Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Van Beukering-Huijbregts c.s. over maatschappelijk verantwoorde incasso en deurwaardersactiviteiten
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 612
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, over de uitvoering van de motie van het lid Van Beukering-Huijbregts
c.s.1 Deze motie, ingediend bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van SZW (Handelingen
II 2020/21, nr. 27, items 3 en 6), verzocht het kabinet om naar het huidige stelsel van maatschappelijk verantwoorde
incasso en deurwaardersactiviteiten te kijken en na consultatie van partijen als de
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), de NVVK (vereniging
voor schuldhulpverlening, sociaal bankieren en beschermingsbewind), het Nibud en het
lectoraat armoede en schulden verbeteringen in kaart te brengen.
Daartoe heeft mijn departement deze zomer een viertal thematafels georganiseerd met
partijen uit het incasso en schuldendomein.2 Gesproken is over «kleine schulden snel oplossen», «sociaal tarief en verdienmodel»,
«digitalisering, innovatie en privacy» en «kwetsbare groepen en betalingscultuur».
Een breedbeeld van de sessies is als bijlage bijgevoegd bij de brief3. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om mijn grote dank uit te spreken naar de
deelnemende partijen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om aan uw Kamer te melden dat het CJIB deze zomer
de aanbesteding van gerechtsdeurwaardersdiensten succesvol heeft afgerond en dat de
nieuwe dienstverlening 1 november 2021 start. Hierdoor wordt het mogelijk om alle
vorderingen van het UWV, CAK, DUO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het CJIB
op een burger gebundeld aan te bieden bij één gerechtsdeurwaarder. Zo kan worden voorkomen
dat burgers te maken krijgen met meerdere gerechtsdeurwaarders en bijbehorende extra
kosten. Ook stelt dit het CJIB beter in staat te sturen op maatschappelijk verantwoord
incasso4 en dat sluit aan bij hetgeen in de thematafels is besproken.
De opbrengst is door de deelnemende organisaties kernachtig vervat in een gezamenlijke
paper met 10 oplossingen voor schuldenproblemen. Een deel van de partijen heeft nog
een aanvullende paper opgesteld met specifieke aanbevelingen op het terrein van de
buitengerechtelijke incassokosten, hoe deze in balans te krijgen met de huidige maatschappelijke
situatie en de verwachtingen. Deze papers treft u als bijlagen aan. Hoewel de Raad
voor de rechtspraak vanuit zijn rol de paper niet mede heeft ondertekend, onderstreept
de Raad het belang van de gezamenlijke aanpak en blijft graag betrokken bij het vervolg.
Met deze twee papers heb ik opties met mogelijke verbeteringen uit het brede veld
opgehaald in lijn met de motie Van Beukering-Huijbregts c.s. Zoals in het gezamenlijk
paper ook staat: verreweg de meeste mensen met schulden waar incassobureaus en gerechtsdeurwaarders
mee te maken krijgen, kunnen uiteindelijk wél betalen. Door proactief in te vorderen
en passende betalingsregelingen af te spreken, kunnen de meeste schulden klein genoeg
blijven om ze af te kunnen lossen. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat ruim 614.000
gezinnen in Nederland kampen met problematisch schulden5. Daarnaast is er ook een groep mensen die te maken heeft met risicovolle schulden.
De inzet van het kabinet is om het aantal mensen met problematische en risicovolle
schulden te verkleinen.
Kleine schulden snel oplossen
Alle stappen binnen de keten zijn opzichzelfstaand gerechtvaardigd, maar kunnen als
optelsom soms tot excessen leiden. Bijvoorbeeld de volgorde van het afboeken van betaalde
bedragen op de hoofdsom, rente en kosten.6 Deze zogenoemde imputatieregeling is bedoeld om de schuldeiser te beschermen tegen
een calculerende wanbetaler die ná een of meerdere incassostappen uiteindelijk alsnog
over de brug komt met betaling van de oorspronkelijke factuur. Het komt voor dat deze
de schuldeiser vervolgens laat zitten met de gemaakte kosten en rente. Tegelijkertijd
kan deze goed bedoelde imputatieregeling juist die schuldenaren die de oplopende kosten
vanwege de optelsom van de invorderingsmaatregelen niet kunnen betalen in een uitzichtloos
executietraject doen belanden. Daar waar het fout gaat, bevindt de oorzaak zich vaak
in van oorsprong kleine schulden. De verhouding tussen kosten en initiële rekening
is bij een geringe vordering al vrij snel uit balans.
We willen een stelsel dat uitgaat van alert vertrouwen: incassodruk wordt zorgvuldig
en snel tegen lage transactiekosten uitgeoefend en tegelijkertijd wordt een mogelijk
risico op excessen vroegtijdig gesignaleerd, eruit gefilterd en is sprake van een
goede de-escalatie naar een snelle en duurzame oplossing.
In de gezamenlijke paper komt dat ook mooi naar voren. Voor een goede diagnose en
triage helpt een snel en duidelijk onderscheid in wat voor soort schuldenaar het betreft
– een schuldenaar die niet wil of niet kan betalen of zoals in de paper staat: de
mensen die wel willen, maar waar het om een of andere reden niet lukt. Dit onderscheid
zal lang niet altijd zo zwart-wit zijn, maar geeft in ieder geval een goede indicatie,
waarop een maatwerkaanpak kan worden geënt. Juist in deze post-corona periode waar
sommige mensen en bedrijven snel in problemen kunnen komen, wil ik dat daar actie
op ondernomen kan worden. Tegelijk zie ik ook dat binnen de schulden- en incassoketen
behoefte is aan toegang tot informatie en transparantie over schulden en vermogen,
zodat duidelijk is of actie mogelijk is of dat andere stappen dan incasso en executie,
mogelijk is of dat andere stappen dan incasso en executie, bijvoorbeeld schuldhulpverlening
of beschermingsbewindvoering, gezet moeten worden.
Sociaal tarief en verdienmodel
Deelnemende partijen zien een verschuiving van de bedoeling van het systeem van incasso
en executie: van escalatie naar duurzame oplossing. De prikkels die in het systeem
zitten, werken goed vanuit het perspectief waarvoor het systeem van oorsprong is bedoeld
maar sluiten onvoldoende aan op de werking die nu en voor de toekomst van het systeem
wordt verwacht. Dat is een kwalitatief incassosysteem, waarbinnen een optimaal samenspel
plaatsvindt tussen incassodruk, houding en gedrag van schuldenaren en afremming van
escalatie. De bekostiging van een socialer systeem vertaalt zich niet alleen in tarieven
en vergoedingen, maar juist ook in het bevorderen van de doelmatigheid en de beperking
van de kosten van de oplossingsgerichte incassoroute.
De aanbeveling van partijen om de rechtsgang goedkoper en eenvoudiger te maken, laat
het dilemma tussen uitgangspunten en uitwerking zien. Zo staat de aanbeveling om de
griffierechten te verlagen en ze voor iedereen gelijk te maken ook bij partijen nog
ter discussie. Dit voorstel heeft namelijk het risico in zich dat het vonnis van de
kantonrechter een vrijbrief wordt voor een kostenophogende executiefase in plaats
van een stimulans om tot een oplossing te komen. Ook is een dergelijke titel met inachtneming
van de regels voor verjaring in beginsel oneindig geldig. Waarborgen zijn derhalve
van belang om dit risico terug te dringen. Het bevorderen van een minnelijke oplossing
tussen partijen moet centraal staan. Een van de suggesties is om de mate waarin partijen
de buitengerechtelijk fase hebben benut in een eventuele daaropvolgende gerechtelijke
uitspraak mee te laten wegen bij de proceskostenveroordeling. Dat sluit aan bij de
verkenning die ik momenteel doe naar een inverbindingstelling. Hieronder versta ik
dat de schuldeiser contact opneemt (of pogingen daartoe doet) met de schuldenaar om
te proberen het geschil in onderling overleg op lossen, bijvoorbeeld door middel van
een betalingsregeling. Zoals aangekondigd in de brief van 18 juni 20217 voer ik hierover gesprekken met partijen. Over de uitkomst hiervan wordt u geïnformeerd.
Een andere suggestie die is genoemd, is een limietstelling aan de mogelijkheden van
executiekosten in verhouding tot de hoofdsom waarvoor een titel is gehaald. Hoewel
ik dat een interessante gedachte vind, zal ik dit nu niet nader laten uitwerken.
Verder verwacht het kabinet een stevige impuls van de verbetering van de kwaliteit
van de incassodienstverlening.8 Dat lees ik ook terug in de paper van de minnelijk incasseerders over de normering
buitengerechtelijke kosten. Het wetsontwerp Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki)
ter regulering van de incassobranche ligt ter behandeling in uw Kamer. Bij een nadere
verkenning naar het sociaal tarief en verdienmodel waarvoor ik dit jaar nog opdracht
zal geven, zal het kostenmodel in de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten
(WIK) als een van de componenten onder de loep worden genomen.
Innovatie, digitalisering en privacy
Zowel schuldeiser als schuldenaar hebben baat bij digitalisering en transparantie
van het hele schulden- en incassotraject: juist dan kunnen kleine schulden snel opgelost
worden en kunnen partijen snel de juiste stappen zetten. Transparantie over de aflossingscapaciteit
van schuldenaren is volgens partijen nodig bijvoorbeeld voor het hiervoor genoemde
onderscheid naar niet-kunners en niet-willers, voor een doorverwijzing naar schuldhulpverlening
en voor de bepaling van een haalbare betalingsregeling. Daarbij moet oog zijn voor
de privacy van alle betrokkenen. Uit de thematafelsessie kwam naar voren dat het goed
stroomlijnen van informatie en informatie-uitwisseling met oog voor toegankelijkheid,
gebruiksgemak, proportionaliteit én met voldoende (privacy)waarborgen centraal staat.
In het commissiedebat van 30 september jl. met uw Kamer heb ik toegezegd snel met
de rechtspraak en partijen in gesprek te treden over welke digitale voorzieningen
die onder de paraplu van spoedwetgeving Covid-19 nu mogelijk zijn, maar we ook voor
de toekomst willen behouden. Dat sluit hier ook bij aan.9
Vervolgacties
Schulden is geen thema om de komende tijd op stil te zitten. De problematiek van schulden
is, zeker nu post-corona, dermate belangrijk dat we in deze brief een aantal acties
hebben opgenomen in de lijn van de bijeenkomsten en papers voor verdere verbetering
van de schulden- en incassoketen. Dat sluit ook aan bij de kabinetsbrief inzake brede
bedrijfsbeëindiging van 27 mei 2021.10
De acties die ik, samen met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
nog dit jaar in gang zal zetten zijn:
• Ik deel het verzoek van de deelnemende partijen en maak graag gebruik van hun enthousiasme
en aanbod om de gezamenlijke punten voortvarend uit te werken. Coördinatie van de
samenwerking tussen incasseerders, gerechtsdeurwaarders en schuldhulpverleners en
de rol die een coördinerend deurwaarder daarin kan hebben zie ik als een van de aanbevelingen
waarop een nadere verdiepingsslag kan worden gemaakt. Daarbij zal ik om verwarring
met de term coördinerend deurwaarder bij meerdere beslagen op één inkomstenbron te
voorkomen de term regisseur gebruiken. Ik zet deze verdieping samen met partijen nog
dit najaar in gang.
• Verder zal ik als belangrijk onderdeel van de integrale verbetering van het functioneren
van de invordering en schuldenketen opdracht geven tot een verkenning naar het sociaal
tarief en verdienmodel, inclusief de normering van buitengerechtelijke incassokosten.
Bij deze verkenning die begin 2022 start, worden de door de deelnemers naar voren
gebrachte kostencomponenten, de perspectieven op het stelsel van financiële prikkels
en de factoren die van invloed zijn op het duurzame verdienmodel betrokken.
• De aanbeveling om een kwaliteitsfonds in te richten om de noodzakelijke genoemde innovatie
en digitaliseringslag te kunnen maken, pak ik ook nog dit jaar op. Een gedeeld beeld
over innovatie en digitalisering, een gecoördineerde aanpak en perspectief op doelen
en continuïteit van goede dienstverlening helpen de ketenpartijen vooruit. Ik zal
met de deelnemende partijen een plan van aanpak opstellen.
De thematafelsessies hebben laten zien dat veel goed gaat in de schulden- en incassoketen
en dat deelnemende partijen gezamenlijk in staat zijn om concrete oplossingsrichtingen
te formuleren, zodat we samen tot beleid komen dat aansluit bij de praktijk.
Ik betrek uw Kamer waar nodig en zal u in ieder geval ook op de hoogte houden van
de verdere gesprekken met de partijen. De eerstvolgende bijeenkomst die ik zal organiseren,
zal zien op de schuldenpositie post-corona en wat partijen daaraan opvalt en wat zij
daar aan acties nodig achten.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Indieners
-
Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming