Brief regering : Beleidsreactie Inspectierapport Opsporing Koninklijke Marechaussee; thema Mensensmokkel
28 638 Mensenhandel
30 176
Functioneren Koninklijke Marechaussee
Nr. 202
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2021
Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: de
Inspectie) «Grenstoezicht en opsporing» aan1: een onderzoek naar de opsporingsactiviteiten en aanpak van mensensmokkel van de
Koninklijke Marechaussee (KMar) die plaatsvinden in het grenscontroleproces. In deze
brief zal ik ingaan op de uitkomsten van het onderzoek en geef ik een reactie op de
aanbevelingen van de Inspectie.
De aanpak van mensensmokkel en grensoverschrijdende (migratie)criminaliteit zijn al
enige jaren belangrijke speerpunten van dit kabinet. Voor een effectieve aanpak is
een integrale aanpak en samenwerking tussen de verschillende organisaties, onder andere
de KMar, Openbaar Ministerie (OM) en politie, van belang.
In dit onderzoek heeft de Inspectie zich gericht op het grenstoezicht en de opsporing
zoals uitgevoerd door de KMar. Om deze processen inzichtelijk te maken is gekozen
om de aanpak van mensensmokkel als centraal thema te nemen. Deze keuze zorgt voor
een passende afbakening van een onderzoek naar veelomvattende onderwerpen zoals grenstoezicht
en opsporing. De Inspectie heeft zich in dit onderzoek niet gericht op andere relevante
(keten)partners in de integrale aanpak en opsporing van grensoverschrijdende (migratie)criminaliteit.
Bevindingen van de Inspectie
De Inspectie concludeert dat de internationale aspecten van mensensmokkel en de snel
wisselende samenstellingen van de criminele netwerken die zich daarmee bezighouden
zorgen voor grote uitdagingen voor de KMar. De KMar dient daarom goed toegerust en
ingericht te zijn om haar taak succesvol uit te voeren. Uit het onderzoek blijkt dat
hier nog verdere stappen in gezet moeten worden.
De Inspectie concludeert dat de KMar geen meetbare doelstellingen heeft op het gebied
van mensensmokkel. Er zijn enkel abstracte doelstellingen beschikbaar: het tegengaan
van mensensmokkel en illegale migratie en het aanpakken van de daarbij betrokken criminele
samenwerkingsverbanden. Volgens de Inspectie beschikken niet alle medewerkers van
de KMar die te werk zijn gesteld in het proces grenstoezicht bijvoorbeeld over de
benodigde expertise om mensensmokkel effectief aan te pakken. De samenwerking binnen
de KMar-organisatie en samenwerking met externe partners, onder andere met het multidisciplinaire
team mensensmokkel (MDT), behoeft verdere verbetering. Volgens de Inspectie benut
de KMar onvoldoende de kennis en informatie van externe (keten)partners. Hierdoor
is er geen sterke samenhang tussen het totaal van werkzaamheden gericht op de aanpak
van mensensmokkel. Tegelijkertijd concludeert de inspectie dat alle medewerkers van
de KMar de aanpak van mensensmokkel als een serieuze zaak zien en zich hier vol voor
inzetten binnen de mogelijkheden die zij daarvoor hebben. Verder concludeert de Inspectie
dat door een hoge instroom van nieuw personeel, beperkte opleidingsmogelijkheden en
het mobiliteitsbeleid van het Ministerie van Defensie het niveau van kennis en ervaring
op het gebied van opsporing binnen de KMar niet toereikend is voor de ambities die
zij heeft voor de aanpak van mensensmokkel.
Tot slot concludeert de Inspectie dat de aanpak van mensensmokkel in de praktijk hoofdzakelijk
incidentgericht is. Projectmatige onderzoeken komen volgens de Inspectie traag tot
stand. Hierdoor blijven de criminele samenwerkingsverbanden onderbelicht hetgeen een
structurele aanpak kan belemmeren.
Hoewel de bevindingen in grote lijnen herkenbaar zijn, zijn helaas niet alle bevindingen
van de Inspectie op volledige informatie gebaseerd en ontbreekt er op sommige onderdelen
een feitelijke (cijfermatige) onderbouwing. Het rapport beoogt zich primair op de
processen grenstoezicht en opsporing te richten, echter in sommige gestelde conclusies
wordt deze focus verbreed tot andere onderdelen binnen de KMar-organisatie. Dit maakt
dat niet alle bevindingen van het rapport volledig worden herkend. De Inspectie heeft
op basis van aanvullende (cijfermatige) informatie van de KMar een addendum opgesteld
op het rapport. Het betreft onder andere informatie heeft over het aantal derdelijnsonderzoeken
naar mensensmokkel en de aanvullende zienswijze van de KMar op het rapport2.
Reactie op de aanbevelingen
Op basis van de bevindingen beveelt de Inspectie de KMar het volgende aan:
• Stel concrete en meetbare strategische doelstellingen op voor de aanpak van mensensmokkel
die richtinggevend zijn voor alle werkzaamheden op het gebied van mensensmokkel binnen
de Koninklijke Marechaussee;
• Maak op basis van deze strategische doelstellingen de opbrengsten en/ of effecten
van de opsporing van mensensmokkel inzichtelijk;
• Zorg voor een bredere en doeltreffende projectmatige aanpak van mensensmokkel conform
concrete strategische doelstellingen;
• Stimuleer de samenhang tussen de handhaving, opsporing en intelligence binnen de Koninklijke
Marechaussee zodat de werkzaamheden op het gebied van mensensmokkel elkaar verder
aanvullen en versterken;
• Borg de kennis en ervaring binnen de Koninklijke Marechaussee zodat deze toereikend
zijn voor de ambities die de organisatie heeft voor de aanpak van mensensmokkel en
deze aansluiten bij de operationele behoeften en vereisten;
• Zorg voor heldere voortgangsrapportages van derdelijns opsporingsonderzoeken op basis
waarvan de stuurploeg kan (bij)sturen;
• Zorg voor een opleidingsprogramma op het terrein van de opsporing dat aansluit bij
de beoogde ontwikkelingen in de opsporing. Heb daarbij specifiek aandacht voor de
(projectmatige) aanpak van mensensmokkel;
• Stimuleer de samenwerking met netwerkpartners op het gebied van mensensmokkel zodat
informatie en samenwerkingsmogelijkheden zo veel mogelijk worden benut. Geef hierbij
specifiek aandacht aan de samenwerking met het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum
van de politie (LIRC) en Europol;
• Richt de processen en werkzaamheden van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel
en het Multidisciplinair Team Mensensmokkel zodanig in dat de potentie van deze samenwerkingsverbanden
zo veel mogelijk wordt benut.
Ten aanzien van de aanbevelingen aan de KMar hecht ik eraan te benadrukken dat voor
de KMar en het Ministerie van Justitie en Veiligheid goed functionerende werkprocessen
en expertise van belang zijn voor een effectieve aanpak van mensensmokkel. Dit onderzoek
en de aanbevelingen benadrukken voor de KMar de noodzaak van de door de KMar reeds
ingeslagen weg ten aanzien van de doorontwikkeling tot een toekomstbestendige KMar
en bevestigen dat hier nog verdere ontwikkelkansen in zitten. De KMar zal in de komende
periode bezien op welke onderdelen de werkprocessen nog verder verbeterd kunnen worden
en waarbij zij de aanbevelingen van de Inspectie zal meenemen in de verdere doorontwikkeling.
De KMar zal dit samen oppakken met het gezag en de relevante ketenpartners omdat voor
een adequate opvolging van enkele conclusies en aanbevelingen die door de Inspectie
middels dit rapport aan de KMar worden toegewezen er een onlosmakelijke verbondenheid
is met en afhankelijkheid is van diverse partners in de keten.
Daarnaast beveelt de Inspectie aan dat ik in gesprek ga met de Minister van Defensie
over het mobiliteitsbeleid van Defensie en de mogelijkheden bezie voor een passend
personeelsbeleid voor de KMar, zodat dit aansluit bij de operationele behoeften en
vereisten. Zoals de Inspectie ook heeft aangegeven is het personeelsbeleid een verantwoordelijkheid
van het Ministerie van Defensie, als beheerder van de KMar. Het mobiliteitsvraagstuk
van de KMar is onderwerp van gesprek tussen de ministeries van Defensie en Justitie
en Veiligheid. In dit verband is gekeken of er voor bepaalde functieprofielen een
langere periode dan de gemiddelde drie jaar kan worden gehanteerd. Ook door de KMar
wordt op diverse wijzen reeds op een aantal aanbevelingen uit het rapport ingespeeld
als onderdeel van haar doorontwikkeling. Zo kan recherchepersoneel tegenwoordig voor
zeven jaar op functie zitten om zo kennis en ervaring beter te behouden, en is de
afgelopen periode geïnvesteerd op de samenwerking met Europol en het LIRC
Ook beveelt de Inspectie aan om een concreet beleidskader op te stellen voor de aanpak
van mensensmokkel op basis waarvan de KMar concrete en meetbare doelstellingen kan
formuleren. Deze aanbeveling neem ik over. Wel zal het beleidskader vanuit een integrale
ketenbenadering opgesteld worden en niet alleen gericht zijn op de KMar.
Tot slot
Ik ben de Inspectie erkentelijk voor haar onderzoek en aanbevelingen ten aanzien van
het onderzoek Grenstoezicht en opsporing. De aanpak van mensenmokkel, als vorm van
grensoverschrijdende (migratie)criminaliteit, is en blijft een prioriteit van dit
kabinet. Ik zal uw Kamer medio 2022 nader informeren over het beleidskader voor de
aanpak van mensensmokkel.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid