachgas in combinatie met preventie van gebruik. Om te komen
tot preventie is op lokaal niveau een inventarisatie van de lachgasproblematiek nodig
om inzicht te krijgen in de mogelijke gebruikersgroepen, de omvang en de specifieke
locaties van de huidige problematiek. Voor een integrale aanpak van lachgasgebruik
is het belangrijk dat er ook op politiek en bestuurlijk niveau draagvlak is. Daarbij
dient de integraliteit van de aanpak centraal te staan. Lokale organisaties hebben
hier een belangrijke rol in.
Het Trimbos-instituut heeft de handreiking opgesteld: «Lachgas: Van zorgen naar acties»10. In deze handreiking is terug te vinden welke stappen gemeenten kunnen zetten om
tot een plan van aanpak te komen. Uiteraard is ook stilgestaan bij de effecten van
campagnes. Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd is het ongebruikelijk om voor
drugs – en dus ook voor lachgas – een brede voorlichtingscampagne in te zetten, omdat
hiermee mogelijk risicovol en schadelijk gedrag rechtstreeks onder de aandacht van
een te brede doelgroep wordt gebracht, met kans op risicovol gedrag. Hoewel ik het
belang van voorlichting en preventie onderschrijf, kies ik daarom voor gerichte communicatie
richting specifieke groepen in plaats van een brede publiekscampagne. Dat is op dit
moment de meest effectieve opzet van voorlichting en preventie met betrekking tot
lachgas.11 Daarom worden gemeenten gewezen op informatiemateriaal waarover het Trimbos beschikt,
dat ingezet kan worden voor lokaal toegespitste voorlichting.
Afsluitend heeft een aantal vertegenwoordigers van gemeenten hun lachgaspreventie
en aanpak voor de lachgasproblematiek gepresenteerd. Daarbij werd duidelijk dat er
verschillen in aanpak bestaan tussen gemeenten, ook met betrekking tot de omvang van
de problematiek. Vergelijkbaar met de hierboven genoemde handreiking is er verder
veel nuttige informatie beschikbaar, die niet altijd even makkelijk vindbaar blijkt
te zijn. Met het Trimbos-instituut en de Vereniging Nederlandse Gemeenten zoek ik
daarom naar een manier om de reeds beschikbare informatie beter te stroomlijnen en
inzetbaar te maken.
Herstart Celebrate Safe
Afgelopen zomer zijn, na een periode van bijna anderhalf jaar, de uitgaansevenementen
herstart. Hierbij waarschuwden preventiewerkers jongeren voor de risico’s van een
terugkeer naar het uitgaansleven. Bij uitgaanders kan namelijk het gevoel leven dat
ze de door de coronacrisis gemiste feestjes moeten inhalen, wat kan leiden tot overmatig
drugs- en alcoholgebruik. Met name in combinatie met de mogelijk afgenomen tolerantie
voor alcohol en drugs en de vele prikkels van een volle zaal of een drukbezocht festival
kan dit overweldigend zijn, met mogelijke schadelijke gevolgen voor de fysieke en
mentale gezondheid. Dit baart mij zorgen.
Om de risico’s van de herstart van de grootschalige uitgaansevenementen in te perken,
heb ik besloten Celebrate Safe dit najaar tijdelijk financieel te ondersteunen. Celebrate
Safe is een platform voor een integrale aanpak, gericht op het voorlichten van uitgaanders
over onder meer alcohol- en drugsgebruik, gehoorschade en seksueel riskant gedrag.
Deze voorlichting wordt online aangeboden op websites en sociale media-kanalen van
deelnemende uitgaansevenementen en de eigen Celebrate Safe website, maar ook offline
via stands en posters op de evenementen. Het platform is de afgelopen jaren ontwikkeld
door de evenementensector met steun van VWS en wordt gecoördineerd door Stichting
Arkin. Als gevolg van de coronacrisis en de tijdelijke stop van uitgaansevenementen
heeft het platform stilgelegen.
Met de recent aangekondigde maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen
te gaan is de organisatie van de grootschalige uitgaansevenementen waar Celebrate
Safe zich op richt tot in ieder geval begin december niet meer mogelijk. Ik heb Stichting
Arkin gevraagd om in te zetten op een voortzetting van Celebrate Safe gedragen door
de evenementensector. Deze werkzaamheden blijven doorgang vinden.
Informeren van ouders
Ouders hebben grote invloed op het middelengebruik van hun kind, vaak meer dan zij
denken. Om die reden ondersteun ik het Trimbos-instituut in de activiteiten gericht
op ouders: het begeleiden bij het stellen van regels, het monitoren van gedrag en
het voeren van open communicatie met hun kind. Deze informatie bereikt ouders onder
andere via de speciale website www.helderopvoeden.nl, Facebook- en Instagramkanalen «Opvoeding & Uitgaan» en via folders en animaties.
Het Trimbos-instituut zet ook in op het ondersteunen van preventieprofessionals in
hun communicatie met ouders, door middel van een factsheet, folders, filmpjes en een
online toolbox voor het organiseren van ouderavonden over dit thema. De rol van ouders
in het aanpakken van het drugsgebruik door kinderen staat ook centraal in Helder op
School, de integrale aanpak voor de preventie van middelengebruik op scholen. Tot
slot ontwikkelt het Trimbos-instituut volgend jaar voorlichtingsmateriaal voor ouders
van aankomende studenten over middelengebruik tijdens de studententijd. Met deze activiteiten
gericht op ouders doe ik de toezegging uit het Algemeen Overleg over verslavingszorg
en drugsbeleid van 7 november 2019 (Kamerstuk 24 077, nr. 457) gestand.
Verbod op designerdrugs
Ik heb u eerder dit jaar geïnformeerd over de gebleken gezondheidsrisico’s van de populaire designerdrug 3-MMC. De in dit voorjaar uitgevoerde risicobeoordeling
naar de schadelijkheid van dit middel heeft geleid tot mijn besluit 3-MMC op lijst
II bij de Opiumwet te plaatsen. Met het verbod, dat op 28 oktober jl. is ingegaan,
wordt de vrije beschikbaarheid van deze drug tegengegaan en waarschuwen we tegelijkertijd
voor de negatieve gezondheidseffecten van gebruik van dit middel. Nadeel van designerdrugs
is dat drugsproducenten vrij eenvoudig een nieuwe legale drug kunnen maken door de
samenstelling van de inmiddels verboden drug net iets te wijzigen. Het gaat dan om
een nieuwe stof met vaak vergelijkbare gezondheidsrisico’s. Om dit te stoppen werken
we nu aan een breder verbod op designerdrugs waarmee veel voorkomende stofgroepen
met dezelfde chemische basisstructuur onder de Opiumwet worden gebracht. Hierdoor
krijgt een hele groep designerdrugs bij voorbaat geen kans. Het wetsvoorstel ligt
momenteel voor bij de Raad van State. Ik verwacht het begin volgend jaar aan uw Kamer
te kunnen aanbieden.
Afsluiting
Als afsluiting van deze brief wil ik aangeven dat ik de ontwikkelingen op het terrein
van drugspreventie en de aanpak van drugsgebruik zullen blijven volgen en hierover
zal mijn opvolger uw Kamer blijven informeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Indieners
-
Indiener
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport