Brief regering : Reactie op de motie van de leden Bouchallikh en Van Esch over het uitwerken van een belasting op polymeren
35 925 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022
Nr. 58 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2021
Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat (IenW) voor het jaar 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 18, Debat over
de begroting Infrastructuur en Waterstaat 2022) hebben de leden Bouchallikh en Van
Esch een motie ingediend over het uitwerken van een belasting op polymeren (Kamerstuk
35 925 XII, nr. 48). De Staatssecretaris van IenW heeft voor de appreciatie van deze motie doorverwezen
naar het Ministerie van Financiën. Bijgaand treft u mijn appreciatie op deze motie.
Ik moet deze motie ontraden om een aantal redenen. Ten eerste geeft CE Delft in zijn
rapport aan dat een belasting op polymeren weglekeffecten kent die kunnen worden voorkomen
door invoering in EU-verband. Een dergelijke initiatief is echter niet gepland.
Verder vergt een belasting op polymeren nadere uitwerking en moet er een geschikte
uitvoerder worden gezocht.
Al het voorgaande in ogenschouw nemend is het nu besluiten tot een belasting op polymeren
onwenselijk, en bovendien is invoering niet mogelijk per 2023, zoals gevraagd in de
motie.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën