Brief regering : Reactie op verzoek commissie over afschrift brief Visiegroep m.b.t. nieuwe leerweg vmbo

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2021

Hierbij stuur ik u mijn reactie op het verzoek van de commissie van 20 april 2021
met betrekking tot de brief van de Visiegroep Buurtalen aan de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.

Mede naar aanleiding van bovengenoemde brief is op 10 mei op ambtelijk niveau overleg
gevoerd met het Sectiebestuur Frans en Duits van de Vereniging van Leraren in Levende
Talen (VLLT). In dit overleg werd antwoord gegeven op enkele verdiepende vragen over
het vervolgtraject van de vakvernieuwingen Frans en Duits en de ontwikkeling van de
nieuwe leerweg in het vmbo. Ook is gesproken over de notitie van de «ontwerpruimte»
die door Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) is gemaakt ten behoeve van het bijstellen
van kerndoelen en examenprogramma’s. Het sectiebestuur Frans en Duits heeft in dit
overleg zorgen uitgesproken over de ontwerpruimte voor de buurtalen en heeft ook enkele
voorstellen gedaan ter versterking van de buurtalen in het vmbo.

Niet alle voorstellen van het sectiebestuur Frans en Duits zijn wenselijk of mogelijk
binnen de kaders van ons stelsel. Zo past een verplichting van het aantal uren onderwijstijd
Frans of Duits per leerjaar (bijvoorbeeld het daadwerkelijk gevolgde aantal uren Frans
in het tweede leerjaar) niet bij de vrijheden die scholen hebben om zelf het onderwijs
in te richten. Een aantal andere voorstellen van VLLT wordt wel uitgevoerd of nader
verkend. Zo zal in de bijstelling van de kerndoelen gezorgd worden voor aparte kerndoelen
voor de andere moderne vreemde talen, naast Engels. Ook wordt samen met de VLLT verkend
of er meer zichtbaarheid kan worden gegeven aan het behaalde Europees Referentiekader
niveau van leerlingen. Beide voorstellen zijn overigens pas mogelijk wanneer de bijstelling
van de kerndoelen daadwerkelijk van start gaat.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob