Brief regering : Gegevensverwerking en -deling door woningcorporaties
29 453 Woningcorporaties
Nr. 543 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2021
Woningcorporaties vervullen een belangrijke maatschappelijke taak in het zorgen voor
betaalbare huisvesting voor de mensen met een smallere beurs. Ook hebben ze een taak
in het zorgen voor een fijn leefklimaat in de wijk. Bij de uitvoering van hun taken
verwerken woningcorporaties persoonsgegevens. Het is met het oog op de uitvoering
van hun taken wenselijk dat woningcorporaties in specifieke gevallen meer persoonsgegevens
mogen verwerken dan alleen de gewone persoonsgegevens en dat hiervoor een expliciete
grondslag bestaat om duidelijkheid te bieden aan de woningcorporatiesector. Daarom
acht ik het – in de hieronder beschreven situaties – noodzakelijk de Woningwet aan
te passen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld mensen met een medische urgentie sneller en beter
huisvesten. Ook kunnen woningcorporaties dan beter bemiddelen tussen een huurder en
een zorg- of welzijnsorganisatie, zodat die organisaties zorg en begeleiding kunnen
bieden. Een huurder in de problemen kan zo sneller geholpen worden. Vroeg-signalering
is belangrijk, dit voorkomt een opstapeling van problemen.1 Dit moet te allen tijde zorgvuldig gebeuren, met respect voor privacy van de betrokkenen.
In deze brief ga ik in op het onderzoek dat is uitgevoerd naar knelpunten in de verwerking
van bijzondere persoonsgegevens en strafrechtelijke gegevens door woningcorporaties
én licht ik mijn voornemens om deze op te lossen toe.
1. Onderzoek naar knelpunten: toezegging uit het Wetgevingsoverleg
In het Wetgevingsoverleg (WGO) in uw Kamer van 8 maart 2021 heb ik toegezegd2 om te onderzoeken welke knelpunten woningcorporaties ervaren bij de deling van gegevens
van bewoners, in het kader van zorg- en veiligheid. Denk aan de uitwisseling van informatie
met zorgverleners, gemeenten en politie. Ook heb ik toegezegd te bekijken hoe woningcorporaties
binnen hun wettelijke taak grip kunnen houden in een wijk en op het tegengaan van
overlast binnen hun wettelijke taak. Deze toezegging heb ik gedaan, mede in het licht
van een consultatiereactie op het voorstel tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding
van de wetsevaluatie. In die consultatiereactie is aangegeven dat het volgens de indiener
van die reactie wenselijk zou zijn als de Woningwet een bepaling zou bevatten over
de verwerking van bijzondere persoonsgegevens door woningcorporaties. Dit om mogelijke
discussies hierover te voorkomen.
Een aantal organisaties heeft inbreng geleverd voor het onderzoek en onmisbare input
geleverd. Het gaat hier om Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties, de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Woonbond en de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen gewone persoonsgegevens, bijzondere
persoonsgegevens (specifiek gezondheidsgegevens) en strafrechtelijke gegevens als
bedoeld in de AVG, zoals toegelicht in de bijgaande notitie naar aanleiding van het
onderzoek3. Hierin licht ik de bevindingen uit het onderzoek verder toe.
2. Regelen van expliciete grondslagen voor specifieke informatie nodig
Uit het onderzoek blijkt dat de Woningwet voor woningcorporaties voldoende grondslag
biedt voor de verwerking van gewone persoonsgegevens, zoals naam, adres en woonplaats.
Daarnaast komt uit onderzoek dat er voor woningcorporaties op verschillende momenten
een noodzaak is voor het mogen verwerken van specifieke gegevens die bijzondere of
strafrechtelijke gegevens kunnen bevatten. Dat is zo bij de toewijzing of de verhuring
van sociale huurwoningen door woningcorporaties. Ook speelt dit bij de taak die woningcorporaties
hebben in het bijdragen aan de leefbaarheid van de woonomgeving.
2.1 Woningtoewijzing en tijdens verhuring
Het onderzoek wijst uit dat het noodzakelijk is voor een aantal situaties expliciete
grondslagen te regelen voor het verwerken van persoonsgegevens over de gezondheid.
Daarmee wordt tevens nadere duidelijkheid geboden aan de woningcorporatiesector. Het
gaat hierbij om de volgende situaties:
– Bij het verwerken van (zorg)indicatiebesluiten die gezondheidsgegevens kunnen bevatten.
Dit is van belang voor het huisvesten van personen met een medische indicatie, als
bedoeld in artikel 57 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
(hierna: Btiv).
– Bij het huisvesten van een woningzoekende op grond van een medische urgentieverklaring.
Uit deze verklaring blijkt aan welke (fysieke) eisen een woning en de woonomgeving
dienen te voldoen, waardoor sprake kan zijn van gezondheidsgegevens.
Het onderzoek geeft verder aanleiding om nader te verkennen of het mogelijk is om
ook een grondslag te creëren voor situaties waarbij woningaanpassingen worden gedaan
vanwege een beperking van de (kandidaat)huurder. Deze woningaanpassingen, zoals bijvoorbeeld
het installeren van een traplift, kunnen gegevens over de gezondheid betreffen.
2.2 Leefbaarheid en vroegsignalering
Woningcorporaties dragen bij aan de leefbaarheid van wijken waarin zij bezit hebben.
In het kader van die taak is in het onderzoek gebleken dat het noodzakelijk is voor
de volgende situaties expliciete grondslagen te regelen en nadere duidelijkheid te
geven aan de woningcorporatiesector voor het verwerken van persoonsgegevens over de
gezondheid en strafrechtelijke gegevens:
– in het in het kader van woonmaatschappelijk werk, bij het door een woningcorporatiemedewerker
bemiddelen van een huurder naar een zorg- of welzijnsorganisatie, zodat die organisaties
zorg en begeleiding kunnen bieden;
– in het kader van preventief handelen door een woningcorporatiemedewerker bij het voorkomen
en oplossen van woonoverlast als gevolg van conflicten tussen huurders;
– in het kader van preventief handelen door een woningcorporatiemedewerker bij het voorkomen
en oplossen van woonoverlast als gevolg van verwaarlozing van de woning of woonomgeving
door een huurder.
3. Kaders vanuit privacy-perspectief
In het onderzoek is rekening gehouden met het spanningsveld tussen de individuele
(privacy-)belangen van de woningzoekende of huurder, en het belang van de groep omwonenden
om te wonen in een fijne woonomgeving. Dit komt tot uiting in afspraken wie welke
informatie mag verwerken en delen en in welke setting. Een uitgangspunt is dat de
grondslagen een mogelijkheid zullen bieden gegevens te verwerken die nodig zijn voor
de uitvoering van de taken die woningcorporaties hebben. Concreet betekent dit dat
het steeds gaat om gegevens die corporatiemedewerkers verkrijgen uit eigen waarneming.
Uit het onderzoek is niet gebleken dat er een noodzaak is dat de woningcorporatie,
bijvoorbeeld in (wijk)overleggen, gegevens uit medische dossiers of het strafrechtelijk
verleden van personen ontvangt van zorg- en welzijnsorganisaties en politie en in
de eigen systemen verwerkt.
In geen geval biedt een aanvullende wettelijke grondslag een rechtvaardigingsgrond
dat woningcorporaties verder gaan bij de verwerking van gegevens dan voor het doel
nodig is, of zelfs grootschalig (o.a. medische of strafrechtelijke) gegevens van huurders
of woningzoekenden verwerken. Daarbij wordt opgemerkt dat gegevens die worden verwerkt
in het kader van de leefbaarheidstaak door woningcorporaties, niet voor andere doeleinden
mogen worden gebruikt.
4. Wetsvoorstel in voorbereiding
De onderzoeksresultaten vormen samen met de uitgangspunten in deze brief de input
voor een wetsvoorstel wat de komende periode wordt voorbereid. Hiermee beoog ik een
expliciete wettelijke grondslag voor de gegevensverwerking te creëren, met als doel
een mogelijkheid voor woningcorporaties te creëren om in specifieke gevallen bijzondere
persoonsgegevens en strafrechtelijke gegevens te kunnen verwerken. Het wetsvoorstel
beoogt tevens nadere duidelijkheid te scheppen voor de woningcorporatiesector. Het
gaat om de verwerking van privacygevoelige informatie. Daarom wordt goed rekenschap
gegeven van het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de proportionaliteit
van de voorgestelde bepaling. Daarnaast wordt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP),
de toezichthouder op alle verwerkingsverantwoordelijken, om advies op het wetsvoorstel
gevraagd.
Tot slot
De maatschappelijke taak die woningcorporaties vervullen is onmisbaar. Medewerkers
moeten in specifieke gevallen over informatie kunnen beschikken waarmee ze binnen
de taken van de woningcorporatie een huurder zorgvuldig en goed verder kunnen helpen,
waar nodig samen met andere organisaties, zoals zorginstellingen of gemeenten. Met
de expliciete wettelijke grondslag regelen we dit en wordt nadere duidelijkheid geboden
aan de woningcorporatiesector.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties