Brief regering : Toepassing artikel 1 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid voor algemene maatregel van bestuur voor het verlengen van de geldigheidsduur van rijbewijzen met code 95
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 958
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2021
Verordening (EU) 2021/2671 (verder: verordening) regelt dat onder meer rijbewijzen en codes 95 (bewijs van vakbekwaamheid
voor beroepschauffeurs op het rijbewijs) die verliepen in de periode van 1 september
2020 tot 1 juli 2021 (de referentieperiode) met tien maanden werden verlengd. Deze
verlenging was in Nederland met name nodig om te voorkomen dat rijbewijzen met code
95 van beroepschauffeurs verlopen, waardoor ze geen vervoer over de weg meer zouden
mogen verrichten en als het rijbewijs ook verlopen is, niet meer zouden mogen rijden.
Dit zou grote gevolgen hebben voor chauffeurs. Ze zouden daarmee hun beroep niet kunnen
uitoefenen, met alle gevolgen van dien voor de chauffeurs en de Nederlandse logistieke
sector.
De voornoemde referentieperiode is voor Nederland echter niet lang genoeg. Vanwege
de COVID-19 pandemie was het voor beroepschauffeurs niet altijd mogelijk het rijbewijs
met code 95 op tijd te verlengen. De benodigde nascholing van 35 uur per vijf jaar
kon niet altijd tijdig worden afgerond. Nederland is daarom gebaat bij een verlenging
van de referentieperiode tot 1 november 2021. Zo zouden ook beroepschauffeurs met
een rijbewijs met code 95 dat verloopt in de periode van 1 juli tot 1 november nog
tien maanden mogen blijven doorrijden met het verlopen rijbewijs. De verordening biedt
de mogelijkheid voor lidstaten om op verzoek en met instemming van de Europese Commissie
de referentieperiode te verlengen als dat nodig is wegens de omstandigheden in de
lidstaat. De aanvullende verlenging ten opzichte van de verordening dient door middel
van een algemene maatregel van bestuur in de Nederlandse regelgeving te worden vastgelegd.
Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt u tevens te informeren over een aanvullende
coulance voor de geldigheid van theoriecertificaten en resultaten van deelexamens.
Met deze brief wordt uw Kamer in kennis gesteld van het feit dat die algemene maatregel
van bestuur in voorbereiding is. Die zal met toepassing van artikel 1 van de Tijdelijke
wet COVID-19 Justitie en Veiligheid niet worden voorgehangen bij uw Kamer. Aan de
algemene maatregel van bestuur zal terugwerkende kracht worden verleend tot en met
1 juli 2021, aangezien vanaf die datum de desbetreffende verlengingen gelden. In deze
brief licht ik toe wat de noodzaak is om de algemene maatregel van bestuur op te stellen
en zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.
Achtergrond
Bij Kamerbrief van 24 februari jl.2 is uw Kamer geïnformeerd over de verordening. Europese rijbewijzen en codes 95 die
verliepen tussen 1 september 2020 en 1 juli 2021 werden op basis daarvan geacht te
zijn verlengd met tien maanden. De houder kan daardoor gedurende die periode ook binnen
de Europese Unie blijven rijden.
Zoals aangekondigd in de voornoemde Kamerbrief overwoog het kabinet gebruik te maken
van de in de verordening geboden mogelijkheid om de daarin genoemde termijnen met
maximaal zes maanden te verlengen, als dat als gevolg van maatregelen ter bestrijding
van COVID-19 nodig is. De Europese Commissie dient toestemming te geven voor een dergelijke
verlenging. De Nederlandse regering heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt en
verzocht om een aanvullende verlenging van de referentieperiode met vier maanden voor
rijbewijzen waarop een code 95 staat die verloopt of reeds is verlopen. Dat betekent
dat ook rijbewijzen met een code 95 die verlopen tussen 1 juli 2021 en 1 november
2021 met tien maanden worden verlengd. De Europese Commissie heeft met dit verzoek
ingestemd op 30 juni jl.
Het bleek gezien de korte termijnen toen niet meer haalbaar de algemene matregel van
bestuur voor het zomerreces in procedure te brengen. Het ontwerpbesluit wordt nu zo
spoedig mogelijk aan de Koning aangeboden om voor spoedadvies bij de Afdeling advisering
van de Raad van State aanhangig te maken.
Inhoud van het ontwerpbesluit
De belangrijkste elementen van dit ontwerpbesluit zijn de volgende:
• De geldigheidsduur van het rijbewijs waarop een code 95 staat met een einddatum op
of na 1 juli 2021, maar voor 1 november 2021, wordt verlengd met tien maanden voor
de categorieën AM, A1, A2, A, B, BE, C1, C1E, C, CE, D1, D1E, D of DE (voor zover
die in de genoemde periode verlopen) en voor de code 95, mits het rijbewijs zijn geldigheid
heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn.
• De verlengingen op grond van de verordening en het ontwerpbesluit gelden ook voor
de nationale rijbewijscategorie T.
• De verlenging op grond van het ontwerpbesluit geldt ook voor houders van rijbewijzen,
afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een lidstaat van de Europese Unie, een
andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte of Zwitserland.
• De geldigheidsduur van theoriecertificaten en resultaten van deelpraktijkexamens worden
verlengd overeenkomstig de Kamerbrief van 21 januari jl.3 en de eerdergenoemde Kamerbrief van 24 februari jl.
Onderbouwing
Voor Nederland is de verwachting dat de verlengingen die rechtstreeks geregeld zijn
door de verordening (verlenging van tien maanden als het rijbewijs of de code 95 vervalt
in de periode van 1 september 2020 tot 1 juli 2021) onvoldoende is. Dat komt met name
doordat de referentieperiode te kort is.
Eén van de maatregelen die de Nederlandse regering tussen 15 december 2020 en 16 maart
2021 heeft genomen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 is het sluiten van
publieke plaatsen voor het geven van fysieke trainingen en cursussen. Deze maatregel
is relevant voor het nakomen van de nascholingsverplichtingen voor beroepschauffeurs
met een code 95 op het rijbewijs. Bij het grootste deel van deze groep (184.542 beroepschauffeurs)
verloopt de code 95 in 2021. De piek ligt in september, met name op 10 september,
als de code 95 voor 144.058 chauffeurs verloopt. Rond 1 juni 2021 hadden circa 32.000
chauffeurs aan de nascholingsplicht voldaan. Circa 150.000 chauffeurs moeten dus nog
één of meer cursussen volgen. De ervaring leert dat de meeste chauffeurs in het laatste
jaar gemiddeld nog twee nascholingscursussen moeten volgen. Dat betekent dat het aantal
nog te volgen cursussen circa 300.000 bedraagt. Daar komen nog bij de cursusdagen
die deze chauffeurs in 2020 niet gevolgd hebben in verband met beperkende maatregelen
en de cursusdagen die buschauffeurs nog (moeten) volgen. Van de Nederlandse buschauffeurs
verliep bij de meesten de code 95 in september 2020. Zij hebben door de verordening
en de aansluiting op de daaraan voorafgaande verordening4 uitstel gekregen. In totaal telt dit al snel op tot circa 350.000 cursussen die chauffeurs
nog moeten volgen.
De opleidingsbranche heeft aangegeven dat het aannemelijk is dat daar op korte termijn
onvoldoende opleidingscapaciteit voor is. Hierbij speelt mee dat de veiligeafstandsnorm
van anderhalve meter de opleiders dwong en nog steeds dwingt om de cursussen aan kleinere
groepen te geven, met weinig mogelijkheden voor opschaling. Dit geldt zeker voor de
verplichte praktijktraining die in kleine groepen gegeven wordt. Elke houder van een
code 95 moet voor het verlengen van de code 95 ten minste elke vijf jaar zeven uur
praktijktraining volgen.
Vanwege het voorgaande is de Europese Commissie gevraagd om een verlenging van de
referentieperiode met vier maanden. Die termijn is besproken met het CBR en de branche.
Die verlenging lijkt redelijk en voldoende om het voor alle beroepschauffeurs mogelijk
te maken de nascholing voor het einde van de verlenging van hun rijbewijs en code
95 af te ronden. Bij de keuze van die termijn is ook rekening gehouden met het belang
van de verkeersveiligheid. De verlengingsduur wordt daarom zo beperkt mogelijk gehouden.
De doelgroep is eveneens beperkt, omdat het alleen beroepschauffeurs betreft. Bovendien
gaat het om ervaren chauffeurs, waarvan niet de verwachting is dat zij een risico
voor de verkeersveiligheid vormen als ze langer doorrijden met een rijbewijs met code
95. De verlenging biedt enkel een extra vangnet, om ze in de gelegenheid te stellen
nascholingscursussen tijdig te voltooien.
Door de referentieperiode op te rekken tot 1 november 2021 krijgen de chauffeurs die
buiten de referentieperiode van de verordening vallen toch ook tien maanden extra
de tijd om aan hun nascholingsverplichtingen te voldoen, zonder dat dit ten koste
gaat van hun inzet die nodig is om het vervoer op peil te houden. Dit laat uiteraard
onverlet dat, zoals ook is afgestemd met het Ministerie van Justitie en Veiligheid,
het uitgangspunt is dat de achterstanden zo snel mogelijk worden weggewerkt.
Omdat Nederland ervoor heeft gekozen de code 95 op het rijbewijs te plaatsen, bestaat
er in de praktijk een nauwe samenhang tussen de looptijd van de code 95 en die van
het rijbewijs. Veel chauffeurs hebben in september 2016, toen de code 95 op het rijbewijs
moest zijn geplaatst, ervoor gekozen om de looptijd gelijk te schakelen door het rijbewijs
voor de rijbewijscategorieën C1, C1E, C, CE, D1, D1E, D en DE vervroegd te verlengen
voor vijf jaar. Hiermee wordt immers voorkomen dat men vaker dan eens in de vijf jaar
naar het gemeentehuis moet gaan voor een nieuw rijbewijs en bespaart men kosten. Indien
het rijbewijs en de code 95 in september 2021 verlopen, zien veel chauffeurs zich
voor het probleem geplaatst dat zij wel hun rijbewijs kunnen verlengen maar geen code
95 op het rijbewijs krijgen. Het is daarom noodzakelijk dat de verlenging van de referentieperiode
voor Nederlandse chauffeurs zowel geldt voor de code 95 als voor het rijbewijs waarop
die code is geplaatst.
Verlenging geldigheidsduur theoriecertificaten en resultaten van deelexamens
Per bief van 24 februari jl. is uw Kamer ook geïnformeerd over de aanvullende coulance
die wordt gegeven door het verlengen van de geldigheidsduur van bepaalde certificaten
en resultaten van deelexamens van het CBR.5 Als gevolg van de tijdelijke examenstop door het CBR vanwege de lockdown die van
15 december 2020 tot en met in ieder geval 2 maart 2021 van kracht was, bestond de
kans dat een aantal mensen met een theoriecertificaat dat op of na 1 mei 2021 verliep
geen praktijkexamen kon doen. Nu wordt ook de geldigheidsduur verlengd van dezelfde
certificaten en resultaten van deelexamens met een reguliere geldigheidsduur van anderhalf
of twee jaar die verlopen in de periode van 1 januari 2022 tot respectievelijk 14 juni
2022 of 14 december 2022. De reden voor de verlenging is dat in de reguliere geldigheidsduur
van die certificaten en resultaten de lockdown valt. In die periode konden bijvoorbeeld
kandidaten hun rijopleiding dus niet voortzetten. De verlenging wordt gegeven om ervoor
te zorgen dat de kandidaten niet feitelijk korter de tijd hebben om de rijopleiding
af te ronden en het rijbewijs te halen dan wanneer geen sprake was geweest van de
beperkende maatregelen ter bestrijding van COVID-19. De verlenging van de geldigheidsduur
van de certificaten en resultaten van deelexamens bedraagt drie tot vier maanden.
Hoe lang de verlenging in een individueel geval precies is, hangt af van de dag in
de maand waarop het certificaat of het examenresultaat verloopt. De verlenging geldt
tot de eerste dag van de derde maand na de maand waarin het certificaat of examenresultaat
zou verlopen. Bijvoorbeeld: een kandidaat die op 17 september 2020 het theoriecertificaat
voor het rijbewijs B heeft gehaald, zou daarmee normaliter uiterlijk op 17 maart 2022
praktijkexamen kunnen doen. Door de verlenging kan de kandidaat uiterlijk op 30 juni
2022 praktijkexamen doen zonder een nieuw theoriecertificaat te hoeven halen. De periode
van het niet kunnen volgen van lessen of het doen van examens wordt zo gecompenseerd
door ten minste drie maanden aan de geldigheidsduur toe te voegen. De onderhavige
coulance wordt voor zover nodig verwerkt in het eerdergenoemde ontwerpbesluit.
Tot slot
Een brief met gelijke strekking is tevens gezonden aan de voorzitter van de Eerste
Kamer.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat