Brief regering : Advocaat Ridhouan T. aangehouden
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 332
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2021
Zojuist heeft het Openbaar Ministerie (OM) bekend gemaakt dat in opdracht van het
                  Landelijk Parket van het OM vrijdag 8 oktober 2021 een advocaat is aangehouden op
                  verdenking van deelneming aan een criminele organisatie. Blijkens het persbericht
                  heeft de advocaat, in die hoedanigheid, langere tijd vrije toegang gehad tot zijn
                  neef Ridouan T., hoofdverdachte in het Marengo-proces. Hij is aangehouden tijdens
                  een bezoek aan T. in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught.
               
Over de verdenking kan ik hangende het strafrechtelijk onderzoek uiteraard geen nadere
                  informatie geven. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat het bij velen verbazing zal
                  wekken dat een familielid van een gedetineerde, die in het strengste detentieregime
                  dat wij in Nederland kennen is geplaatst, min of meer ongestoord toegang tot een gedetineerde
                  heeft. Op grond van de penitentiaire beginselenwet heeft een advocaat recht op toegang
                  tot zijn cliënt in een penitentiaire inrichting. Het aantal advocaten waarvoor dit
                  geldt is niet gelimiteerd. DJI kan de toegang niet weigeren op grond van familiebanden
                  van de advocaat met een gedetineerde. Advocaten behoren tot de zogenaamde geprivilegieerde
                  personen hetgeen onder andere betekent dat de advocaat zich tijdens het bezoek in
                  beginsel vrijelijk met de gedetineerde kan onderhouden. Eventuele toezichthoudende
                  maatregelen van DJI mogen er niet toe leiden dat vertrouwelijke mededelingen in het
                  onderhoud tussen de gedetineerde en diens advocaat bij derden bekend kunnen worden.
               
Als DJI het vermoeden heeft dat een advocaat misbruik maakt van zijn privileges dan
                  maakt DJI hiervan melding bij de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten. De deken
                  onderzoekt een dergelijke melding. Ten aanzien van de vandaag aangehouden advocaat
                  is door DJI eind 2020 een dergelijke melding gedaan. Hangende het onderzoek door de
                  deken is door DJI aan deze advocaat de toegang tot de penitentiaire inrichting geweigerd.
                  In maart 2021 heeft de deken aan DJI bericht dat uit zijn onderzoek niet van misbruik
                  is gebleken. Daarmee verviel voor DJI de grond om de toegang te weigeren. Door DJI
                  is, zoals gebruikelijk bij mogelijke strafbare feiten in detentie of het vermoeden
                  daarvan via het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP), actief informatie
                  gedeeld met politie en OM. OM, Politie en DJI hebben nauw contact onderhouden en samengewerkt
                  in deze kwestie.
               
Het kabinet investeert fors in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Op 4 oktober
                  2021 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid u mede namens mij geïnformeerd over
                  de aanwending van een extra investering van 434 miljoen euro structureel1. Deze wordt onder andere ingezet om DJI beter toe te rusten op de vraagstukken die
                  de aanpak van ondermijnende criminaliteit met zich mee brengt.
               
De aanhouding laat zien dat de partners in de strafrecht- en executieketen in de strijd
                     tegen de zware georganiseerde criminaliteit alert zijn op signalen van voortgezet
                     crimineel handelen in detentie en daar tegen optreden, ook als daar advocaten bij
                     zijn betrokken. Tegelijkertijd maken wij ons ernstige zorgen over het verschijnsel
                     dat de zware georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van de waarborgen die onze
                     rechtstaat biedt. Mede daarom bezien wij of (de toepassing van) wet- en regelgeving
                     aanpassing behoeft om (voortzetting van) zware georganiseerde criminaliteit nog beter
                     tegen te kunnen gaan. Zo is onder andere deze casus voor mij aanleiding om te onderzoeken
                     of de bevoegdheden van de instanties om, preventief dan wel repressief, op te treden
                     tegen (voortgezet) crimineel handelen door of via geprivilegieerde personen, nog voldoen
                     in het licht van de praktijken waarvan de zware georganiseerde criminele organisaties
                     zich bedienen.
                  
Daarbij geldt dat inbreuk op het grondbeginsel van vertrouwelijke communicatie tussen
                     advocaat en cliënt terecht zware waarborgen kent. Nu zijn er al bevoegdheden, zoals
                     het tappen van gesprekken bij concrete aanwijzingen van strafbaar handelen van de
                     advocaat. Dat zijn zware maatregelen, waarbij dan ook zware waarborgen gelden. Samen
                     met de Minister van Justitie en Veiligheid spreek ik hierover met het OM en de Nederlandse
                     Orde van Advocaten.
                  
Voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
                  zal ik u hier nader over informeren.
               
De Minister voor Rechtsbescherming,
                  S. Dekker
Indieners
- 
              
                  Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming