Brief regering : Beleidskeuzes uitgelegd: werkwijze onderbouwing voorstellen vanaf november 2021
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 198
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2021
Uw Kamer vervult een essentiële rol in de borging van de kwaliteit van beleid en wetgeving,
door over de onderbouwing van voorstellen de dialoog aan te gaan met de betreffende
vakministers. Dit vereist wel dat elk voorstel informatie bevat over: welke prestaties,
doel(en) en effecten worden nagestreefd, op welke manier worden deze dichterbij gebracht,
en welke financiële middelen zijn daarvoor nodig en waarom? Deze onderbouwing maakt
het ook beter mogelijk om na verloop van tijd te evalueren of het beleid doeltreffend
en doelmatig is geweest.
Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet («CW 3.1») borgt de onderbouwing van voorstellen
die aan uw Kamer worden gezonden: het vereist een toelichting op instrumenten, doelen,
financiële gevolgen en de verwachte doeltreffendheid en doelmatigheid. Bij voorstellen
die tot een substantiële beleidswijziging leiden is ook een evaluatieparagraaf vereist,
die aangeeft hoe het voorstel zal worden (gemonitord en) geëvalueerd.1
De onderbouwing en voorgenomen evaluatie van voorstellen aan uw Kamer conform CW 3.1
vormen dan ook het logische sluitstuk op een adequate beleidsvoorbereiding door de
vakdepartementen. Ze zijn essentieel voor de uitoefening van de controlerende taak
en het budgetrecht van uw Kamer.
Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid stimuleer ik de onderbouwing en evaluatie
van voorstellen door mijn collega-vakministers aan uw Kamer.
Vindbaarheid van de onderbouwing voor de Tweede Kamer
In de praktijk is het voor vakdepartementen niet altijd gemakkelijk gebleken om een
vindbare en transparante onderbouwing van voorstellen en de voorgenomen evaluatie
conform CW 3.1 te realiseren.2 Zo concludeerden ook de rapporteurs Sneller en Snels in 2019.3 Om de vindbaarheid van de onderbouwing voor uw Kamer te vergroten, liep tussen juni
2020 tot het verkiezingsreces begin 2021 een rijksbrede pilot.
Deze vroeg een separate bijlage bij voorstellen met significante financiële gevolgen
(€ 20 mln. of meer in enig jaar), met daarin opgenomen de CW 3.1-onderbouwing en evaluatieparagraaf.
Uit onderzoeken naar deze pilot4 bleek dat de bijlage de naleving door vakdepartementen heeft bevorderd. Tegelijkertijd
werd de bijlage door Kamerleden vaak (nog) niet gevonden en gebruikt. Kamerleden gaven
de voorkeur aan opname van de CW 3.1-informatie op een meer centrale en herkenbare
plek in voorstellen. Voor wetsvoorstellen werd een voorkeur uitgesproken voor opname
van de informatie in de memorie van toelichting.
Met behulp van deze inzichten wil ik de vindbaarheid van de onderbouwing van voorstellen
verder verbeteren.
Vindbaarheid: kader in brieven
Na afstemming met de vakdepartementen stel ik voor om de vindbaarheid verder te verbeteren
door de onderbouwing van voorstellen met significante financiële gevolgen (€ 20 mln.
of meer in enig jaar) op te nemen in een apart kader in Kamerbrieven.
De startdatum van deze nieuwe werkwijze is 1 november 2021.
Het kader krijgt de kop «Beleidskeuzes uitgelegd». De subtitel luidt: Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1). Het kader volgt onderstaand format.
Deze onderbouwing dient uw Kamer te bereiken ten minste vóór de behandeling van de
(suppletoire) begroting waarin de financiële gevolgen zijn opgenomen; ten behoeve
van een goed geïnformeerde uitoefening van het budgetrecht. Mochten zich hierbij in
specifieke gevallen (bijv. bij Voorjaarsnota) grote knelpunten voordoen kan Financiën
met betreffend departement bezien hoe verzending vóór (suppletoire) begrotingsbehandeling
alsnog te realiseren.
In geval van een wetsvoorstel – doorgaans de «opvolger» van een eerdere beleidsbrief
– wordt de CW 3.1-onderbouwing onder herkenbare kopjes opgenomen in de memorie van
toelichting.
Beleidskeuzes uitgelegd
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)
Doel(en)
Welke doelen worden nagestreefd met het voorstel in termen van beoogde prestaties
en effecten?
Beleidsinstrument(en)
Welke beleidsinstrumenten worden ingezet om deze doelen te realiseren?
Financiële gevolgen voor het Rijk
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor de Rijksbegroting?
Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor maatschappelijke sectoren (als van
toepassing)?
Nagestreefde doeltreffendheid
Op welke wijze en in welke mate wordt verwacht dat het beleidsinstrumentarium gaat
bijdragen aan de beoogde prestaties en effecten? (beknopte beleidstheorie)
Nagestreefde doelmatigheid
Waarom is het voorgestelde instrumentarium een efficiënte manier om de beoogde prestaties
en effecten te bereiken?
Evaluatieparagraaf
Hoe wordt het voorstel gemonitord en geëvalueerd?
De tekst in het kader kan dubbelen met de brieftekst, maar is zelfstandig leesbaar.5
Brieven met voorlopige voorstellen
Ten tijde van de eerste aankondiging is beleid of wetgeving vaak nog niet «af» en
alleen op hoofdlijnen toe te lichten. Het kader wordt opgenomen in de Kamerbrief als
met dit voorlopige voorstel budgettaire besluitvorming gemoeid is. De (voorlopige)
onderbouwing van het voorstel landt dan in het kader. Op die onderdelen waar onderbouwing
nog niet mogelijk of onvolledig is, wordt in het kader expliciet aangegeven dat nadere
uitwerking volgt, in een vervolgbrief met nieuw kader (of in geval van wetgeving:
onder herkenbare koppen in de memorie van toelichting). Aankondigingen van beleid
of wetgeving waarover nog geen budgettaire besluitvorming plaatsvindt, bevatten geen
kader maar een verwijzing naar de vervolgbrief waarin het kader wel wordt opgenomen.
Aansluiting op het IAK
Deze werkwijze dient optimaal aan te sluiten op de eraan voorafgaande beleidsvoorbereiding
door vakdepartementen met behulp van het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving
(IAK). Het IAK wordt op dit moment herzien. De aansluiting met de CW 3.1-onderbouwing
wordt in deze IAK-herziening meegenomen.
Publieke waarde(n)
Er is toenemende aandacht voor het meenemen van publieke waarde(n) in de beleidsvoorbereiding.
Deze aandacht is bijvoorbeeld zichtbaar in de rapporten «Ongekend Onrecht» (parlementaire
enquêtecommissie Kinderopvangtoeslag) en «Klem Tussen Balie en Beleid» (Tijdelijke
Commissie Uitvoeringsorganisaties). Belangrijke waarden zijn onder andere menselijke
maat, rechtvaardigheid en legitimiteit. Bekeken zal worden of de aandacht voor de
publieke waarden moet worden verstevigd in het IAK. Bij het bepalen van de beleidsdoelen
en de vormgeving van beleid (inclusief de onderbouwing) worden departementen aangemoedigd
om rekening te houden met publieke waarden in den brede.
Evaluatie van de nieuwe werkwijze
Een jaar na de ingangsdatum zal ik starten met de evaluatie van de hier voorgestelde
werkwijze; tussentijds zal ik de naleving monitoren. Over de evaluatiebevindingen
en mijn reactie daarop zal ik uw Kamer informeren.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën