Brief regering : Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3215
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling EU-strategie voor samenwerking in Indo-Pacific (Kamerstuk 22 112, nr. 3212)
Fiche: Mededeling HERA (Kamerstuk 22 112, nr. 3213)
Fiche: Verordening HERA (Kamerstuk 22 112, nr. 3214)
Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Nieuw Europees Bauhaus: mooi, duurzaam,
samen
b) Datum ontvangst Commissiedocument
15 september 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM(2021) 573
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2021%3A573%3A…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Onderwijs, Jeugdzaken Cultuur en Sport
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in nauwe samenwerking met
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2. Essentie voorstel
De mededeling voor een Nieuw Europees Bauhaus (NEB) is voor het eerst aangekondigd
in de Renovatiegolfstrategie1. De Commissie stelt in de mededeling dat de Europese gebouwde en fysieke leefomgeving
de komende decennia een aantal grote transities zal doormaken, zoals de energie- en
digitale transities en een beweging naar een circulaire economie. Het Nieuw Europees
Bauhaus is een integraal en interdisciplinair programma om kunst, cultuur, innovatie
en (digitale) technologie voor de genoemde transities te gebruiken en daarbij de kwaliteit
van de leefomgeving te verbeteren. Het heeft als doel om door disciplines bij elkaar
te brengen, duurzaamheid en sociale inclusie in plaatsen, wijken en gebouwen van de
toekomst aan te jagen, zowel in de stad als op het platteland2. De kernwoorden die de Commissie gebruikt zijn mooi, duurzaam, samen. Bij de totstandkoming
van de mededeling heeft de Commissie een participatieproces voor partijen binnen en
buiten Europa georganiseerd. De mededeling benoemt ook elementen die verder gaan dan
alleen de fysieke leefomgeving, maar daar worden geen concrete voorstellen voor gedaan.
De Commissie stelt een aantal maatregelen voor om het Nieuw Europees Bauhaus vorm
te geven en legt daarbij nadrukkelijk de verbinding met het bestaande instrumentarium
en dossiers als natuurinclusief bouwen, digitalisering, circulaire economie, sociale
inclusie en ruimtelijk ontwerp.
Ten eerste neemt de Commissie zich voor om het zogeheten New European Bauhaus (NEB) Lab te starten. Dit lab moet een netwerk- en aanjaagfunctie krijgen om partijen vanuit
allerlei disciplines bij elkaar te brengen. Dit netwerk heeft als doel om de Commissie
en andere partijen van ideeën te voorzien om het Nieuw Europees Bauhaus concreet vorm
te geven. In dit kader kondigt de Commissie eveneens aan meerdere Europese netwerkevenementen
te zullen organiseren.
Ten tweede gaat de mededeling in op de benodigde verbinding van het Nieuw Europees
Bauhaus aan bestaande (financiële) instrumenten zoals Horizon Europe, het Cohesiebeleid
en het LIFE-programma. Via deze instrumenten zal de Commissie meerdere innovatieve
projecten en technische ondersteuning financieren die bijdragen aan het in de praktijk
brengen van het gedachtengoed van het Nieuw Europees Bauhaus. Ook vraagt de Commissie
meer aandacht voor zaken als kwaliteit, duurzaamheid en inclusie als onderdeel van
aanbestedingscriteria, naast het reguliere kostencriterium. Dat gebeurt onder andere
via het reeds bestaande «Big Buyers»-initiatief3. De Commissie stelt ook een «Urban development financial instrument» voor dat bestaande
EU-fondsen en private investeringen moet mobiliseren ten behoeve van de Bauhaus-projecten.
Ten derde zal de Commissie in aanvulling op bovengenoemde projecten die zich richten
op innovatie en praktische toepassing ook financiering beschikbaar stellen voor projecten
die zich richten op creativiteit en leren, bijvoorbeeld via het Creative Europe programma
en Erasmus+. Zo tracht de Commissie via onderwijs- en culturele instellingen een breder
netwerk te bereiken, waaronder jongeren en de creatieve sectoren.
Ten vierde doet de Commissie de oproep aan lidstaten om deze ontwikkeling te steunen
en waar mogelijk in te bedden in het bestaande nationale beleid. Lidstaten worden
opgeroepen om de nationale inzet op Europese programma’s en de bijbehorende financiering
– inclusief het Cohesiebeleid – aan het Nieuw Europees Bauhaus te verbinden via een
plaatsgebonden en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkelingsaanpak. Op deze
manier kan gestimuleerd worden dat ook provincies en gemeenten goed kunnen participeren.
Ten slotte roept de Commissie op om een nationaal contactpunt aan te wijzen om de
inzet te coördineren en dat de contacten met andere lidstaten en de Commissie over
het Nieuw Europees Bauhaus onderhoudt.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Er gaat een aantal grote transities plaatsvinden dat effect heeft op de leefomgeving,
het cultuurlandschap en de gebouwde omgeving. Om de uitdagingen het hoofd te bieden
en deze transities goed te laten verlopen heeft het belang van een integrale en interdisciplinaire
aanpak aandacht in het beleid.
In de uitvoering van het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving zijn afspraken gemaakt over
de wijkgerichte aanpak. Hierin is expliciet aandacht voor de complexe uitdagingen
in wijken en wordt het belang van integraliteit tussen energie, ruimtelijke ordening
en sociale opgaven onderstreept. Daarnaast werkt de Nederlandse overheid aan een natuurinclusieve
samenleving. Dit begrip beoogt maatschappelijke opgaven aan te pakken, de gevolgen
van biodiversiteitsverlies af te wenden en de economie een gezonde basis te geven.
Een natuurinclusieve aanpak vermijdt schade aan de natuur, benut de mogelijkheden
van de natuur en bevordert biodiversiteitsherstel, ook buiten natuurgebieden. Voor
wat betreft natuurinclusief bouwen richt het beleid zich op het ondersteunen van gemeenten
via ontwikkeling van een instrumentarium voor een samenhangende aanpak «groen in en
om de stad» (NOVI) en het opstellen van diverse handreikingen waaronder decentrale
regelgeving4.
Aangaande het beleid voor circulair bouwen is de inzet van het kabinet om in 2050
de gehele gebouwde omgeving circulair te maken. De wettelijke milieuprestatie-eis
in de bouwregelgeving is hierbij een belangrijk instrument om circulair bouwen te
bevorderen. Door de aanscherping van de Milieuprestatie voor gebouwen (MPG) moeten
bouwers meer circulair en milieuvriendelijker gaan bouwen. De wettelijke eisen zullen
stapsgewijs worden aangescherpt5.
De Nationale Omgevingsvisie biedt een langetermijnperspectief op de leefomgeving van
Nederland. Ontwerp is onmisbaar voor een integrale, gebiedsgerichte aanpak en de inzet
voor een goede omgevingskwaliteit. Daarbij is ook oog voor cultuurhistorische waarde.
Het kabinet werkt samen met veldpartijen in het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp
2021–2024 «Ontwerp Verbindt»6. In dit Actieprogramma komen diverse beleidsinstrumenten samen in een breed gedragen
ontwerpagenda; de agenda schetst thema’s waar ruimtelijk ontwerp een belangrijke meerwaarde
kan leveren. De agenda bevordert goed opdrachtgeverschap bij het Rijk waarbij de adviesfunctie
van het College van Rijksadviseurs wordt ingezet, naast een interdepartementaal platform
om resultaten, kennis, ervaring en methodieken uit te wisselen. Een nieuw stimuleringsprogramma
biedt opdrachtgevers en ontwerpers de mogelijkheid ontwerp in te zetten bij regionale
en lokale maatschappelijke opgaven. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie is uitvoerder
van het programma.
Via het topsectorenbeleid stuurt het kabinet ook bewust op de ontwikkeling van de
creatieve industrie om zo het innovatievermogen van Nederland, van belang voor het
kunnen aanpakken van de uitdagingen waar we voor staan, te versterken. Via het cultuurbeleid
«Cultuur in een Open Samenleving» en erfgoedbeleid «Erfgoed Telt-de betekenis van
Erfgoed voor de samenleving» werkt het kabinet aan het verbinden van de betekenis
van erfgoed en ontwerp aan de actuele opgaven in de leefomgeving, om zo bij te dragen
aan een leefomgeving met karakter. Naast inzet op het behoud van het erfgoed7, positioneert het kabinet erfgoed in de leefomgeving van mensen en als verbindende
kracht in de samenleving. Voor de «Erfgoeddeal» (2019–2022), aangekondigd in Erfgoed
Telt, werkt het kabinet ook interbestuurlijk en met veldpartijen samen in een matchingsregeling.
Dit programma richt zich op het verbinden van ontwikkelingen in de leefomgeving en
transitieopgaven met erfgoed en ontwerp.8
Verder is Nederland op Europees niveau actief in werkgroepen die zich buigen over
vraagstukken rond de ruimtelijke ordening en kwaliteit van de leefomgeving. Ook is
Nederland mede- ondertekenaar van de Verklaring van Davos9, die zich specifiek richt op het belang van de kwaliteit van de leefomgeving. Verdragen
als het Europese landschapsverdrag (ELV) en erfgoedverdragen van de Raad van Europa
zijn in de Omgevingswet voor Nederland geïmplementeerd. Met een actieagenda wordt
de ratificatie van het Faro-verdrag10, dat gaat over de waarde van erfgoed voor de samenleving en dat een raamwerk geeft
voor erfgoedparticipatie, voorbereid.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de mededeling van de Commissie voor een Nieuw Europees Bauhaus
omdat dit nauw aansluit bij het Nederlands beleid en via het Europese instrumentarium
ondersteuning biedt om de ambities te bereiken. Het belang van een integrale en multi-level
aanpak voor de transities in de gebouwde en fysieke leefomgeving wordt door het kabinet
onderschreven en is reeds onderdeel van de aanpak in Nederland, bijvoorbeeld via het
Klimaatakkoord en de Nationale Omgevingsvisie. Het kabinet waardeert ook dat de Commissie
bij het ontwerp van het Nieuwe Europees Bauhaus zich heeft laten adviseren door de
Rijksbouwmeesters van de diverse EU-lidstaten. Aandachtspunt is dat de mededeling
erg veel thema’s en aandachtspunten benoemt, waarbij verbinding aan concrete uitdagingen
soms ontbreekt. Het kabinet zal de Commissie vragen aandacht te houden voor de verbinding
met concrete uitdagingen en zal hier zelf in de verdere uitwerking ook op aansturen.
Het is positief dat de Commissie aandacht vraagt voor het belang van kunst, cultuur
en co-creatie in deze transities en de noodzaak benadrukt tot het vormen van een interdisciplinair
netwerk in Europa om tot creatieve en innovatieve oplossingen te komen. Binnen deze
interdisciplinaire netwerken dienen de verschillende ontwerpdisciplines evenwichtig
betrokken te worden. Tot de ontwerpdisciplines worden gerekend: interieurarchitectuur,
de stedenbouw de landschapsarchitectuur en de architectuur. Het delen van nationale
ervaringen en onderzoeksresultaten draagt bij aan de toegevoegde waarde van het netwerk.
Het kabinet ondersteunt daarom de oprichting van het NEB Lab om dit benodigde netwerk vorm te geven en zal via nationale programma’s – zoals het
Programma Aardgasvrije Wijken en het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp – de werkzaamheden
van het NEB Lab onder de aandacht brengen bij Nederlandse belanghebbenden.
Ook voor wat betreft de ondersteuning van het Nieuw Europees Bauhaus via Europese
financieringsinstrumenten is het kabinet positief. Dit is namelijk passend bij de
Nederlandse inzet via het missiegedreven innovatiebeleid in de ontwerp, bouw- en technieksector.
De Commissie gebruikt de eigen instrumenten die het tot de beschikking heeft en verbindt
dit aan de ambities uit de mededeling zodat er geen additionele regelgeving of instrumenten
ontwikkeld hoeven te worden, en synergie wordt bewerkstelligd. Het kabinet houdt aandacht
voor de concrete implementatie hiervan, bijvoorbeeld in de jaarlijkse werkplannen
voor Horizon Europe, Creative Europe en Erasmus+. Het is van belang dat de kaders
en comitologie van Horizon Europe leidend blijven voor het alloceren van onderzoeks-
en innovatiebudget. Het kabinet is eveneens positief over het doel van het Urban development
financial instrument en verwelkomt het nieuwe instrument. De exacte uitwerking van
dit initiatief is nog niet geheel duidelijk. Het is belangrijk dat een nieuw financieel
instrument niet overlapt met bestaande instrumenten, administratieve lasten beperkt
blijven en bij de uitvoering verbinding wordt gezocht met gemeenten. Het kabinet zal
daarom bij de Commissie navragen hoe het instrument verder zal worden vormgegeven.
De mededeling kan mogelijkheden bieden voor kennis, innovatie en de beroepsbevolking,
door aan te sluiten bij de mogelijkheden voor ontwikkeling van vaardigheden uit de
Europese Green Deal en het Nationaal Groeifonds voor Leven Lang Ontwikkelen.
Het kabinet verwelkomt de verbinding tussen het Nieuw Europees Bauhaus en het Creative
Europe programma 2021–2027. Dit heeft namelijk al als een van de doelen de ondersteuning
van architectuur en cultureel erfgoed met het oog op een kwalitatief hoogstaande gebouwde
omgeving. Acties op het gebied van mobiliteit, capaciteitsopbouw en internationalisering
van actoren in de velden van architectuur en cultureel erfgoed zijn hier onderdeel
van. Ook de bevordering van Baukultur en van publieksbetrokkenheid, waarmee hoge kwaliteitsbeginselen
verspreid kunnen worden, kunnen met dit programma in Europa worden ondersteund.
De Commissie roept in de mededeling lidstaten op om de inzet voor een Nieuw Europees
Bauhaus ook in nationaal beleid te implementeren. Het kabinet onderschrijft het belang
om een dergelijke ontwikkeling ook aan nationaal beleid te verbinden en zal de precieze
afweging maken op het moment dat er besluitvorming plaatsvindt over de specifieke
instrumenten of wanneer concrete projecten worden gestart door de Commissie. Het kabinet
is graag bereid te ondersteunen bij het delen van nationale ervaringen en onderzoeken.
De Commissie roept lidstaten op om te bezien of het Nieuw Europees Bauhaus een plek
zou kunnen krijgen in de partnerschapsovereenkomst en de relevante operationele programma’s
van (de fondsen onder) het cohesiebeleid. Om een afweging te kunnen maken of dit gewenst
is, is nauw overleg met de provincies en gemeenten uit de vier (EFRO-)landsdelen noodzakelijk.
Een contactpersoon voor het Nieuw Europees Bauhaus moet nog worden aangewezen. Het
kabinet wacht de extra informatie van de Commissie af en zal op basis daarvan dit
nationaal inrichten.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Recent heeft de Commissie de mededeling gepresenteerd aan de lidstaten. De eerste
reacties vanuit de lidstaten zijn positief. Het wordt gewaardeerd dat de Commissie
de uitvoering niet alleen benadert als een juridische en technische operatie, maar
dat er ook aandacht is voor de sociale en culturele aspecten, aangezien die even belangrijk
zijn om de digitale en energietransitie te doen slagen alsmede de beweging naar een
circulaire economie.
De positie van het Europees Parlement is nog niet bekend.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten opzichte van de bevoegdheid van de EU is positief. De mededeling
heeft betrekking op het terrein van energie, cultuur, sociaal terrein, landbouw, onderzoek
en ontwikkeling. Op het terrein van energie, sociaal beleid en landbouw heeft de EU
een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid (zie artikel 4, tweede lid, sub b, d, i,
VWEU). Op het terrein van onderzoek en ontwikkeling is sprake van een parallelle bevoegdheid
van de EU en de lidstaten. De uitoefening van EU-bevoegdheid belet de lidstaten niet
hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, derde lid, VWEU). Op het gebied van
cultuur heeft de EU de bevoegdheid het beleid van lidstaten te ondersteunen (artikel
6, sub c, VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit voor de mededeling is positief.
De mededeling heeft tot doel interdisciplinaire en grensoverschrijdende samenwerking
en ontwikkeling aan te jagen in de fysieke en gebouwde leefomgeving. Het grensoverschrijdende
karakter van de transities in de leefomgeving en de gebouwde omgeving (o.a. op het
vlak van energie, digitalisering, en circulaire economie) rechtvaardigt optreden en
ondersteuning op EU-niveau. Door op EU-niveau diverse disciplines bij elkaar te brengen
met als doel genoemde transities aan te jagen, kan het potentieel van deze transities
beter worden ontsloten. Naast acties op lokaal, regionaal, nationaal kunnen acties
op EU-niveau een bijdrage leveren om de ambities te realiseren. Het voorgenomen optreden
op EU-niveau is daarom gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De maatregelen en
instrumenten zoals aangekondigd in de mededeling zijn geschikt om lidstaten te ondersteunen
bij realisatie van het Nieuw Europees Bauhaus. Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderzoek-
en innovatie-instrumentarium, zoals Horizon Europe. De mededeling laat bovendien ruimte
voor de lidstaten om te bezien welke maatregelen op hun grondgebied noodzakelijk zijn.
Ook gebruikt de Commissie reeds bestaande, eigen instrumenten en verbindt men dit
aan de ambities uit de mededeling zodat er geen additionele regelgeving of instrumenten
ontwikkeld hoeven te worden. Het aangekondigde optreden laat daarom voldoende ruimte
aan de lidstaten en gaat niet verder dan noodzakelijk.
d) Financiële gevolgen
De mededeling heeft gevolgen voor de EU-begroting, omdat er binnen de bestaande EU-fondsen
projecten gefinancierd zullen worden om uitvoering te geven aan de doelen van het
Nieuw Europees Bauhaus. De Commissie geeft hierbij aan dat de financiële gevolgen
van het voorstel in verband met de EU-bijdrage zullen worden opgevangen binnen de
middelen van de betrokken programma’s en binnen de overeengekomen personele middelen.
Nederland is van mening dat eventueel benodigde middelen gevonden dienen te worden
binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en
dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
De mededeling brengt in beginsel geen financiële gevolgen met zich mee voor de nationale
begroting. Alleen wanneer er sprake is van deelname vanuit Nederland aan een van de
voorgestelde innovatiesubsidies of kennisprogramma’s kan er sprake zijn van nationale
cofinanciering. Dit zal per thema of project worden afgewogen.
Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting
van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Er zal hierbij ook gekeken worden naar de financiële gevolgen voor medeoverheden.
Om de medeoverheden te ondersteunen bij deelname aan Nieuw Europees Bauhaus-projecten
geeft de Commissie in haar mededeling aan dat financiële steun beschikbaar kan komen
via de Europese structuur- en investeringsfondsen, zoals het Cohesiefonds en het Europees
Fonds voor regionale ontwikkeling.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling sluit goed aan bij het staand nationaal beleid. Aangezien in de mededeling
niet is voorzien in nieuwe regelgeving noch in concrete nieuwe beleidsvoorstellen
zijn er geen gevolgen voor de regeldruk of administratieve lasten.
De meeste activiteiten van het Nieuw Europees Bauhaus vinden plaats in EU lidstaten,
maar er is ook interesse zichtbaar buiten de EU zoals in Noord- en Zuid-Amerika en
Azië. Om de mondiale dimensie van het project te onderstrepen heeft de Commissie nadrukkelijk
ook bijdragen van buiten de EU uitgenodigd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken