Brief regering : Openstaande moties en toezeggingen n.a.v. het tweeminutendebat voortgang verbeteren slachtsysteem
28 286 Dierenwelzijn
Nr. 1217
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
In deze brief voorzie ik uw Kamer, zoals toegezegd in het tweeminutendebat «voortgang
                  verbeteren slachtsysteem» van 8 juli jl. van de evaluatie over cameratoezicht alsmede
                  een appreciatie van die evaluatie (Handelingen II 2020/21, nr. 99, Tweeminutendebat
                  Verbeteren van het slachtssysteem). Tevens informeer ik uw Kamer over de aangehouden
                  motie van de leden Vestering en Beckerman die beoogt dat camerabeelden uit slachthuizen
                  eigendom worden van de overheid (Kamerstuk 28 286, nr. 1203), de aangehouden motie van het lid Tjeerd de Groot om als voorwaarde voor heropening
                  van de slachterij Gosschalk te stellen dat slimme camera’s worden geïnstalleerd die
                  het toezicht op dierenwelzijn voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
                  vergemakkelijken en tevens een plan van aanpak op te stellen om het cameratoezicht
                  in slachthuizen in Nederland effectiever te maken in het voorkomen van dierenwelzijnsmisstanden,
                  waarbij de mogelijkheden van slimme camera’s worden meegenomen (Kamerstuk 28 286, nr. 1204), de motie van de leden Lodders en Geurts (Kamerstuk 33 835, nr. 153) waarin wordt gevraagd om met een uitgewerkt voorstel te komen waarbij cameratoezicht
                  op afstand (door de NVWA) onderdeel wordt van een (kosten)effectiever en efficiënter
                  toezicht op slachthuizen, de motie van de leden Vestering en Beckerman over een verbod
                  op het gebruik van drijfmiddelen die pijn of stress kunnen veroorzaken bij dieren
                  (Kamerstuk 28 286, nr. 1202) en de gewijzigde motie van het lid Van der Plas over het niet later dan 1 januari
                  2022 capaciteit bij de NVWA beschikbaar maken voor de inzet van Mobiele Dodingsunits
                  (Kamerstuk 28 286, nr. 1206).
               
Cameratoezicht
Evaluatie cameratoezicht
Naar aanleiding van de gewijzigde motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1008) van 12 april 2017, die verzocht om in te zetten op cameratoezicht in alle slachthuizen,
                  zijn gesprekken met het bedrijfsleven gevoerd om op basis van vrijwillige afspraken
                  met het bedrijfsleven te komen tot het benutten van «closed circuit tv» (CCTV) bij
                  het toezicht door de NVWA. De NVWA heeft hier samen met het bedrijfsleven invulling
                  aan gegeven en de inzet van dit vrijwillige cameratoezicht is recentelijk door de
                  NVWA geëvalueerd. De uitkomsten zijn als bijlage bij deze brief opgenomen1.
               
Belangrijkste uitkomsten evaluatie cameratoezicht
De NVWA is positief over de waarde van cameratoezicht in slachthuizen voor het dierenwelzijn.
                  Met de inzet van cameratoezicht is de aandacht voor dierenwelzijn toegenomen en het
                  toezicht door de NVWA versterkt. De toezichthouder heeft het beeld dat een groot deel
                  van de slachthuizen de camerasystemen zelf ook gebruikt voor bijvoorbeeld monitoring
                  van medewerkers en voor kwaliteitsborging. Het bedrijfsleven en de NVWA werken goed
                  samen op dit dossier. Wel ervaren slachthuizen het toezicht op dierenwelzijn als een
                  sterke verzwaring van de toezichtsdruk- en lasten.
               
Uit de cijfers van 2020 blijkt dat het aantal geconstateerde overtredingen in slachthuizen
                  met cameratoezicht verhoudingsgewijs bij roodvleesslachthuizen hoger is dan bij regulier
                  fysiek toezicht. De NVWA is van mening dat cameratoezicht (op termijn) nog meer kan
                  bijdragen aan de naleving en het efficiënter inrichten van het toezicht en doet aanbevelingen
                  om in de toekomst het positieve effect van cameratoezicht te behouden en vergroten.
               
Wettelijke verplichting cameratoezicht
De NVWA geeft in de evaluatie aan dat een wettelijke verplichting voor cameratoezicht
                  ervoor zal zorgen dat de zij meer risicogericht en efficiënter kan werken. Uw Kamer
                  heeft deze wens tijdens het debat van 8 juli jl. ook uitgesproken. Gelet hierop zal
                  ik een wetsvoorstel inzake een wettelijke verplichting van cameratoezicht voorbereiden.
                  Welke vorm deze verplichting zal krijgen, verdient nader onderzoek.
               
Van belang is dat er een analyse wordt gemaakt van de impact van dergelijke wetgeving
                  op bijvoorbeeld de privacy. Daarnaast dient er voldoende aandacht voor technische
                  en praktische uitvoerbaarheid te zijn. Ik zal de NVWA en het bedrijfsleven nauw bij
                  de voorbereiding van het wetsvoorstel betrekken.
               
Een zorgvuldige voorbereiding van dit wetsvoorstel, met aandacht voor bovenstaande,
                  kost tijd. Ik streef naar indiening van een wetsvoorstel bij uw Kamer in het najaar
                  van 2022. De overige aanbevelingen uit de evaluatie zal ik meenemen in de voorbereiding
                  van het wetsvoorstel en bij de ontwikkeling van mogelijke verbeteringen van het huidige
                  vrijwillige cameratoezicht op korte termijn.
               
Slim cameratoezicht
Op dit moment is regulier cameratoezicht gebaseerd op honderden uren aan videobeelden
                  per dag van de vele camera’s die zijn gericht op locaties in het slachthuis waar risico’s
                  zijn voor het dierenwelzijn. Middels zogenaamd slim cameratoezicht kunnen relevante
                  video-opnames worden uitgeselecteerd die mogelijk problemen met het omgaan met dieren
                  bevatten. In de afgelopen jaren heeft dit slimme cameratoezicht zich ontwikkeld tot
                  een volwaardig systeem dat geïnstalleerd is in een aantal slachterijen in Nederland.
               
Ik ben van mening dat het gebruik van uitgeselecteerde beelden videomonitoring in
                  slachthuizen aanzienlijk effectiever maakt en ik volg deze ontwikkeling dan ook op
                  de voet. Uw Kamer vroeg mij in het debat van 8 juli jl. naar de uitwerking van de
                  motie van de leden Lodders en Geurts (Kamerstuk 33 835, nr. 153) waarin wordt gevraagd om met een uitgewerkt voorstel te komen waarbij cameratoezicht
                  op afstand (door de NVWA) onderdeel wordt van een (kosten)effectiever en efficiënter
                  toezicht op slachthuizen. De komende tijd zal ik, onder andere in relatie tot de voorbereiding
                  van eerdergenoemde wetsvoorstel, onderzoeken hoe slim cameratoezicht bij kan dragen
                  in toezicht op naleving op de normen over dierenwelzijn zoals de aangehouden motie
                  van het lid Tjeerd de Groot (Kamerstuk 28 286, nr. 1204) en de motie Lodders-Geurts vragen. Ik moet er wel bij vermelden, zoals ik in mijn
                  brief van 17 juni jl. aangaf (Kamerstuk 28 286, nr. 1199), dat het complex is om te organiseren en om het binnen de Europese regels te laten
                  plaatsvinden. Daar waar toezicht op de naleving uitsluitend fysiek kan worden gesteld,
                  kan dat uiteraard niet door (slim) cameratoezicht gebeuren. Ik houd uw Kamer op de
                  hoogte van de ontwikkelingen.
               
Ik realiseer me dat er veel variatie mogelijk is tussen zogenaamde slimme cameravideosystemen,
                  op het gebied van functionaliteiten, maar ook op het gebied van gehanteerde attentiegrenzen
                  en betrouwbaarheid. Hoe een selectie van beelden tot stand komt, is als buitenstaander
                  lastig te doorgronden, er moet vertrouwen zijn in de gebruikte algoritmes. Daarnaast
                  vormt een belangrijke factor voor succesvolle implementatie van slim cameratoezicht
                  de acties die een slachthuis neemt in reactie op de aangeboden beelden. Ik zal, mede
                  in het kader van de te ontwikkelen regelgeving, bezien welke rol van de overheid nodig
                  is om de kwaliteit en betrouwbaarheid van dergelijke systemen te borgen.
               
Slim cameratoezicht bij slachthuis Gosschalk
In mijn brief van 30 augustus jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1214) heb ik uw Kamer aangegeven dat het slachthuis Gosschalk op dinsdag 31 augustus 2021
                  de slachtwerkzaamheden onder verscherpt toezicht mocht hervatten en heb ik aangegeven
                  hoe ik heb voldaan aan de voorwaarde uit de aangehouden motie van het lid Tjeerd de
                  Groot dat voor de heropening van slachterij Gosschalk slimme camera’s worden geïnstalleerd
                  die het toezicht op dierenwelzijn voor de NVWA vergemakkelijken (Kamerstuk 28 286, nr. 1204).
               
Drijfmiddelen
Aanleiding motie verbod drijfmiddelen
Tijdens het debat van 8 juli jl. heeft uw Kamer de motie van de leden Vestering (PvdD)
                  en Beckerman (SP) aangenomen, die de regering oproept een verbod in te stellen op
                  het gebruik in slachthuizen van drijfmiddelen die pijn of veel stress kunnen veroorzaken
                  bij dieren, zoals elektrische prikkers waarmee stroomschokken worden gegeven (Kamerstuk
                  28 286, nr. 1202).
               
Juridische grondslag
Het gebruik van prikstokken of andere puntige voorwerpen is reeds verboden in de verordening
                  1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij doden. Het gebruik van apparaten waarmee
                  elektrische schokken worden toegediend is niet verboden, maar expliciet toegestaan
                  onder specifieke voorwaarden. Bij de aankomende herziening van de Europese welzijnswetgeving
                  wil ik mij inzetten om tot betere voorschriften voor het borgen van dierenwelzijn
                  te komen, bijvoorbeeld door te specificeren welke spanning maximaal mag worden afgegeven
                  door apparaten die elektrische schokken afgeven.
               
Gesprek met de slachthuizen
Uw Kamer heeft, bovenstaand in acht nemend, ingestemd met het feit dat ik een dringend
                  gesprek met de slachthuizen aanga over het gebruik van drijfmiddelen om te horen hoe
                  de branche zelf de mogelijkheden ziet om de middelen te gaan uitfaseren, ook daar
                  waar de verordening het gebruik wel toestaat.
               
Een eerste gesprek heeft 19 augustus jl. plaatsgevonden met branchevereniging Centrale
                  organisatie voor de Vleessector (COV). Er zijn nog geen definitieve afspraken gemaakt
                  zijn, maar mijn beeld is dat er draagvlak is bij de leden van COV om te gaan werken
                  aan het verder beperken van het gebruik van apparaten waarmee elektrische schokken
                  kunnen worden toegediend. Ook het beperken van andere drijfmiddelen die pijn en stress
                  kunnen veroorzaken wanneer ze verkeerd gebruikt worden, zoals de «rammelaars» of peddels,
                  zal ik bij het vervolg betrekken. Er zijn leden van Branchevereniging COV die het
                  gebruik van apparaten waarmee elektrische schokken kunnen worden toegediend al uit
                  eigen beweging hebben verboden binnen hun slachthuis. Ook zijn er slachthuizen die
                  zijn overgestapt op alternatieve drijfmiddelen. Zij kunnen als voorbeeld dienen voor
                  andere slachthuizen. Ik zal het overleg met COV voorzetten en erop aandringen dat
                  andere slachthuizen ook stoppen met het gebruik van dergelijke apparaten en drijfmiddelen
                  die pijn en stress veroorzaken, indien verkeerd gebruikt.
               
Mobiele Dodingsunit
Van 2018 tot 2020 heeft een slachthuis een pilot uitgevoerd met een Mobiele Dodingsunit
                     (MDU). Hierbij werden runderen die niet transportwaardig, maar wel slachtwaardig waren
                     onder toezicht van de NVWA, op het bedrijf van herkomst gedood, om vervolgens in het
                     slachthuis verder verwerkt te worden.
                  
Deze pilot is geëvalueerd en ik heb uw Kamer op 23 oktober 2020 over de verdere inzet
                     van de MDU geïnformeerd (Kamerstuk 28 286, nr. 1130).
                  
De gedelegeerde verordening, waarmee verordening (EG) nr. 853/2004 betreffende hygiënevoorschriften
                  voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong gewijzigd wordt, is op 17 augustus jl.
                  definitief vastgesteld. Dit betekent dat deze vanaf 6 september, 20 dagen na publicatie,
                  van kracht zal zijn. Vanaf dat moment is structurele inzet van de MDU in Nederland
                  toegestaan. Dit is later dan de datum 12 april 2021, die ik uw Kamer abusievelijk
                  heb vermeld in de beantwoording van de vragen die gesteld zijn tijdens het SO «Voortgang
                  verbeteren slachtsysteem» van 17 juni jl.
               
Op 8 juli van dit jaar is de gewijzigde motie aangenomen van het lid Van der Plas
                  over niet later dan 1 januari 2022 capaciteit bij de NVWA beschikbaar maken voor de
                  inzet van MDU’s (Kamerstuk 28 286, nr. 1206).
               
Per 1 januari 2022 zal capaciteit bij de NVWA ingezet worden voor de keuringswerkzaamheden
                  ten behoeve van de inzet van minimaal 1 MDU. Verdere mogelijkheden zijn afhankelijk
                  van de schaarse capaciteit bij de NVWA en daarmee onderdeel van het jaarplan van de
                  NVWA voor 2022. Ik beschouw hiermee motie 28 286, nr. 1205 als afgedaan.
               
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
                  C.J. Schouten
Indieners
- 
              
                  Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit