Brief regering : Evaluaties Nationaal Energiebespaarfonds en Subsidie energiebesparing eigen huis
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 820
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) doen steeds meer aan de verduurzaming
van hun woningen. In 2019 zijn bijna een miljoen energiebesparende maatregelen getroffen
in bestaande koopwoningen, dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017. Ik
begrijp van RVO dat de eerste cijfers over 2020 een verdere stijging laten zien. Zodra
de cijfers over 2020 definitief zijn, zal RVO deze publiceren. De rijksoverheid helpt
woningeigenaren en VvE’s onder meer met subsidie- en financieringsregelingen.
Met deze brief bied ik u de evaluaties aan van twee van die rijksregelingen: het Nationaal
Energiebespaarfonds (inmiddels verder doorontwikkeld naar het Nationaal Warmtefonds)
en de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH). Ik geef tevens een reactie op de
belangrijkste aanbevelingen uit de evaluaties en ik beschrijf de nieuwste ontwikkelingen
met betrekking tot deze financierings- en subsidiemogelijkheden. Daarnaast behandel
ik in deze brief een motie en een toezegging:
– Motie van het lid Grinwis c.s. inzake de evaluatie van het isolatiebeleid en de daarbij
ingezette subsidieregelingen (Kamerstuk 32 813, nr. 699)
– Toezegging inzake energiebesparing op Caribisch Nederland (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 36)
Woningeigenaren verduurzamen steeds meer, het Rijk helpt daarbij
De Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) laat zien dat in 2018 en 2019 het aantal jaarlijks genomen energiebesparende
maatregelen met name in koopwoningen flink is gestegen. Van bijna 600.000 maatregelen
in 2017 tot bijna 1 miljoen in 20191. Deze flinke stijgingen van de aantallen uitgevoerde maatregelen zijn goed nieuws.
En ze zijn ook hard nodig, want we moeten de komende decennia nog veel meer doen om
de CO2-reductiedoelstellingen in 2030 en 2050 te halen.
De rijksoverheid, gemeenten en andere organisaties helpen woningeigenaren en VvE’s
bij verduurzaming. Ze krijgen informatie over de mogelijkheden, kosten en besparingen
van het Rijk (onder andere via Milieu Centraal en het digitaal platform verbeterjehuis.nl),
gemeenten, bedrijven en organisaties als de Vereniging eigen huis en VvE-Belang. Vaak
wordt daarbij ook hulp geboden bij het vinden van een goede uitvoerende partij.
Voor de financiering van verduurzaming van koopwoningen is in 2014 het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)
van start gegaan.
Als stimulans voor verduurzamen is in 2016–2017 en in 2019–2020 daarnaast tijdelijk
een subsidie beschikbaar gesteld voor isolatie door woningeigenaren (de SEEH-regeling, die daarna
is opgegaan in de ISDE-regeling, de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing).
Voor VvE’s bestaat de SEEH-regeling doorlopend vanaf 2016.
Daarnaast wordt verduurzaming ook ondersteund met een verlaagd Btw-tarief op de arbeidskosten
voor isolatie, de salderingsregeling voor zonnepanelen en aanvullende subsidies van
gemeenten en provincies. Een overzicht is te vinden op www.energiesubsidiewijzer.nl.
In het onderstaande ga ik in op de evaluaties van het NEF en de SEEH.
Nationaal Energiebespaarfonds 2014–2019: 32.000 woningen verduurzaamd
De meeste woningverduurzamingen worden in Nederland gefinancierd met eigen geld (spaargeld)
of met de hypotheek. Het NEF is in 2014 vooral opgericht voor woningeigenaren die
deze financieringsmogelijkheden niet hebben, zoals VvE’s, of voor wie de (transactie)kosten
en voorwaarden bij een hypotheek niet aantrekkelijk genoeg zijn om te gaan verduurzamen.
Het NEF werkt met een combinatie van publiek en privaat geld. De private geldverstrekkers
die deelnemen aan het NEF zijn de Rabobank, de ASN-bank, de ING, de Council of Europe
Development Bank en de Europese Investeringsbank.
Het NEF is geëvalueerd door PWC2. Het NEF heeft in de periode van 2014 tot en met 2019 de verduurzaming van ruim 32.000
woningen gefinancierd en kende in die periode een sterke groei van het aantal verstrekte
financieringen3. Het NEF was hiermee doeltreffend. De opstartfase en enkele deelproducten (scholen,
laadpunten) waren (vooralsnog) minder doeltreffend volgens PWC.
De financiering via het NEF werd door woningeigenaren en VvE’s het meest gebruikt
voor HR++ glas, zonnepanelen, isolerende deuren, gevelisolatie en vloerisolatie. Het
grootste additionele effect heeft het NEF voor VvE’s, omdat banken voorheen niet of
nauwelijks financiering voor VvE’s aanboden. De ruim 32.000 verduurzaamde woningen
leveren volgens PWC een CO2-reductie op van 57 miljoen kilo. Van de in 2019 toegevoegde financieringsmogelijkheden
voor de verduurzaming van scholen en laadpalen was in de onderzochte periode nog zeer
beperkt gebruik gemaakt4.
Publiek-privaat fonds; publieke middelen zorgen voor hefboomwerking
PWC heeft ook de financiële kant van het NEF in beeld gebracht. PWC concludeert dat
het NEF in grote mate een revolverende werking heeft en dat de eerste inleg van 300
miljoen euro (banken en Rijk) naar verwachting in 2027 zal zijn afgelost. Revolverende
werking betekent dat het rijksgeld opnieuw kan worden ingezet. De kosten van het fonds
waren met name in de opstartfase hoog (wel kosten, nog geen inkomsten uit rente).
Het is volgens PWC aannemelijk dat later in de tijd de dan lagere kosten en hogere
inkomsten van het NEF zullen zorgen voor een positief saldo. In de eerste jaren (2014–2016)
heeft het NEF alleen de middelen van de overheid gebruikt. Zo werden de kosten voor
de eindgebruikers zo laag mogelijk gehouden. In 2017–2019 zijn steeds meer private
middelen ingezet. De publieke financiering bedraagt in 2019 20% van het totale fonds.
De publieke middelen zorgen zo voor een hefboomwerking. De bij de start van het NEF
als doel gestelde investeringsimpuls van totaal 600 miljoen euro wordt volgens PWC
in 2021 bereikt. In totaal is in de periode 2014–2019 128 miljoen euro aan rijksgeld
in het NEF opgenomen, dat grotendeels revolveert. Voor de ontwikkeling van het NEF
na de geëvalueerde periode, verwijs ik verder naar het Jaarverslag van het Nationaal
Warmtefonds 20205.
SEEH 2016–2020: 65.000 woningen verduurzaamd
De Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) biedt een stimulans en ondersteuning
voor het verduurzamen van de eigen woning. Voor individuele woningeigenaren was de
SEEH beschikbaar van september 2016 tot en met april 2017 en van september 2019 tot
en met december 2020. Sinds januari 2021 kunnen woningeigenaren voor isolatiesubsidie
terecht bij de ISDE, de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing.
VvE’s kunnen bij de SEEH terecht voor subsidie voor isolatiemaatregelen en voor advies-
en proceskosten. TNO heeft de SEEH geëvalueerd voor de periode 2016 tot en met 20206.
De evaluatie van TNO laat zien dat tot en met 2020 65.000 eigenaar-bewoners ruim 165
miljoen euro via de SEEH hebben ontvangen en dat zij daarmee ruim 150.000 isolatiemaatregelen
hebben genomen. Daarnaast hebben tot en met 2020 363 VvE’s ruim 15,5 miljoen euro
via de SEEH ontvangen en daarmee hebben zij in hun gebouwen 861 maatregelen genomen.
In de onderzochte periode hebben daarnaast bijna 400 VvE’s subsidie ontvangen voor
energieadvies, procesbegeleiding of een duurzaam meerjarenonderhoudsplan voor een
bedrag van bijna 900.000 euro. Met deze maatregelen heeft de SEEH in de periode 2016–2020
volgens TNO een besparing opgeleverd van 45 miljoen m3 aardgas en een CO2-reductie van 81 kton per jaar. TNO heeft ook een aanname over het percentage «freeriders»,
waardoor het volgens TNO gaat om een additionele besparing van 29 miljoen m3 aardgas en een CO2-reductie van 52 kton per jaar.
Zowel bij de individuele woningeigenaren als bij de VvE’s was sprake van een zeer
grote piek in het aantal aanvragen eind 2020. Om een verwacht negatief effect van
de coronacrisis tegen te gaan, golden in de tweede helft van 2020 tijdelijk verhoogde
subsidiebedragen van gemiddeld 30% van de investeringskosten. Daarnaast waren halverwege
2020 een aantal voorwaarden voor VvE’s aantrekkelijker gemaakt, zoals het verstrekken
van subsidie voor de huurwoningen (en niet alleen de koopwoningen) in een gemengde
VvE.
Met een koppeling aan CBS-data is door TNO ook in beeld gebracht welke woningeigenaren
gebruik maakten van de SEEH. De analyse laat zien dat alle inkomensgroepen in koopwoningen
gebruik maken van de regeling. Woningeigenaren met een laag inkomen maken relatief
minder gebruik van de subsidie dan woningeigenaren met een gemiddeld of hoger inkomen.
Het gemiddelde subsidiebedrag was juist weer iets hoger bij de laagste inkomens en bij de hoogste inkomens. Financieel
bezit, zoals de beschikbaarheid van spaargeld, maakt weinig verschil voor het gebruik
van de subsidie. De SEEH is vooral toegepast voor oudere woningen met slechtere energielabels
(C en slechter). Hier is de regeling ook voor bedoeld, omdat in deze woningen de meeste
besparing valt te boeken.
Uitbreiding SEEH voor VvE’s – subsidie voor oplaadpuntenadvies
In samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heb ik recent
de SEEH-regeling gewijzigd waarmee het voor VvE’s met een eigen parkeergelegenheid
mogelijk is gemaakt om subsidie aan te vragen voor een advies over het aanleggen van
één of meer private oplaadpunten, het zogenoemde oplaadpuntenadvies. Aanleiding voor
het toevoegen van deze nieuwe subsidiecategorie aan de SEEH is dat het binnen VvE’s
moeilijk is gebleken om tot een afgewogen en positief besluit te komen over de aanleg
van één of meer oplaadpunten op de eigen parkeergelegenheid en het vaak voorkomt dat
de leden van een VvE met een elektrische auto deze niet thuis kunnen opladen.
De internetconsultatie sloot op 2 september. De aanpassing is op 6 oktober gepubliceerd
in de Staatscourant, en deze wordt in januari 2022 van kracht.
Motie Grinwis – evaluatie subsidieregelingen
De motie7 van het lid Grinwis uit mei 2021 verzoekt het in de afgelopen jaren gevoerde isolatiebeleid
en de daarbij ingezette subsidieregelingen te evalueren, daaruit lessen te trekken
met het oog op een effectieve vormgeving van het eerder door de Kamer gevraagde nationaal
isolatieprogramma8, zodat Nederland sneller, slimmer en socialer gaat isoleren. De belangrijkste regeling
voor het stimuleren van isolatie in de gebouwde omgeving is de afgelopen jaren de
SEEH geweest. De getrokken lessen worden in deze brief uitgebreid behandeld en meegenomen
bij de vormgeving van het nationaal isolatie programma.
De motie benoemt specifiek de toegang van lage inkomens tot de regelingen. Ook daar
is naar gekeken in de evaluatie van de SEEH. TNO heeft data van de SEEH-regeling gekoppeld
aan data van het CBS over o.a. inkomen. Uit die data blijkt dat lagere inkomens gebruik
hebben gemaakt van de SEEH, maar wel relatief minder dan hogere inkomens. Het is daarbij
belangrijk om op te merken dat uit onderzoek9 blijkt dat lage inkomens minder interesse hebben in woningisolatie. Ik heb aandacht
voor deze lage interesse en wil bij het ontwikkelen van nieuw beleid mij ook richten
op het actief aanwakkeren van de interesse bij deze groep. Daarentegen blijkt ook
uit de TNO-evaluatie dat de lage inkomens die wél gebruik hebben gemaakt van de SEEH,
relatief meer maatregelen hebben genomen en hogere subsidiebedragen hebben ontvangen
t.o.v. andere inkomensgroepen.
CE Delft voert momenteel de beleidsdoorlichting van artikel 4.1 op de begroting van
BZK uit. Deze doorlichting is een analyse van de doeltreffendheid en doelmatigheid
van het beleid op de begroting in samenhang, inclusief een reconstructie van de totstandkoming
van het beleid (overwegingen, uitgangspunten, bijsturen). In deze evaluatie zal in
worden gegaan op het gevoerde energiebesparingsbeleid en de daarbij ingezette subsidieregelingen.
Ik verwacht u deze beleidsdoorlichting eind 2021 te kunnen toesturen.
De leerpunten uit de evaluatie van de SEEH en uit de beleidsdoorlichting zullen worden
meegenomen bij het nationaal isolatie programma waar momenteel aan wordt gewerkt.
Toezegging – energiebesparing in Caribisch Nederland:
In de Kamerbrief Duurzaam bouwen en wonen in de overzeese Koninkrijksdelen d.d. 21 december
2018 (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 36) heb ik toegezegd dat ik de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, in samenwerking
met lokale organisaties, de kansen omtrent praktische verduurzamingsmaatregelen in
woningen voor Caribisch Nederland in beeld laat brengen.
Er is in Caribisch Nederland nog veel winst te behalen met het vergroten van draagvlak,
kennis en ervaring omtrent energiebesparing in de woning onder de bevolking. Omdat
het gemiddelde elektriciteitsverbruik per huishouden in Caribisch Nederland hoger
ligt dan in Europees Nederland, kunnen energiebesparingen de lokale huishoudens helpen
om de energierekening te verlagen. Er is echter weinig data beschikbaar over het energieverbruik
en kansen voor energiebesparing in Caribisch Nederland. Ik heb daarom Milieu Centraal
de opdracht gegeven om, in samenwerking met lokale organisaties, de kansen omtrent
praktische verduurzamingsmaatregelen in woningen voor Caribisch Nederland in beeld
te brengen. Vanwege Corona en de nasleep hiervan heeft de samenwerking tussen BZK,
Milieu Centraal en de contactpersonen vanuit de openbare lichamen en energiebedrijven
op Saba, Sint Eustatius en Bonaire vertraging opgelopen.
Het onderzoek van Milieu Centraal is inmiddels wel gereed en geeft inzicht in de situatie
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, maar is vanwege de beperkte respons op de digitale
vragenlijsten niet representatief. Tegelijkertijd geven de resultaten wel richting
en zijn deze besproken met lokale partijen om de resultaten te kunnen duiden. Daarnaast
zijn de resultaten aangevuld met de kennis en expertise van Milieu Centraal op het
gebied van energiebesparingen in de gebouwde omgeving. Op deze manier zijn de resultaten
vertaald naar bruikbare tips die op een zo laagdrempelig mogelijke manier activeren
tot het nemen van energiebesparende maatregelen. Uit het onderzoek kwamen drie besparingsmogelijkheden
naar voren die voor ieder eiland relevant bleken en slechts een lage of geen financiële
investering vereisen: zuinig aircogebruik, besparen met ledverlichting en het besparen
van water en energie tijdens het douchen.
Deze besparingsmogelijkheden zijn, waar mogelijk ook met besparingen in dollars, in
overleg met de lokale partijen uitgelicht in social content en flyers. De flyers bevatten
daarnaast ook tips over zuinig wassen en drogen en over het zuinig gebruik van een
tweede koelkast of vriezer. De eilanden hebben de middelen inmiddels ontvangen en
zullen deze op korte termijn zelf verspreiden via hun eigen kanalen. Alle content
is vertaald in de verschillende talen die op de eilanden worden gesproken.
Naast de social content en flyers wordt er als pilot een ledlampactie opgezet op Saba.
Bij inlevering van een gloei- of halogeenlamp ontvangt ieder huishouden op Saba een
gratis 4-pack ledlampen. Indien de pilot een succes blijkt te zijn, zal verkend worden
in hoeverre hier ook animo voor is op de andere eilanden: Bonaire en Sint Eustatius.
Conclusie
Woningeigenaren en VvE’s doen steeds meer aan verduurzaming en gebruiken daarvoor
subsidies, spaargeld en financiering (NEF en hypotheken). De evaluaties van het NEF
en de SEEH laten zien dat er door woningeigenaren en VvE’s tussen 2016 en 2020 bijna
100.000 keer gebruik is gemaakt van een SEEH-subsidie respectievelijk een Energiebespaarlening
van het NEF. Daarnaast is ook de ISDE-regeling voor warmte-opties al jaren een succesvolle
regeling waar veel gebruik van wordt gemaakt. Bij zowel het NEF als de SEEH zijn toenemende
aantallen door de jaren heen zichtbaar. Dit is het resultaat van een brede inzet van
verschillende partijen zoals gemeenten, Rijk, maatschappelijke organisaties (zoals
Vereniging eigen huis), de isolatiesector en woningeigenaren.
De regelingen worden gebruikt door eigenaren van koopwoningen en VvE’s. Uit de evaluaties
blijkt dat mensen in alle inkomensgroepen van deze regelingen gebruik maken. Wel is
het zo dat hoge inkomens relatief er meer gebruik van hebben gemaakt. Dit beeld komt
ook overeen met recent onderzoek10 dat laat zien dat interesse in woningverduurzaming groter is bij hogere inkomens.
De evaluaties laten zien dat regelingen goed werken, maar dat er ook aantal aandachtspunten
zijn en er nog ruimte is voor verbetering. Deze staan toegelicht in de bijlage11.
Een aantal van deze verbeterpunten is al opgepakt:
▪ Sinds september 2020 staat de SEEH ook open voor huurwoningen in gemengde VvE’s.
▪ Sinds 1 januari 2021 kunnen woningeigenaren voor subsidie voor woningverduurzaming
terecht bij de ISDE. Dit is een regeling die tot 2030 beschikbaar is, wat zorgt voor
continuïteit. Ook biedt dit voor woningeigenaren extra mogelijkheden, omdat het bijvoorbeeld
mogelijk is om een isolatiemaatregel met een warmte-optie te combineren om aan de
twee maatregeleneis in de ISDE te voldoen.
▪ In maart 2021 is het budget voor de SEEH voor VvE’s aangevuld. Daarnaast is er langjarig
(t/m 2030) budget beschikbaar voor advies en proceskosten voor VvE’s. Zo wordt gezorgd
voor continuïteit.
▪ Het Nationaal Warmtefonds (opvolger van het NEF) heeft sinds 1 juli 2021 een nieuw
product gericht op mensen zonder leenruimte. Vijftig gemeenten en zestig woningcorporaties
hebben hiervoor concrete wijken en verduurzamingsprojecten aangemeld.
▪ Het Nationaal Warmtefonds werkt ook een financieringsmogelijkheid voor kleine VvE’s
uit.
Ik vind het belangrijk om de overige aanbevelingen uit evaluaties goed mee te nemen
bij de vormgeving van nieuwe instrumenten als het nationaal isolatie programma.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.