Brief regering : Aantal uithuisgeplaatste kinderen van gedupeerde ouders KOT
31 066 Belastingdienst
Nr. 907
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2021
Met de vragen van de leden Van Dijk en Peters (CDA)1, het lid Kwint (SP)2 en het lid Ceder (CU)3 heeft uw Kamer verzocht om inzicht te geven in het aantal kinderen van gedupeerde
ouders van de kinderopvangtoeslag die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing.
In de beantwoording is weergegeven dat dat aantal op dat moment niet bekend was en
dat een verkenning zou worden gedaan naar de mogelijkheden om inzicht te krijgen in
het aantal kinderen van gedupeerde ouders die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing.
Met deze brief informeer ik u mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitkomst daarvan.
Toelichting cijfers
Naar aanleiding van bovengenoemde Kamervragen heb ik het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) verzocht om een analyse te maken van het aantal kinderen dat uithuisgeplaatst
is van ouders die behoren tot de gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag.
Het CBS heeft mij op 15 oktober jl. onder embargo over de uitkomsten geïnformeerd
en heeft deze op 18 oktober jl. op haar website gepubliceerd.
Het CBS heeft ten behoeve van deze analyse van de Uitvoeringsinstantie Herstel Toeslagen
(UHT) gegevens ontvangen van circa 50.000 kinderen die momenteel in beeld zijn als
kind van gedupeerde ouders.4 Het CBS heeft deze gegevens geanalyseerd op samenloop met jeugdbescherming5 en jeugdhulp met verblijf6 in de periode 2015–2020. Uit de analyse van het CBS blijkt dat in deze periode in
totaal naar schatting 1.115 kinderen van gedupeerde ouders uit huis zijn geplaatst.
Op 30 december 2020 – het laatst beschikbare peilmoment – waren er 420 lopende uithuisplaatsingen.
De cijfers van het CBS geven bij benadering een antwoord op de door uw Kamer gestelde
vraag hoeveel kinderen van gedupeerde ouders gedwongen uit huis zijn geplaatst. Aangezien
nog niet alle ouders die zich gemeld hebben bij UHT een eerste toets hebben gehad,
kan het aantal kinderen hoger liggen. Daarnaast melden zich nog steeds ouders aan
als gedupeerde. De cijfers hebben bovendien betrekking op het aantal gedwongen uithuisplaatsingen.
Er vindt geen registratie plaats van vrijwillige uithuisplaatsingen, waarbij ouders
zelf aangeven de opvoeding niet aan te kunnen en kinderen (tijdelijk) elders verblijven.
De periode waarop de analyse ziet (2015–2020) heeft te maken met de ingang van de
jeugdwet per 2015 en hoe vanaf dat moment de registratie bij het CBS is vormgegeven.
Voor 2015 werd geen centrale registratie bijgehouden van zowel jeugdbeschermingsmaatregelen
als van jeugdhulp met verblijf.
Wij vinden het verschrikkelijk als problemen met de kinderopvangtoeslag op welke manier
dan ook een rol hebben gespeeld bij een uithuisplaatsing. Wij onderkennen dat financiële
problemen een stapeling van andere problemen voor het gezin kunnen hebben veroorzaakt
waardoor instanties uiteindelijk genoodzaakt waren over te gaan tot uithuisplaatsing
van kinderen. De rechter kijkt daarbij breed naar ontwikkelingsbedreigingen, de mogelijkheden
om die met vrijwillige hulp op te heffen en naar de opvoedmogelijkheden van ouders.
Een uithuisplaatsing is in alle gevallen een ingrijpend besluit voor kinderen en ouders,
waarbij het belang van het kind uiteindelijk de doorslag geeft.
Vervolgstappen
De inzet van het kabinet bij het herstel van de kinderopvangtoeslag is gericht op
het bieden van hulp en ondersteuning aan alle ouders en kinderen die gedupeerd zijn.
Dat is ook onze inzet voor de ouders en kinderen waarbij een uithuisplaatsing aan
de orde is (geweest).
Door de Staatssecretaris van Financiën zijn reeds diverse maatregelen getroffen. Gedupeerde
ouders ontvangen een financiële compensatie voor de onterechte terugvordering, materiele
schade, immateriële schade en kostenvergoeding. Alle gedupeerde ouders ontvangen via
de Catshuisregeling € 30.000,–. Gedupeerde ouders die recht hebben op een hoger bedrag
krijgen dat na een integrale behandeling van hun aanvraag. Eventueel kan na een verzoek
aan de Commissie Werkelijke Schade een additioneel bedrag uitgekeerd worden. Een vergoeding
voor schade die gedupeerde ouders hebben geleden ten gevolge van een uithuisplaatsing
die direct of indirect het gevolg is van de problemen met de kinderopvangtoeslag,
kan ook via deze route worden verzocht. Daarnaast is het programma «Leven op de rit»
opgezet gericht op de kinderen van gedupeerde ouders. Dit programma heeft als doel
het bieden van steun in de rug richting de toekomst. Kinderen ontvangen een financiële
tegemoetkoming afhankelijk van hun leeftijd. Immateriële steun is hiernaast uiteraard
ook van groot belang. Het kabinet zal uw Kamer binnenkort informeren over de verdere
uitwerking, zoals aangekondigd in de 8e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag.
Specifiek voor ouders en kinderen de nu nog getroffen worden door een uithuisplaatsing
is echter meer nodig, zoals een plek waar zij met vragen terecht kunnen. De VNG en
het Rijk ondersteunen gemeenten en jeugdzorginstellingen bij het uitwerken van een
precieze route voor deze gedupeerde ouders en hun kinderen. Daarbij kan bekeken worden
of herstel van de gezinssituatie wenselijk en mogelijk is, en in hoeverre een lopende
uithuisplaatsing heroverwogen kan worden. Dit vereist per geval een individuele afweging
waarbij het belang van het kind voorop dient te staan. Een gedwongen uithuisplaatsing
is altijd door tussenkomst van de rechter tot stand gekomen. Een machtiging uithuisplaatsing
kan een rechter voor maximaal een jaar toewijzen. De rechter kan de machtiging uithuisplaatsing
op verzoek van de gecertificeerde instelling steeds met een jaar verlengen.
Een ouder met gezag of een kind ouder dan 12 jaar kan de gecertificeerde instelling
of de rechter vragen om een machtiging op te heffen of kortere tijd te laten duren
op grond van gewijzigde omstandigheden.
Zoals onlangs aangeven zullen wij over de precieze uitwerking van de aanpak zo spoedig
mogelijk duidelijkheid geven aan de gedupeerden en uw Kamer.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming