Brief regering : Inzicht in verschillende soorten stembiljetten die in andere landen worden gebruikt
35 455 Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten)
Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2021
Met het wetsvoorstel Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (Kamerstuk 35 455) dat op woensdagavond 6 oktober jl. in uw Kamer werd behandeld (Handelingen II 2021/21,
nr. 8, debat over wijziging van de Kieswet in verband met experimenten met nieuwe
stembiljetten), is beoogd een wettelijke grondslag te creëren om te kunnen experimenteren
met nieuwe stembiljetten in het stemlokaal. Het gaat dan om stembiljetten met een
kleiner en daardoor handzamer formaat,
• die voor kiezers beter te hanteren en beter te lezen zijn;
• waarmee kiezers die blind of slechtziend zijn met een hulpmiddel als een mal zelfstandig
in het stemlokaal kunnen stemmen;
• waarmee kiezers, ook laaggeletterden, door de mogelijkheid van het afbeelden van logo’s
bij het maken van hun keuze in het stemlokaal worden geholpen waardoor zij makkelijker
zelfstandig kunnen stemmen;
• die eenvoudiger en meer gestructureerd zijn te tellen, wat bevorderlijk is voor de
kwaliteit van de telling en daarmee voor de betrouwbaarheid van de uitslag. Ook zijn
de kleinere stembiljetten randvoorwaardelijk om op termijn de stap naar elektronisch
tellen te kunnen zetten.
• Tijdens de behandeling in uw Kamer kwam aan de orde dat uw Kamer graag voorafgaand
aan de stemming over het wetsvoorstel inzicht krijgt in de verschillende soorten stembiljetten
die in andere landen worden gebruikt. Zoals tijdens het debat toegezegd, ga ik hier
graag op in. Voor de context geef ik daarbij een korte schets van de voorgeschiedenis
van voorliggend wetsvoorstel, waaraan ook door enkele leden van uw Kamer in het debat
reeds werd gerefereerd.
Tijdens het algemeen overleg met uw Kamer op 1 februari 20121werd door uw Kamer en mijn ambtsvoorganger het belang onderschreven van het verbeteren
van het stembiljet en het verbeteren van het telproces.
In het kader van het onderzoekstraject naar een dergelijk nieuw ontwerp van het stembiljet
en naar de mogelijkheden om zo’n stembiljet elektronisch te tellen is destijds in
opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geïnventariseerd
welke stembiljetten andere landen gebruiken. U treft dat rapport bijgaand aan, evenals
de twee bij het rapport behorende bijlagen A («Gebruikte bronnen en contactpersonen»)
en B (scans van de fysieke stembiljetten van de verschillende landen).2, 3
Op basis van dat rapport is nagegaan welke nieuwe stembiljetten voor Nederland zouden
kunnen worden ontwikkeld, rekening houdend met het Nederlandse kiesstelsel waarin
het aantal partijen dat aan de verkiezingen kan deelnemen onbeperkt is, het aantal
kandidaten per partij maximaal 80 bedraagt en de kiezer een keuze op een kandidaat
moet kunnen maken. Dit betekent dat de mogelijkheden om een stembiljet met een kleiner
formaat te realiseren, dat tevens voldoet aan de met uw Kamer overeengekomen doelstellingen,
beperkt zijn.
Bij brief van 28 augustus 2012 is uw Kamer geïnformeerd over de ontwerpen voor de
mogelijke nieuwe stembiljetten en over de uitkomsten van de stemtesten en teltesten
die met die verschillende ontwerpen zijn gehouden.4 Omdat de uitkomsten van de testen positief waren, vonden nadere en uitgebreidere
testen plaats, in zowel maart/april, september als in november/december 2012, in 2015
en in 2018. Inmiddels hebben duizenden personen een teststem uitgebracht. De testrapporten
zijn met uw Kamer gedeeld.5
Op 9 mei 20196 heb ik uw Kamer voorstellen gedaan voor twee nieuwe stembiljetten en daarbij heb
ik aangegeven het voornemen te hebben om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel in te
dienen om experimenten mogelijk te maken met deze nieuwe stembiljetten. Het in mei
2020 bij uw Kamer ingediende wetsvoorstel 35 455 strekt daartoe.
Met deze brief wijs ik er graag nogmaals op dat mogelijke instemming van uw Kamer
met dit wetsvoorstel niet betekent dat onomkeerbare stappen worden gezet naar de invoering
van een nieuw stembiljet. De reikwijdte van het wetsvoorstel is het mogelijk te maken
om te experimenteren met nieuwe stembiljetten in het stemlokaal. Het wetsvoorstel
bevat de bepaling7 dat elk experiment wordt geëvalueerd. De experimenten moeten uitwijzen of en zo ja,
welke verbeteringen mogelijk zijn. Daar kan dan bij een volgend experiment ervaring
mee worden opgedaan. Als een experiment succesvol wordt geëvalueerd wil ik positief
bezien of in meer gemeenten kan worden geëxperimenteerd. Over de evaluatie en de vervolgens
te nemen stappen richting een volgend moment van experimenteren zal uw Kamer iedere
keer tijdig schriftelijk worden geïnformeerd.
Tijdens het debat heeft uw Kamer aandacht gevraagd voor het korte tijdstraject om
een experiment te laten plaatsvinden bij de gemeenteraadsverkiezing in maart 2022.
Dat zou een onevenredige druk leggen op het traject van wet- en regelgeving en een
(te) krappe tijdspanne opleveren voor de gemeenteraden om zich te beraden over instemming
op deelname aan een experiment8.
Omdat ook ik het van groot belang acht dat voor deze aspecten en afwegingen voldoende
tijd kan worden genomen en een eerste experiment zorgvuldig kan worden voorbereid,
heb ik uw Kamer tijdens het debat op 6 oktober jl. toegezegd om een eerste experiment
niet te houden bij de gemeenteraadsverkiezing in maart 2022. Bij instemming van uw
Kamer met het wetsvoorstel zal ik nagaan of het mogelijk is om bij de gemeenteraadsverkiezing
in verband met gemeentelijke herindeling in november 2022 een eerste experiment te
houden. Over de uitkomst daarvan zal ik uw Kamer informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties