Brief regering : Staat van het Consulaire editie 2021
35 925 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022
Nr. 50
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2021
Hierbij bied ik u de Staat van het Consulaire editie 2021 aan, een jaarlijkse brief
over de staat van de consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland,
alsook aan buitenlanders die naar Nederland willen komen1.
Vorig jaar stond de Staat van het Consulaire in het teken van COVID-19, met bijzondere
aandacht voor de grootschalige repatriëringsoperatie van Nederlanders aan het begin
van de pandemie (Bijzondere Bijstand Buitenland) en de eerste geleerde lessen (Kamerstuk
35 300 V, nr. 69). In deze editie van de Staat zal daar, conform de toezegging aan uw Kamer tijdens
het notaoverleg van 29 juni 2020 (Kamerstuk 35 300 V, nr. 72), uitgebreider op worden ingegaan.
Ook in de terugblik over het afgelopen jaar staat COVID-19 centraal, zowel op het
gebied van informatievoorziening, alsook wat betreft de impact op de consulaire dienstverlening.
In deze editie van de Staat zal voorts aandacht worden besteed aan de aanbevelingen
uit het Verantwoordingsonderzoek 2020 van de Algemene Rekenkamer over de repatriëring
en de reisadviezen (Kamerstuk 35 830 V, nr. 2).
Tot slot zal een vooruitblik worden gegeven op de diverse innovaties en ontwikkelingen
die nodig zijn voor een toekomstbestendige consulaire dienstverlening.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken