Brief regering : Reparatiebesluit Bkse in verband met Richtlijn 2011/70/Euratom

Nr. 280 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2021

Hierbij bied ik u aan het besluit1 van 29 oktober 2021 tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen
en ertsen in verband met de omzetting van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van
19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig
beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PbEU 2011, L 199) (Reparatiebesluit
Bkse in verband met Richtlijn 2011/70/Euratom).

Het besluit leidt tot een spoedreparatie van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen
en ertsen (Bkse). Deze houdt in dat in de begripsomschrijving van «beheer van verbruikte
splijtstoffen» het woord «opwerken» wordt ingevoegd.

De reparatie wordt vereist door de Europese Commissie in het kader van ingebrekestelling
2018/2022 inzake Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad2. Dit woord was bij de oorspronkelijke omzetting abusievelijk niet opgenomen in de
definitie omdat in Nederland geen opwerking plaatsvindt en overigens aan de verplichtingen
van de richtlijn wordt voldaan (opwerken is verboden behoudens Kernenergiewet-vergunning
en de opwerking van verbruikte splijtstoffen van de Kerncentrale Borssele in Frankrijk
is onderdeel van het Nationaal programma radioactief afval). Na een aankondiging in
2018 dat het woord «opwerken» alsnog in de definitie zou worden opgenomen (als onderdeel
van een bredere wijziging van de algemene maatregelen van bestuur onder de Kernenergiewet,
die in voorbereiding is en die naar verwachting eind 2021 aan uw Kamer zal worden
voorgelegd) is op 15 juli jl. een Met Redenen Omkleed Advies ontvangen (MROA)3 ontvangen waarin Nederland is gesommeerd om voor 15 september 2021 maatregelen te
nemen om ook op dit punt aan de richtlijn te voldoen. Met het oog daarop is een spoedreparatie
in gang gezet. Dit is op 13 augustus jl. aan de Europese Commissie gemeld.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure
(artikel 76, tweede lid, van de Kernenergiewet). Vanwege het technische één-op-één
karakter van de reparatie, de strikte omzetting en de vereiste spoed i.v.m. de gestelde
deadline is met toepassing van titel 1.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel
11 van de Bekendmakingswet afgezien van adviezen, voorhang en de standstillperiode
van vier weken bij de nahang. Daardoor heeft de inwerkingtreding nog deze maand kunnen
plaatshebben en kan een procedure voor het Europese Hof mogelijk nog worden afgewend.

Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u verder naar de nota van toelichting bij
het besluit4.

Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg