Brief regering : Stand van zaken over het onderzoek Waarschuwings- en Alarmeringssysteem

Nr. 208 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2021

In oktober 2014 heeft de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie het Veiligheidsberaad
geïnformeerd over het voornemen om het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS,
ook wel «de sirenes») uit te faseren. Sindsdien hebben mijn voorgangers en ik hier
verschillende malen met uw Kamer over gesproken. Namens het kabinet heb ik mij recent
uitgesproken voor de instandhouding van het WAS op risicolocaties waarbij het lokaal
bestuur verantwoordelijk zal zijn voor het aanwijzen van deze locaties en voor het
beheer van de sirenes op die locaties. Een definitief besluit over de toekomst van
het WAS is nog niet genomen.

In september 2020 heb ik het WODC verzocht onderzoek te doen naar de toegevoegde waarde
van het WAS binnen het geheel van crisiscommunicatiemiddelen. Directe aanleiding voor
dit onderzoek was het feit dat over een aantal jaar een besluit moet worden genomen
over de toekomst van het WAS, omdat het huidige systeem in een end of life-fase zal komen. Zie voor een nadere toelichting mijn brief van 12 november 2019.1

Het WODC heeft voor de uitvoering van het onderzoek het onderzoeksbureau Cebeon geselecteerd,
dat deze vraag heeft benaderd vanuit het denkkader van een maatschappelijke kosten-batenanalyse
(MKBA). Bij deze brief heb ik het onderzoeksrapport gevoegd2. De conclusie is dat het WAS een beperkte toegevoegde waarde kent.

Dit onderzoeksrapport is slechts één van de bouwstenen voor de uiteindelijke besluitvorming
over de toekomst van het WAS. Zoals aangegeven in mijn brief van 30 april 20213 zal een volgend kabinet een besluit moeten nemen over de toekomst van het WAS. Dit
besluit zal te zijner tijd eerst aan uw Kamer worden voorgelegd, conform de motie
van het lid Wolbert4. De bevindingen uit dit onderzoek zullen op dat moment worden betrokken bij de besluitvorming.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus