Brief regering : Ontwikkelingen omtrent de digitale euro
27 863 Betalingsverkeer
Nr. 95
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2021
Met deze brief informeer ik u over de ontwikkelingen omtrent de digitale euro, conform
de motie van het lid Alkaya, ingediend bij het notaoverleg (Kamerstuk 35 107, nr. 16) over de toekomst van het geldstelsel1, en het verzoek van het lid Alkaya, ingediend tijdens de procedurevergadering van
de vaste Kamercommissie voor Financiën van 6 juli 2021.
Sinds mijn laatste brieven over de digitale euro is dit dossier in een stroomversnelling
gekomen.2 In de Eurogroep is een werkprogramma overeengekomen om het politieke debat over de
ontwikkeling van de digitale euro te structureren.3 In deze brief geef ik een beschrijving van dit werkprogramma. Daarnaast heeft de
raad van bestuur van de ECB op 14 juli jongstleden besloten om de digitale euro tot
een officieel project te bestempelen en over te gaan naar een onderzoeksfase.4 Hier zal ik in het begin van deze brief nader op ingaan.
Voortgang bij ECB
Met de oprichting van de High-Level-Task Force is bij de ECB in januari 2020 het onderzoek gestart naar de mogelijke ontwikkeling
van een digitale euro. Vanuit deze werkgroep zijn ook de eerste experimenten onder
de vlag van het Eurosysteem gestart. Deze werkgroep heeft in oktober 2020 een rapport
gepubliceerd over de kansen en risico’s van een digitale euro. Daarnaast is begin
2021 een publieke consultatie gehouden over dit onderwerp. De rapporten van de werkgroep
en over de consultatie zijn van grote waarde in het vervolgtraject.5
De ECB heeft afgelopen zomer de (eerste) resultaten uit de experimenten bekendgemaakt.6 Het doel van de experimenten was onder andere om de technologische haalbaarheid van
ontwerpkeuzes in kaart te brengen. Daarbij is gekeken naar vier thema’s: privacy en
anti-witwas en -terrorismefinanciering, het offline gebruik van een digitale euro,
limieten op de hoeveelheid digitale euro in circulatie en het digitale euro grootboek.
De belangrijkste conclusie van deze experimenten is dat er geen grote technologische
restricties zijn. Dat er vanuit de technologie geen belemmeringen lijken te zijn,
biedt ruimte voor nadere politieke beleidsdiscussies over de mogelijke vormgeving.
Op 14 juli jl. heeft de ECB besloten om een nieuwe fase in te gaan, de zogenaamde
onderzoeksfase. Dit betekent dat de ECB de komende 24 maanden verder zal gaan met het onderzoeken
van een digitale euro. De ECB zal openstaande vragen over het ontwerp en de distributie
van een digitale euro vanuit technisch perspectief adresseren. Hierbij zal gefocust
worden op mogelijke ontwerpen en use cases. Hiervoor zal de ECB prototypes ontwikkelen en testen of deze voldoen aan de behoefte
bij focusgroepen. Daarbij wordt bijvoorbeeld ook gekeken hoe de privacy van gebruikers
kan worden gewaarborgd. Daarnaast zal de ECB nader ingaan op hoe de mogelijk negatieve
impact op de financiële stabiliteit en het monetair beleid zoveel mogelijk kan worden
gemitigeerd bij de verschillende ontwerpkeuzes. Verder wordt de verwachte impact van
een digitale euro op de markt geanalyseerd en het mogelijke bedrijfsmodel van intermediairs
binnen het digitale euro ecosysteem onderzocht. De ECB zal via een aparte adviesgroep
ook in gesprek gaan met diverse stakeholders binnen het Europese betalingsverkeer.
De Nederlandsche Bank en de andere centrale banken zijn hier nauw bij betrokken. Aanvullend
zullen alle centrale banken ook zelf de communicatie ter hand nemen naar de betrokken
nationale stakeholders. DNB levert in ECB-verband een bijdrage aan de ontwikkeling
van de digitale euro, zowel in de afgelopen periode bij de experimenten als in de
aanstaande onderzoeksfase.
Ik ben blij met het besluit dat de ECB heeft genomen ten aanzien van het overgaan
naar de onderzoeksfase. Zoals ik vaker heb benadrukt ben ik voorstander van het verder
onderzoeken van de potentie van de digitale euro omdat ik veel mogelijke voordelen
zie aan het uitgeven van een digitale munt door het Eurosysteem, naast de uitgifte
van chartaal geld. Wel is het zo dat de invoering van een digitale euro zou leiden
tot een fundamentele hervorming van het geld- en financiële stelsel, waarvan nog niet
alle effecten en risico’s duidelijk zijn. Gelukkig blijkt uit de eerste onderzoeken
ook dat er goede aanknopingspunten zijn om potentiële risico’s te ondervangen in het
ontwerp van de digitale euro. Om te komen tot de juiste ontwerpkeuzes, is echter nog
wel meer onderzoek nodig. Ik verwacht dat de onderzoeksfase hier de relevante inzichten
voor op zal leveren.
Bij de ontwikkeling van de digitale euro zullen de ECB en de Europese politieke instituties
elk hun rol dienen te spelen. Een belangrijke voorwaarde voor de introductie van een
digitale euro is een passend institutioneel kader. In de komende periode zullen de
benodigde aanpassingen in het wetgevende kader van de EU in kaart worden gebracht
door de ECB en de Europese Commissie. Ik ondersteun het in kaart brengen van welke
wijzigingen in het wettelijk kader noodzakelijk zijn voor een eventuele introductie
van een digitale euro. Hiermee wordt ook duidelijk welke formele rol de medewetgevers
hebben bij een potentiële invoering van de digitale euro.
Sturing op ontwikkeling digitale euro door de Eurogroep
Mede dankzij de inzet van het kabinet is de digitale euro hoog op de agenda van de
Eurogroep gekomen. Met inachtneming van de institutionele rollen en mandaten van de
verschillende (Europese) instellingen, is de introductie van de digitale euro nadrukkelijk
een politiek project. Dat vergt politieke sturing op de doelen die we met een digitale
euro willen bereiken en de te maken ontwerpkeuzes. Daarom is afgesproken dat de Eurogroep
het komende jaar op kwartaalbasis de belangrijkste politieke dimensies van de digitale
euro zal bespreken, gevoed door technische inbreng van de ECB en de Europese Commissie.7 Hieronder treft u het werkprogramma aan dat daartoe is overeengekomen.
Tabel 1: werkprogramma digitale euro Eurogroep
1
Beleidsdoelstellingen en het gebruik van een digitale euro vanuit een mondiale concurrentie
invalshoek
2
Afruil tussen privacy en andere beleidsdoelstellingen bij het ontwerp van een digitale
euro
3
Mogelijke effecten van een digitale euro op het financiële stelsel en cashgebruik
4
Het bedrijfsmodel van publieke en private actoren in het digitale euro ecosysteem
De eerstvolgende bespreking in de Eurogroep over de digitale euro staat gepland op
8 november 2021. Het voorstel is om vanuit een mondiaal strategische blik te spreken
over welke doelen voor een digitale euro het meest belangrijk zijn. De digitale euro
kan bijvoorbeeld een rol spelen bij het versterken van de internationale rol van de
euro en innovatie stimuleren op de Europese betaalmarkt. Ook zou de Eurozone met een
digitale euro als publiek alternatief mogelijk beter tegenwicht kunnen bieden aan
private en buitenlandse publieke initiatieven (zoals stablecoins of buitenlands digitaal centralebankgeld) die de markt voor digitale betalingen betreden.
In daaropvolgende bespreking in de Eurogroep8 zullen, volgens de huidige planning, ontwerpvraagstukken rond privacy worden besproken.
Uit onderzoek van de ECB en ook eigen consumentenonderzoek van DNB blijkt dat burgers
privacy een belangrijk aspect vinden in de digitale omgeving.9 Alle data die worden verzameld dienen onderworpen te zijn aan strikte beschermingsmaatregelen.
In de Eurogroep zal gesproken worden over de balans tussen privacy enerzijds, en doelen
als het tegengaan van belastingontwijking, witwassen en terrorismefinanciering anderzijds.
In de derde Eurogroep wordt de mogelijke impact van een digitale euro op het financiële
stelsel besproken. Het introduceren van een digitale euro zou namelijk leiden tot
een structurele hervorming van het financiële stelsel. Hierbij hangt de impact op
financiële stabiliteit mede af van de aantrekkelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
van een digitale euro ten opzichte van giraal geld. In deze Eurogroep wordt er een
discussie gevoerd over welke beheersmaatregelen wenselijk zijn om de mogelijk negatieve
implicaties op het financiële stelsel adresseren.
In de vierde Eurogroep wordt de mogelijke inrichting van het digitale euro-ecosysteem
besproken. Hierbij rijst onder andere de vraag of gebruikers direct via centrale banken
gebruik kunnen maken van digitale euro’s of dat daar intermediairs tussen moeten komen.
De rol van banken, niet-bancaire instellingen en overheden wat betreft de uitgifte,
distributie, gebruik en toezicht worden hier besproken evenals de implicaties op de
betaalinfrastructuur.
Betrokkenheid Kamer
Vanzelfsprekend zal ik uw Kamer zorgvuldig en tijdig betrekken bij de verdere ontwikkeling
van de digitale euro. Voorafgaand aan elke bespreking in de Eurogroep wordt uw Kamer
door middel van een Geannoteerde Agenda geïnformeerd over de agenda van de Eurogroep,
waarbij ik ook zal ingaan op de Nederlandse inzet. Daarnaast vraagt uw Kamer voor
elke Eurogroep doorgaans een commissiedebat of schriftelijk overleg aan, en ontvangt
uw Kamer na elke Eurogroep een uitgebreid verslag.
De mogelijke invoering van de digitale euro is een project dat meerdere jaren in beslag
zal nemen. Desalniettemin heb ik er, gezien alle goede ontwikkelingen de afgelopen
tijd, vertrouwen in dat we de aankomende tijd belangrijke stappen gaan zetten op dit
dossier.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.