Brief regering : Wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met de verlenging van de werkingsduur
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 271
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 14 oktober 2021.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 24 november 2021.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 25 november 2021 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van
de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2021
Hierbij bied ik u aan de concept regeling, houdende wijziging van de Subsidieregeling
publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling) in verband met de verlenging van
de werkingsduur en diverse aanpassingen1.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over de wijziging voordat ik deze zal ondertekenen en ter publicatie
aan de Staatscourant zend.
Op grond van de aangehaalde bepaling onderteken ik de concept regeling niet eerder
dan 30 dagen nadat deze aan uw Kamer is voorgelegd.
Een conceptversie van de beoogde regeling is als bijlage toegevoegd (bijlage 1). Er
wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de beoogde regeling met ingang van 1 januari
2022.
Aanleiding
De Subsidieregeling kent een vervaldatum van 1 januari 2022. De concept-regeling ziet
op de verlenging van de werkingsduur van de Subsidieregeling. Bij de actualisering
van de concept-regeling is zoveel mogelijk rekening gehouden met de staatssteunregels.
In 2018 en 2020 is de Subsidieregeling op onderdelen geëvalueerd.
Evaluatie bevolkingsonderzoeken en griepvaccinaties
Uit de recente evaluatie van onderzoeksbureau Ecorys blijkt dat de Subsidieregeling
de screeningsorganisaties en de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG)
in staat stelt om hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren. Er zijn voor de screeningsorganisaties
voldoende middelen beschikbaar om de bevolkingsonderzoeken naar behoren uit te voeren.
De Subsidieregeling wordt positief beoordeeld door zowel de aanvragers (de screeningsorganisaties
en de SNPG) als de uitvoerder (DUS-I) van de regeling.
Hierna wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van de Subsidieregeling.
Bevolkingsonderzoeken
De bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker dragen
bij aan gezondheidswinst, omdat door het vroeg signaleren van deze vormen van kanker
zij beter behandelbaar zijn. Het aantal sterfgevallen door deze vormen van kanker
wordt hierdoor lager en ook de ziektelast daalt.
Vaccinaties
De Gezondheidsraad ziet de griepvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie als essentiële
zorg. Dat wil zeggen dat de groepen voor wie de bescherming het meest van belang is,
ook daadwerkelijk beschermd zouden moeten worden. Om te voorkomen dat er gezondheidswinst
blijft liggen, moet volgens de Gezondheidsraad de vaccinatie dan ook voor alle 60-plussers
gelijk toegankelijk en rechtvaardig verdeeld zijn.
Om deze reden is het onwenselijk de vaccinatie via de vrije markt aan te bieden en
is overheidsinterventie gerechtvaardigd. De vaccinatie moet beschikbaar gesteld worden
en er is gekozen voor beschikbaar stellen via huisartsen. De huisartsen moeten hiervoor
vergoed worden.
Hoewel het hier essentiële zorg betreft, ligt vergoeding via de Zvw niet voor de hand,
omdat het hier collectieve preventie betreft. De Zvw is primair bedoeld voor zorg
en wordt daarnaast alleen ingezet voor geïndiceerde preventie.
Aanvullende seksuele gezondheidszorg
Via de paragraaf voor Aanvullende Seksuele Gezondheid (ASG) worden GGD-en ondersteund
op het terrein van soa-bestrijding en bevordering van de seksuele gezondheid. Zij
richten zich op het testen en behandelen van soa’s en bieden seksualiteitshulpverlening
aan hoog risicogroepen. Zowel in 2013 als in 2018 hebben er evaluaties plaatsgevonden
van de ASG-paragraaf. Uit de evaluaties is gebleken dat de ASG vanuit het perspectief
van de publieke gezondheid een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van de reguliere
gezondheidszorg; de ASG subsidie is succesvol gebleken bij het opsporen van soa’s
in hoog risicogroepen. Er is dan ook geen aanleiding om de ASG-paragraaf op dit moment
aan te passen, behalve ten aanzien van de omzetting in een specifieke uitkering. Een
bijdrage van de Minister aan een GGD is namelijk geen subsidie, maar een specifieke
uitkering in de zin van artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet. Dit betreft
slechts een technische wijziging.
Voor 2022 wordt voortzetting van de ASG zeer wenselijk geacht. Dit betreft een publieke
taak op het gebied van infectieziektenbestrijding waarbij de overheid een rol voor
zichzelf ziet weggelegd bij de bevordering van seksuele gezondheid. Als de overheid
geen directe actie onderneemt, zal er sprake zijn van meer seksueel overdraagbare
aandoeningen met hogere zorgkosten tot gevolg.
De financiering van de ASG is staatssteun. Deze staatssteun kan geoorloofd worden
gemaakt door een DAEB te vestigen bij de coördinerende GGD’en die uitvoering geven
aan de ASG. De coördinerende GGD’en zullen vervolgens uitvoeringsovereenkomsten moeten
sluiten met de reguliere GGD’en die zij inzetten om de ASG taken uit te voeren, zodat
ook zij belast worden met het uitvoeren van de DAEB. Ik ben van mening dat daarmee
de administratieve lasten voor de GGD’en niet proportioneel zijn. Er is daarom voor
gekozen om de ASG te verlengen zonder een DAEB te vestigen, waardoor sprake is van
staatssteun. Hierbij speelt ook mee dat de verlenging maar voor één jaar is. Voor
2023 en verder wordt er gewerkt aan een juridische verankering van de regeling in
de Wet publieke gezondheid waarbij er ook zorg voor wordt gedragen dat de financiering
van de ASG vanaf dat moment geen staatssteun meer betreft.
HPV vaccinaties 18–26 jarigen
Voor het jaar 2022 zal ook eenmalig de HPV-vaccinatie voor 18–26 jarigen worden opgenomen
in de Subsidieregeling. Deze nieuwe paragraaf is nog niet opgenomen in de wijzigingsregeling
die voor ligt, omdat hier op dit moment nog aan wordt gewerkt. Een aantal randvoorwaarden
voor uitvoering, waaronder het tarief en de opkomst, dienen nader te worden verkend.
De voorhangprocedure is voor deze nieuwe paragraaf ook niet aangewezen, omdat de subsidie
voor de aanvullende HPV-vaccinatiecampagne alleen betrekking heeft op het jaar 2022.
Bovendien betreft het hier een nieuwe activiteit.
De nieuwe, tijdelijke opneming in de Subsidieregeling van de HPV-vaccinatie in de
leeftijdscategorie van 18 tot en met 26 jaar maakt uitvoering door de GGD’en in de
al bestaande COVID-19 prikstraten mogelijk. Voor de doelgroep wordt de vaccinatie
op deze manier toegankelijk gemaakt: gratis en goed bereikbare locaties overal in
Nederland. Daarnaast zorgt uitvoering in de COVID-19 prikstraten door de GGD’en voor
een efficiëntieslag: zo hoeft de bijbehorende logistiek (inhuur locatie, personeel
e.d.) niet meer te worden opgezet. Er zal subsidie worden verstrekt aan GGD GHOR NL
voor vaccinaties tegen HPV die in 2022 door GGD’en worden toegediend aan personen
van 18 tot en met 26 jaar die niet eerder zijn uitgenodigd of niet eerder zijn ingegaan
op de uitnodiging om zich te laten vaccineren tegen HPV. Voor 2023 en verder wordt
er gewerkt aan een juridische verankering van de aanvullende HPV-vaccinatiecampagne
in de Wet publieke gezondheid.
Verlenging Subsidieregeling
Op basis van deze evaluatie ben ik voornemens de subsidiëring voort te zetten. Met
de concept regeling wordt de werkingsduur van de Subsidieregeling verlengd met de
maximaal toegestane periode van vijf jaar, conform artikel 4.10, tweede lid, van de
Comptabiliteitswet 2016. Dit betekent dat de Subsidieregeling per 1 januari 2027 komt
te vervallen. Voor de onderdelen ASG en HPV-vaccinaties 18–26 jaar zal de verlenging
slechts 1 jaar bedragen, namelijk tot 1 januari 2023.
Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd over de beoogde verlenging van de Subsidieregeling.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport