Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een klacht over de Belastingdienst m.b.t. onterechte beschuldiging van fraude
2021D31915
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
Bij brief van 11 juni 2021 stuurde de griffier van de vaste commissie voor Financiën
mij een brief van H.K. te E. van 29 mei 2021 met het verzoek hierop te reageren. Betrokkene
heeft in de brief een klacht over de Belastingdienst inzake een zijns inziens onterechte
beschuldiging van fraude. In deze reactie ga ik graag in op betreffende klacht.
Op 19 mei 2021 is een verzoek om schadevergoeding van H.K. door de Belastingdienst
afgewezen, waarbij is aangegeven dat daarmee ook de klachtbehandeling is beëindigd.
Bij de klachtbehandelaar van de Belastingdienst was helaas op dat moment niet bekend
dat mevrouw K. (de echtgenote van H.K.) op 7 mei 2021 een brief van de Belastingdienst
had ontvangen waarin aan mevrouw wordt uitgelegd dat ze is opgenomen in FSV. Uit de
klacht van H.K. viel helaas ook niet af te leiden dat zijn verzoek om schadevergoeding
mogelijkerwijs verband zou kunnen houden met de brief van 7 mei 2021 gericht aan zijn
echtgenote.
Het klachtenteam van de Belastingdienst heeft inmiddels contact gelegd met H.K. en
de situatie uitgelegd. Hij is ervan in kennis gesteld dat hij nog steeds de mogelijkheid
heeft om via een klacht, melding bij het meldpunt FSV, schadeverzoek en/of inzageverzoek
(van zijn echtgenote) zijn ongenoegen te uiten over de opname van zijn echtgenote
in FSV.
Het klachtenteam zal er zorg voor dragen dat dit alles in overleg met H.K. verder
zal worden opgepakt. H.K. is door het klachtenteam ook geïnformeerd over welke stappen
hij nog zou kunnen zetten, indien hij ontevreden mocht blijven over het optreden van
de Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën