Brief regering : Reactie op de uitvoering van de motie van het lid Aukje de Vries over initiatieven voor digitale en hybride zorg (Kamerstuk 31765-592)
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 270
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2021
Bij het commissiedebat Medisch Specialistische Zorg/Ziekenhuiszorg van 5 juli jl.
(Kamerstuk 29 248, nr. 333) heeft uw Kamer bij motie van het lid de Vries1 gevraagd om in kaart te brengen welke initiatieven veldpartijen tijdens de coronacrisis
hebben genomen om de transformatie naar digitale en hybride zorg te versnellen, welke
daarvan continuering verdienen en wat de lacunes zijn om daarbij door te pakken. De
achterliggende vraag was om de op geleide van de coronacrisis gemobiliseerde energie
vast te houden en de gecreëerde beweging niet stil te laten vallen.
De toenmalig Minister van Medische Zorg en Sport heeft in het betreffende commissiedebat
het belang van de transformatie naar digitale en hybride zorg voor toegankelijkheid
en organiseerbaarheid onderstreept. Digitale c.q. hybride zorg is daarbij nooit een
doel op zich. Het streven is om deze vorm van zorg altijd beschikbaar te hebben opdat
de patiënt daar indien gewenst, in overleg met zorgaanbieder, gebruik van kan maken:
«dichtbij en digitaal als het kan, fysiek als het moet».
Hieronder zal ik achtereenvolgens ingaan op de versnellingsimpuls die op initiatief
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is ingezet, de initiatieven
van de betrokken partijen, het vervolg van deze initiatieven en mogelijke belemmeringen
daarbij.
Versnellingsimpuls digitale/hybride zorg
Tijdens de eerste golf van de coronacrisis werd een digitale versnelling gecreëerd
om goede zorg te blijven verlenen. VWS heeft in het najaar van 2020 partijen in de
ziekenhuiszorg via verschillende kanalen opgeroepen tot een extra intensivering van
hun inzet op dit terrein. Dit werd de versnellingsimpuls genoemd.
De impuls is een «beweging» zonder (additionele) financiering. Vanuit VWS, Nederlandse
Zorg Autoriteit (NZa) en Zorginstituut is de urgentie van het onderwerp geagendeerd
bij zorgverzekeraars, zorgaanbieders, professionals en Patiëntenfederatie. Partijen
werden uitgenodigd ervaren belemmeringen te delen en er werd hulp en ondersteuning
aangeboden bij het wegnemen daarvan. Dit alles met het oogmerk om waar mogelijk gezamenlijk
op te trekken bij het opschalen en landelijk dekkend maken van bewezen toepassingen.
Niet als tijdelijke crisisoplossing maar als een essentiële vormgeving van toekomstbestendige
reguliere zorg.
De versnellingsimpuls staat daarmee niet op zichzelf, maar bouwt voort op alle lopende
initiatieven van betrokken partijen en overheid gericht op inzet van digitale/hybride
zorg waar wenselijk en mogelijk2.
Initiatieven van het veld om de transformatie naar digitale en hybride zorg te versnellen.
Tijdens de eerste fase van de coronacrisis hebben veel zorgaanbieders individueel
of gezamenlijk in coalities nieuwe initiatieven genomen of lopende initiatieven versneld
opgeschaald. Gezien de omvang is het onmogelijk om een totaalbeeld te geven van alles
wat loopt in «het veld».
Koepels en branches hebben via ondersteuningsprogramma’s deze initiatieven van meewind
voorzien. Voorbeelden hiervan zijn:
○ de Vliegwielcoalitie van de Patiëntenfederatie3,
○ het programma Digitale Zorg van de NVZ4,
○ het Citrien eHealth programma van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische
Centra (NFU)5,
○ de digitale initiatieven ter ondersteuning van de juiste zorg op de juiste plek van
de FMS6,
○ de samenwerking tussen zorgverzekeraars in de taskforce digitale zorg van ZN7.
Zo heeft de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) als ambitie gesteld om 25%
van de fysieke polibezoeken te vervangen door digitale zorg. Deze doelstelling wordt
vanuit de NVZ gemonitord waarbij onderling leren tussen ziekenhuizen wordt gestimuleerd.
Daartoe zijn masterclasses georganiseerd, podcasts gemaakt en mogelijke belemmeringen
voor opschaling telemonitoring in kaart gebracht. Tevens is er een businesscasemodel
voor telemonitoring ontwikkeld en werkt de NVZ samen met o.a. Federatie Medisch Specialisten
(FMS) aan implementatiekaarten. Daarnaast ondersteunen de ziekenhuizen de campagne
«Thuis kan het ook» van de Vliegwielcoalitie.
Ook zorgverzekeraars, overheid en derde partijen zoals kennisinstellingen en leveranciers
ondersteunen hierbij de initiatieven binnen instellingen, in regionale coalities en
in landelijke netwerken door goede voorbeelden te delen, voorlichting te geven over
financiële regelingen (transformatiegelden, subsidieregelingen) en beschikbaar te
zijn om mee te denken over uitdagingen (lerend met de praktijk).
Organisaties die echt tijdens de coronacrisis doorpakten met transformatie en opschalen
van digitale/hybride zorg waren vaak zorgaanbieders of (regionale) samenwerkingsverbanden
die al vóór de coronacrisis substantiële stappen hadden gezet om anders en slimmer
te gaan werken met benutting van de digitale mogelijkheden. Zij konden voortbouwen
op wat reeds was ingezet.
○ Zonder vele andere initiatieven en partijen tekort te willen doen noem ik initiatieven
van de ziekenhuizen Canisius Wilhelmina, OLVG, Isala en Tergooi. Zij zetten alle in
op een substantiële uitbreiding van het integreren van e-health toepassingen zoals
digitaal contact en telemonitoring in de reguliere zorg, als onderdeel van hun strategie
voor hun toekomstige hybride ziekenhuisorganisatie.
○ Het leren van de ervaringen van koplopers wordt programmatisch ondersteund door organisaties
als de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ)8 en mProve9, een innovatief netwerk van zeven topklinische ziekenhuizen. Kenmerkend daarbij is
dat de inzet van digitale/hybride zorg niet in de eerste plaats als technologisch
gedreven initiatief wordt gezien, maar als veranderkundige uitdaging voor en door
mensen. Het echt anders organiseren van zorgpaden, poli’s en praktijken vormt zo de
kern van de betreffende interventie.
○ In de eerste lijn kunnen initiatieven om de huisartsenzorg digitaal en/of hybride
aan te gaan bieden genoemd worden, zoals Flexdokters, DocLine van Arts en Zorg en
Arene. Deze initiatieven hebben gemeenschappelijk dat zij toegankelijke, kwalitatieve
en doelmatige zorg op maat willen bieden aan patiënten in een mix van fysieke en digitale
zorg.
○ Diverse goede voorbeelden zijn te vinden op websites van deze initiatieven, als ook
op overheidswebsites Zorg van Nu10 en Juiste Zorg op de Juiste Plek11.
○ Vanuit het Kenniscentrum digitale zorg van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) werken
zorgverzekeraars samen op toetsing van digitale zorgconcepten op applicatieniveau
en in de zorgpraktijk. Doel is bijdragen aan versnelling opschaling van digitale zorg.
Zorgverzekeraars werken daarbij samen waar het kan, individueel waar het moet (bijvoorbeeld
omdat mededingingsregels van de ACM daartoe verplichten).
○ VWS, NZa, Zorginstituut en ZonMw bieden gericht ondersteuning, helpen ervaren barrières
weg te nemen, en bieden handvatten om tot keuzes te komen, zoals via Zorg van Nu,
Zorg voor innoveren, Juiste zorg op de juiste plek, bekostigingswijzers en informatiekaarten
van de NZa, de Zorgzandbak van het Zorginstituut, en subsidieregelingen voor digicoaches
en implementatiecoaches.
○ NZa en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bezien of tijdens de Corona periode
genomen tijdelijke (verruimings-)maatregelen voor continuering in aanmerking komen.
Welke initiatieven uit de coronacrisis zouden een vervolg moeten krijgen?
Het merendeel van de initiatieven die tijdens de coronacrisis zijn opgestart of opgeschaald
was gericht op consulten (telefonisch, elektronisch en via beeldbellen) en op online
begeleiding thuis (telemonitoring) door artsen en verpleegkundigen. Het opstarten
c.q. uitbreiden van deze initiatieven werd vooral ingegeven door de onmogelijkheid
of onwenselijkheid van fysieke ontmoetingen.
Tegelijkertijd kunnen de vanwege die omstandigheid ingezette ontwikkelingen ook structureel
bijdragen aan de kwaliteit, betaalbaarheid en organiseerbaarheid van de zorg, mits
wordt zorggedragen voor een deugdelijke borging in het reguliere zorgproces.
Welke concrete initiatieven daarvoor in aanmerking komen, wordt vooral in de (regionale)
praktijk en situationeel bepaald door de betrokken partijen. Dit is in lijn met de
verschillende hoofdlijnenakkoorden, uitgangspunten van Juiste Zorg op de Juiste Plek,
Passende zorg en andere brede programma’s12. De steunstructuren en stimuleringsprogramma’s die vanuit de verschillende koepels
van zorgaanbieders en verzekeraars in het leven zijn geroepen kunnen bij het leren
van elkaars ervaringen en verder opschalen een belangrijke functie vervullen.
Een goed voorbeeld van een initiatief dat de met de coronacrisis ingezette opschaling
heeft weten door te zetten is het communicatieplatform BeterDichtbij (app-contact
met de arts, uitwisselen van bestanden en foto’s, beeldbellen). In september 2020
was het aantal deelnemende ziekenhuizen in een half jaar tijd gegroeid van 24 naar
30. Inmiddels zijn dat er 38, terwijl in steeds meer ziekenhuizen het gebruik wordt
uitgebreid naar alle patiënten van dat ziekenhuis. Het aantal gesprekken via BeterDichtbij
is daardoor, nadat het in september 2020 was toegenomen van 30.000 naar 80.000, nu
doorgegroeid naar 400.000, waarbij het gebruik over alle leeftijdsgroepen is gespreid.
Een ander voorbeeld van «doorpakken» met opschalen is de recente investering van het
OLVG in 744 «smart» bedden, met ingebouwde weegfunctie en sensoren voor valpreventie.
Welke lacunes zijn er nog voor veldpartijen om door te pakken tijdens en na de coronacrisis?
Het opschalen van digitale/hybride zorg vraagt een transformatie van de manier waarop
we de zorg en gezondheidsondersteuning georganiseerd hebben in praktijken en poliklinieken.
Het betreft vaak complexe verandertrajecten in een context waarin qua energie, tijd
en (financiële) middelen al veel wordt gevraagd van betrokkenen.
Bedrijfseconomische en organisatiekundige uitdagingen
De bedrijfseconomische en organisatiekundige uitdagingen die daarmee gepaard gaan
zijn vaak nog een vertragende factor bij een succesvolle implementatie en opschaling.
De noodzaak om ex ante te investeren (in technologie, scholing, procesherontwerp),
terwijl de baten vaak elders vallen (minder polibezoeken en voorkomen van (her)opnames
en behandelingen verminderen de zorgkosten, en (daarmee) de inkomsten van het ziekenhuis)
wordt vaak ervaren als «het snijden in eigen vlees».
De transformatiegelden voor het voorkomen, vervangen en verplaatsen van zorg kunnen
in dat verband soelaas bieden. De inzet van deze gelden dient naar het oordeel van
de bij het Hoofdlijnenakkoord MSZ betrokken partijen, waaronder VWS, verder verbeterd
te worden.
In combinatie met vormen van risico- en opbrengstdeling tussen ziekenhuis, andere
zorgpartijen en zorgverzekeraar kunnen deze gelden worden ingebed in meerjarencontracten.
Daarmee wordt de noodzakelijke transformatie in de zorginkoop geborgd, en kan deze
worden gerelateerd aan de Regiobeelden en daaraan gekoppelde opgaven. We zien dat
steeds meer van deze meerjarencontracten worden gesloten, en roepen zorgaanbieders
en verzekeraars op de digitale transformatie ook langs deze weg nadrukkelijker in
de zorginkoop te betrekken, en daar waar mogelijk congruentie in de inkoop te betrachten.
De recent door de NVZ ontwikkelde implementatietool waarmee kosten en baten van telemonitoring
in kaart kunnen worden gebracht ondersteunt de interne analyse van ziekenhuizen en
het gesprek met zorgverzekeraars.
Bekostiging(sprikkels)
Daarnaast worden onduidelijkheden of ervaren tekortkomingen in bekostiging regelmatig
genoemd als obstakel voor (versnelde) opschaling van innovatieve zorg. De NZa speelt
daar op verschillende manieren op in:
○ Tijdens de eerste golf van de coronacrisis heeft de NZa vanuit dat perspectief een
aantal verruimingen voor de zorg op afstand geïntroduceerd. Deze verruimingen zijn
per 1 januari 2021 structureel gemaakt.
○ Als belangrijke uitbreiding van de bekostigingsmogelijkheden voor telemonitoring heeft
de NZa op 7 oktober jl. nieuwe facultatieve prestaties voor zes veelvoorkomende aandoeningen
vastgesteld. Het betreft hartritmestoornissen, hypertensie, hartfalen, pijn op de
borst, COPD en astma. Initiatiefnemers voor deze bekostigingstitels zijn OLVG en Zilveren
Kruis. De prestaties zijn nu voor alle ziekenhuizen beschikbaar.
○ Parallel werken branche- en beroepsorganisaties, zorgverzekeraars en de NZa samen
aan een nieuwe structurele bekostiging van telemonitoring per 2023. Met deze nieuwe
bekostiging wil NZa voldoende ruimte geven aan de snelle ontwikkelingen die er zijn
rond telemonitoring.
○ De jaarlijkse Wegwijzer bekostiging digitale zorg van de NZa biedt een handzaam overzicht
van de mogelijkheden, ook voor andere zorgsectoren, en leert dat er vaak meer ruimte
is dan gedacht. NZa en Zorg voor innoveren kunnen de helpende hand bieden bij het
verduidelijken en interpreteren van (bekostigings) wet- en regelgeving.
Veranderprogramma’s
Transformatie naar hybride zorg vergt veel van de veranderkracht van zorgorganisaties.
Veel van de hierboven genoemde programma’s zijn daarom gericht op het leren met en
van de praktijk. Enerzijds worden zorgorganisaties ondersteund op deelterreinen waar
zij lacunes ervaren, zoals voorlichting over mogelijkheden en meerwaarde van digitale
zorg, programma’s voor digitale vaardigheden voor professionals en bestuurders, verandercompetenties
en ICT-implementatie. Anderzijds worden zorgorganisaties waar mogelijk geholpen bij
het wegnemen van ervaren belemmeringen. Vanuit de overheid helpt VWS in samenspraak
met NZa, Zorginstituut, IGJ en onderzoek via ZonMw en RIVM deze initiatieven te ondersteunen,
en handvatten te bieden hoe beschikbare ruimte in wet- en regelgeving (beter) te benutten
en actie te nemen als deze ontbreekt. Ook partijen als de Rijksdienst voor ondernemend
Nederland, Health Holland, Hi NL (Health Innovation Netherlands) en andere landelijke
en regionale innovatienetwerken ondersteunen hierbij.
Tot slot
Optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die zorgtechnologie biedt om de zorg zo
slim mogelijk te organiseren is niet alleen wenselijk vanuit kwaliteit van leven en
kwaliteit van zorg. Vanwege de personeelsschaarste nu en in de toekomst is het tevens
een dure plicht voor ons allen. Om die inzet te maximaliseren zullen we nog meer dan
tot nu toe onze schaduw achter ons moeten laten, de samenwerking opzoeken en de handen
ineenslaan. Alleen zo kunnen we domeinoverstijgende netwerkzorg daadwerkelijk realiseren,
de patiënt in positie brengen en professionals en mantelzorgers zoveel mogelijk ontzorgen.
Bij veldpartijen signaleer ik een breed gedeeld gevoel van urgentie om de koe bij
de horens te vatten en de komende jaren echt door te pakken met de omslag.
Makkelijk zal dat nooit worden. Bij opschalen en transformeren past geen «copy-paste»
aanpak. Tegelijk wil ik «not invented here» graag ontmoedigen en «proudly copied from» juist stimuleren. Voor- en koplopers onder zorgaanbieders laten zien dat het wél
kan, en dat biedt veel mogelijkheden voor leren en verbeteren, ieder in eigen context,
en in gezamenlijkheid waar het kan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport