Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het debat Wet versterken positie mbo-studenten op 3 oktober 2019, over uitschrijvingen met terugwerkende kracht
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 500
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel «versterken positie mbo-studenten» (Kamerstuk
35 252)1 heb ik uw Kamer, en specifiek het lid Bisschop (SGP), toegezegd na te gaan welke
(wettelijke) maatregelen er nodig en mogelijk zijn om te voorkomen dat studenten de
dupe worden van uitschrijvingen met terugwerkende kracht. Via deze brief kom ik deze
toezegging na.
Proces van in- en uitschrijvingen
Allereerst licht ik kort toe hoe het in- en uitschrijfproces er in het mbo en hoger
onderwijs uitziet.
Mbo
Het mbo kent een doorlopende inschrijving: als een student zich voor het eerste jaar
van z’n studie inschrijft, blijft hij automatisch ingeschreven tot het einde van de
studie. Bij afstuderen (of in situaties waarin de student stopt met de opleiding)
schrijft de mbo-instelling de student uit. De mbo-instelling heeft na de «diplomadatum»,
de datum waarop de examencommissie vaststelt dat de student is geslaagd, wettelijk
gezien zeven dagen de tijd om dit door te geven aan het Register Onderwijsdeelnemers,
dat DUO beheert.
Omdat in het mbo de instelling de uitschrijving verzorgt (en niet de student zelf),
is het extra belangrijk dat mbo-studenten weten wat hun diplomadatum is. Kort na de
diplomadatum vervalt immers het recht op studiefinanciering (als hij niet verder gaat
studeren in het hoger onderwijs), waarvan het studentenreisproduct ook onderdeel is.
Daarom heb ik, samen met de MBO Raad, de afgelopen jaren mbo-instellingen opgeroepen
om afstuderende studenten zo goed mogelijk te informeren over deze diplomadatum en
het feit dat ze daarna geen recht meer hebben op studiefinanciering en dat ze dus
hun studiefinanciering moeten beëindigen en hun studentenreisproduct moeten stopzetten.
Hoger onderwijs
Het bekostigd hoger onderwijs kent geen doorlopende inschrijving: daar moeten studenten
zich elk jaar zelf opnieuw inschrijven bij de instelling. In het bekostigd hoger onderwijs
moet de student bij uitschrijving vóór 31 augustus zelf via Studielink aan de hogeschool
of universiteit het verzoek tot uitschrijving doen. De instelling geeft dit vervolgens
door aan DUO. Daardoor hebben studenten in het hoger onderwijs zelf in de hand wanneer
de instelling hen uitschrijft en wanneer als gevolg daarvan hun recht op studiefinanciering
en het studentenreisproduct eindigt. De student is, net als in het mbo, zelf aan zet
om het studentenreisproduct ook daadwerkelijk stop te zetten bij een ophaalautomaat.
Nadat de student aan de eisen voor diplomering heeft voldaan, heeft de hoger onderwijsinstelling
op basis van de Regeling register onderwijsdeelnemers momenteel acht weken de tijd
om diploma’s en uitschrijvingen door te geven aan het Register Onderwijsdeelnemers,
dat DUO beheert.
Risico’s voor terugvordering van studiefinanciering en ov-boetes
Het moment van uitschrijving kan risico’s met zich meebrengen voor het ontstaan van
terugvorderingen van studiefinanciering en/of ov-boetes. Studiefinanciering wordt
teruggevorderd op het moment dat een student onterecht studiefinanciering heeft ontvangen.
Een ov-boete wordt opgelegd als een student met het studentenreisproduct heeft gereisd
nadat hij daar geen recht meer op had.
Als DUO weet wanneer iemands recht op studiefinanciering afloopt, informeert DUO de
student hier actief over en wijst DUO de student expliciet op het belang van het tijdig
beëindigen van de studiefinanciering en stopzetten van het studentenreisproduct. Op
die manier kunnen immers terugvorderingen en ov-boetes worden voorkomen. DUO kan echter
pas daadwerkelijk vaststellen dat een student is uitgeschreven, wanneer een onderwijsinstelling
de uitschrijving via het Register Onderwijsdeelnemers aan DUO heeft doorgegeven.
Wanneer DUO bij ontvangst van de uitschrijfgegevens constateert dat een student al
een tijd is uitgeschreven en in de tussentijd onterecht studiefinanciering of een
studentenreisproduct heeft ontvangen, dan is het de wettelijke taak van DUO om met
terugwerkende kracht de studiefinanciering te beëindigen. Daardoor worden studenten
geconfronteerd met terugvorderingen en ov-boetes. Kortweg kan dit in twee situaties
voorkomen:
1. de onderwijsinstelling schrijft de student met terugwerkende kracht uit (als een inschrijving
in strijd met de wet tot stand is gekomen; of als een student daar zelf om verzoekt).
2. de onderwijsinstelling geeft de uitschrijving traag door, waardoor DUO pas laat constateert
dat onterecht studiefinanciering is verstrekt. Zoals hierboven is toegelicht hebben
mbo-instellingen hier zeven dagen de tijd voor en hoger onderwijsinstellingen acht
weken.
In het (audit)onderzoek rondom de effectiviteit van de ov-boetemaatregelen dat ik
juni vorig jaar aan uw Kamer heb gestuurd,2 kwam naar voren dat een deel van de ov-boetes die in 2019 zijn opgelegd, werd veroorzaakt
doordat onderwijsinstellingen relatief laat in- en uitschrijfgegevens van studenten
doorgeven aan DUO. Daarom heb ik in mijn beleidsreactie op dit onderzoek aangegeven
dat ik de mbo- en hoger onderwijsinstellingen op ging roepen DUO zo snel als mogelijk
te voorzien van accurate in- en uitschrijfgegevens.
Geen verbod op uitschrijven met terugwerkende kracht
Het zou niet zo mogen zijn dat studenten vanwege trage administratie door onderwijsinstellingen
met terugvorderingen of ov-boetes te maken krijgen. Ik tref daarom ook maatregelen
om dit tegen te gaan. Tijdens de eerdergenoemde Kamerbehandeling op 3 maart 2020 stelde
het lid Bisschop (SGP) de vraag of een verbod op uitschrijven met terugwerkende kracht
een passende maatregel zou zijn. Na deze vraag te hebben onderzocht, kom ik tot de
conclusie dat een dergelijk verbod een te rigoureuze maatregel is, waar veel nadelen
aan kleven. Uitschrijven met terugwerkende kracht is namelijk de enige manier om op
te kunnen treden tegen inschrijvingen die in strijd met de wet tot stand zijn gekomen.
Van dit soort inschrijvingen is bijvoorbeeld sprake als na inschrijving blijkt dat
een student foutieve informatie heeft verstrekt of dat een student niet aan de toelatingseisen
voldoet. In die gevallen is het goed dat de student met terugwerkende kracht kan worden
uitgeschreven. Gebeurt dat niet, dan ontvangt de onderwijsinstelling in strijd met
de wet bekostiging, en kan de student in strijd met de wet studiefinanciering en eventueel
een studentenreisproduct ontvangen.
Andere maatregelen om te voorkomen dat studenten de dupe worden
Om terugvorderingen van studiefinanciering en ov-boetes bij studenten zoveel mogelijk
te voorkomen, heb ik besloten enkele andere maatregelen te treffen.
1. Mbo- en hogeronderwijsinstellingen blijven oproepen DUO zo snel mogelijk te voorzien
van accurate in- en uitschrijfgegevens van studenten
Zoals ik hierboven beschreef, heb ik naar aanleiding van het eerste (audit)onderzoek
naar de effectiviteit van de ov-boetemaatregelen, mbo- en hoger onderwijsinstellingen
opgeroepen DUO zo snel als mogelijk te voorzien van accurate in- en uitschrijfgegevens.
Deze oproep is het afgelopen jaar gedaan via de MBO Raad, de VH en de VSNU. Gezien
het belang van dit onderwerp, zal ik deze oproep periodiek blijven doen.
2. Verkorten termijn van acht weken in het hoger onderwijs, indien uitvoeringstechnisch
mogelijk
Daarnaast vindt op dit moment een impactanalyse plaats om vast te stellen of, en zo
ja, wanneer de bovengenoemde huidige aanlevertermijn van acht weken in het hoger onderwijs,
kan worden verkort. Deze aanlevertermijn hangt onder andere samen met nakijktermijnen
van tentamens en met de besluitvorming van de examencommissies over de graadverlening.
Ik wil voorkomen dat een wijziging van de aanlevertermijn tot ongewenste effecten
in de uitvoering leidt en zal uw Kamer in januari informeren over de mogelijkheid
om de aanlevertermijn te verkorten.
3. DUO maatwerk laten toepassen, zodat zij opgelegde ov-boetes als gevolg van trage
administratie kan kwijtschelden
Via een aanpassing van de ICT-systemen van DUO direct en automatisch voorkomen dat
er ov-boetes worden opgelegd als deze het gevolg zijn van een vertraagde administratie
bij de onderwijsinstelling, zou aanpassing van het Register Onderwijsdeelnemers en
van interne aanlever- en uitvoeringsprocessen van DUO vergen. De inschatting daarbij
is dat het om forse aanpassingen zou gaan. Mede gezien de zeer omvangrijke opgaven
waar DUO het komende jaar voor staat, heb ik gekozen voor een alternatief dat uitvoeringstechnisch
minder impact heeft, en tegelijkertijd goed aansluit op de lessen die getrokken zijn
uit de het traject Werk aan Uitvoering. Het alternatief houdt in dat als een student
zich bij DUO meldt, DUO de ov-boete kwijtscheldt als DUO (met bewijs van de student)
vaststelt dat de ov-boete inderdaad het gevolg is van trage administratie van de onderwijsinstelling.
Het streven is dat DUO deze werkwijze in 2022 implementeert. Als gevolg van het feit
dat het werkpakket van DUO voor 2022 nog niet is samengesteld en geprioriteerd (en
nog niet duidelijk is wat de impact van een nieuw Regeerakkoord op dit werkpakket
zal zijn), kan ik op dit moment niet aangeven wanneer in 2022 dit het geval zal zijn.
4. DUO contact op laten nemen met instellingen die vaak studenten met terugwerkende
kracht uitschrijven of uitschrijvingen traag doorgeven
Een andere maatregel is dat DUO vanaf 2022 contact zal opnemen met de onderwijsinstellingen
waarvan DUO na analyse vaststelt dat zij relatief vaak studenten met terugwerkende
kracht uitschrijven of niet binnen de bovengenoemde geldende aanlevertermijn. DUO
zal de betreffende onderwijsinstellingen dan wijzen op dit gegeven en de negatieve
gevolgen die dit voor studenten kan hebben. Ook voor deze maatregel geldt dat ik op
dit moment niet kan aangeven wanneer in 2022 dit het geval zal zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap