Brief regering : Voorhang ontwerpbesluit houdende bestendiging van de toepasselijkheid op vluchten binnen de Europese Unie van de Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven
34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (PbEU 2016, L 119) (Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven)
Nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Ontvangen ter Griffie op 12 november 2021.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 10 december 2021.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 11 december 2021.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2021
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende bestendiging van de toepasselijkheid
op vluchten binnen de Europese Unie van de Wet gebruik van passagiersgegevens voor
de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven1.
Ingevolge artikel 25a juncto artikel 26, tweede lid, van de Wet gebruik van passagiersgegevens
voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven (hierna: de PNR-wet)
vervalt de toepassing van de PNR-wet op vluchten binnen de Europese Unie op 18 juni
2022, tenzij voordien bij algemene maatregel van bestuur is bepaald dat artikel 25a
vervalt. Met dit ontwerpbesluit wordt beoogd de toepasselijkheid van de PNR-wet op
vluchten binnen de Europese Unie te handhaven.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 26, derde lid, van de PNR-wet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit
te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad
van State zal worden voorgelegd. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de
voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het
ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.