Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 24 september 2021 inzake liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten vierde kwartaal 2021
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 407 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2021
Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de landen) is eind
2020 een akkoord bereikt omtrent de landspakketten, waarin hervormingen zijn overeengekomen
met als doel de financiële, economische, institutionele en maatschappelijke weerbaarheid
van de landen dusdanig te versterken, dat de landen beter in staat zullen zijn om
in de toekomst externe schokken zelfstandig op te vangen. Als voorwaarde voor het
ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun dienen Aruba, Curaçao en Sint Maarten
hervormingen door te voeren. Hierover vindt per kwartaal in de Rijksministerraad (RMR)
besluitvorming plaats. Het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) adviseert
de RMR over de liquiditeitsbehoefte.
Besluitvorming over de liquiditeitssteun voor het vierde kwartaal van 2021 en over
de mate van afwijking van de begrotingsnormen voor geheel 2021 stond geagendeerd voor
de RMR van 24 september jl. Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze besluitvorming.
Voortgang uitvoering landspakketten Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Sinds begin 2021 is met de landen gewerkt aan de invulling van de landspakketten.
In de uitvoeringsagenda’s zijn per kwartaal concrete afspraken uitgewerkt die in het
kader van de landspakketten zijn gemaakt tussen de respectievelijke landen en Nederland.
Deze afspraken geven aan welke resultaten wanneer beoogd worden en zijn leidend bij
de activiteiten die ontplooid worden.
De voortgang is wisselend. Aruba volgt de uitvoeringsagenda en ook over het derde
kwartaal van 2021 haalt Aruba nagenoeg alle deadlines. Echter, de gebrekkige voortgang
van de structurele hervormingen in de gezondheidszorg, mede veroorzaakt door de stilstand
op de Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV)-taakstelling, is zorgwekkend. De uitvoering
van het landspakket Curaçao heeft het derde kwartaal wederom vertraging opgelopen.
De vierde uitvoeringsagenda is bovendien nog niet vastgesteld. Sint Maarten heeft
een groot deel van de deadlines gehaald, maar niet alle afspraken zijn binnen de beoogde
termijn nagekomen. De beschikbare capaciteit op Sint Maarten voor de uitvoering van
de maatregelen blijft een aanhoudend punt van zorg.
Gedetailleerde informatie over de voortgang op landsniveau en per maatregel wordt
gegeven in de uitvoeringsrapportage over het derde kwartaal, die als bijlage bij deze
brief is toegevoegd1. De uitvoeringsagenda voor het vierde kwartaal 2021 voor Sint Maarten is eveneens
als bijlage bij deze brief toegevoegd2. De uitvoeringsagenda’s voor Aruba en Curaçao zijn nog niet vastgesteld en worden
later aan uw Kamer toegezonden.
Aruba
Als voorwaarde voor de zevende tranche liquiditeitssteun diende Aruba het CAft middels
een financieel onderbouwd plan van aanpak te informeren over de jaarlijkse besparingen
bij de AZV van AWG 60 miljoen. De RMR heeft geconstateerd dat Aruba nog niet aan deze
voorwaarde heeft voldaan. Daarnaast was Aruba ten tijde van de RMR nog met het CAft
in gesprek over de geraamde liquiditeitsbehoefte voor het vierde kwartaal. De RMR
heeft daarom besloten om besluitvorming over de liquiditeitssteun voor Aruba voor
het vierde kwartaal van 2021 aan te houden én als gevolg daarvan ook de besluitvorming
over de mate van afwijking van de norm voor het financieringssaldo voor geheel 2021
aan te houden tot de RMR van 29 oktober 2021. Hierover wordt uw Kamer spoedig daarna
geïnformeerd.
Om in de RMR van oktober tot besluitvorming over de zevende tranche liquiditeitssteun
te kunnen overgaan, dient Aruba tijdig het CAft met een degelijk financieel onderbouwd
plan van aanpak te informeren over de wijze waarop in 2021 en verder invulling wordt
gegeven aan de jaarlijkse besparingen bij het AZV van AWG 60 miljoen.
Curaçao
De RMR heeft niet tijdig kunnen beoordelen of in voldoende mate is voldaan aan alle
door de RMR gestelde voorwaarden. De uitvoeringsagenda voor het vierde kwartaal is
nog niet opgesteld en het (concept) plan van aanpak voor de implementatie van het
maatregelenpakket met betrekking tot het schommelfonds bij de Sociale Verzekeringsbank
is nog niet aangeleverd. De door de Raad van Ministers vastgestelde plannen van aanpak
met betrekking tot de hervormingen van het fiscaal stelsel en de belastingdienst en
het minimaliseren van de verliezen bij het Curaçao Medical Center zijn wel aangeleverd,
maar konden door late aanlevering in het korte tijdsbestek voor de RMR niet meer door
de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) beoordeeld worden. Daarnaast heeft Curaçao aangegeven
met het Cft in overleg te willen treden over de geadviseerde liquiditeitsbehoefte
voor het vierde kwartaal.
De RMR heeft daarom besloten om besluitvorming over de liquiditeitssteun voor Curaçao
voor het vierde kwartaal van 2021 én als gevolg daarvan besluitvorming over de mate
van afwijking van de centrale begrotingsnorm voor geheel 2021 aan te houden. Besluitvorming
over deze tranche kan in een volgende RMR plaatsvinden, mits tijdig aan alle voornoemde
voorwaarden is voldaan en de uitvoeringsagenda voor het vierde kwartaal gezamenlijk
is vastgesteld.
Sint Maarten
De RMR heeft besloten dat Sint Maarten in voldoende mate heeft voldaan aan de door
de RMR gestelde voorwaarden en gaat daarom over tot het toekennen van ANG 22 miljoen
liquiditeitssteun voor het vierde kwartaal van 2021. Bijgaand ontvangt uw Kamer het
Toetsingskader bij deze te verstrekken liquiditeitssteunlening3.
De RMR heeft reeds op 18 december 2020 besloten voor het begrotingsjaar 2021 in principe
in te stemmen met een afwijking van de norm zoals vervat in artikel 15, eerste lid,
onder a, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (hierna: Rft)
voor Sint Maarten. Het Cft constateert in zijn advies aan de RMR van 7 september jl.
dat de begroting 2021 nog steeds met onzekerheid is omgeven, vanwege de impact van
de coronacrisis en de mate van het economisch herstel dit jaar. Het Cft adviseert
vervolgens om de maximaal toegestane mate van afwijking van de centrale begrotingsnorm
voor 2021 gelijk te stellen aan de in 2021 toegekende liquiditeitssteun, het aanwezige
saldo liquide middelen op 1 januari 2021 en de eventueel binnenlands of buitenlands
aangetrokken liquiditeiten minus het deel van de liquiditeitssteun dat besteed is
aan kapitaaluitgaven.
Op basis van dit advies heeft de RMR besloten de maximale mate van afwijking van de
begrotingsnorm voor het gehele jaar 2021 vooralsnog vast te stellen op ANG 174 miljoen
voor Sint Maarten. Om in aanmerking te komen voor de achtste tranche liquiditeitssteun,
zal Sint Maarten de controle op de loonsubsidieregeling moeten afronden en hierover
rapporteren aan het Cft.
Maximering topinkomens
Al in de RMR van 15 mei 2020 werd als voorwaarde aan de liquiditeitssteun gesteld
dat de inkomens van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector per 1 juli 2020
dienen te worden gemaximeerd op 130% van het nieuwe genormeerde salaris van de Minister-President
van het land (inclusief een gelijke maximering van de secundaire arbeidsvoorwaarden)
en met een gelijke doorwerking naar de tarieven voor consultants. Een vergelijkend
onderzoek heeft onlangs aangetoond dat er inhoudelijk aanzienlijke verschillen zijn
tussen de (ontwerp)regelingen van de landen en dat de regelingen op belangrijke onderdelen
onvoldoende effectief zijn.
De RMR heeft daarom besloten dat zowel Aruba, Curaçao als Sint Maarten de concept-wetteksten
met betrekking tot de maximering van de inkomens van topfunctionarissen in de (semi-)
publieke sector vóór 1 november 2021 inhoudelijk in lijn moeten brengen met de eerdere
RMR-besluiten. Bovendien heeft de RMR een aantal punten geformuleerd die in de regelingen
opgenomen dienen te worden, om zo de effectiviteit van de regelingen te vergroten.
Deze punten zien onder andere op de grondslag voor de berekening van het maximuminkomen,
de werkingssfeer en handhaving.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties