Brief regering : Innovatie werkvoorzieningen
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 221 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 augustus 2021
Aanleiding
Het kabinet vindt werk een essentieel onderdeel van maatschappelijke participatie.
Participatie van mensen met een arbeidsbeperking is in het belang van de werknemer,
hun werkgevers en van de maatschappij als geheel. Daarom is de laatste jaren stevig
ingezet op het vergroten van de arbeidsmarktkansen voor mensen met een beperking.
Nederland maakt werk van de implementatie van het Verdrag inzake de rechten van personen
met een handicap.
De ambitie van het kabinet blijft onverminderd groot omdat ongeveer de helft van de
mensen met een beperking nog aan de kant staat. Bij het realiseren van kansen op de
arbeidsmarkt spelen hulpmiddelen en begeleiding in de vorm van werkvoorzieningen,
een belangrijke rol. Voor veel mensen met een arbeidsbeperking is duurzame ondersteuning
noodzakelijk om betaald werk te vinden en te behouden. Het kabinet wil werkgevers
en hun werknemers ondersteunen met voorzieningen bij het vormgeven van werkplekken
waar inclusiviteit, meer dan nu, de norm is. Innovatie van werkvoorzieningen is hierbij
een belangrijk middel omdat technologische ontwikkeling een inclusieve arbeidsmarkt
sneller dichterbij kan brengen. De sleutel tot meer innovatie en inclusiviteit op
de werkvloer ligt bij werkgevers en werknemers. Daarom heeft mijn voorganger de uitdaging
centraal gesteld om als overheid de randvoorwaarden te creëren voor publiek-private
samenwerking voor innovatie op de werkvloer1.
In dit kader informeer ik uw Kamer als demissionair Staatssecretaris van SZW over
de voortgang en verbinding van een keten van drie beleidsinitiatieven gericht op innovatie
van werkvoorzieningen; 1) de Generieke Werkgeversvoorziening 2) het Sociaal Innovatiefonds
en 3) de Challenge Technologie voor Inclusie. Ik ga hierbij in het bijzonder in op
de monitoring en evaluatie van de praktijkresultaten waarop een nieuw kabinet voort
kan bouwen.
Experiment Generieke Werkgeversvoorziening
De pilot Generieke Werkgeversvoorzieningen is in 2020 gestart met het stapsgewijs
loslaten van het individuele dienstverband als voorwaarde bij de aanvraag voor een
werkvoorziening2. Hiermee heeft het kabinet het mogelijk gemaakt om naast individuele voorzieningen
op maat, ook publieke ondersteuning te bieden aan voorzieningen die de werkplek zelf
inclusief maken. De werkgever kan nu een generieke voorziening aanvragen bij UWV voor
een werkplekaanpassing vanuit de intentie hiermee werkgelegenheid te bieden aan meerdere
of opeenvolgende werknemers met een vergelijkbare beperking. De werkvloer en/of productieproces
zelf worden aangepast met een blijvende voorziening zoals bijvoorbeeld spraaksoftware,
slimme beamer of een verstelbare werkbank. De focus van de werkgever verschuift hiermee
van de beperking naar de capaciteiten van een sollicitant.
Het kabinet ziet de generieke werkgeversvoorziening als een belangrijke aanvulling
op de instrumenten van UWV en gemeenten om werkgevers (financieel) aan te moedigen
tot inclusieve participatie. Het duurzame karakter van een werkplekaanpassing past
bij de inzet op verkrijgen én behouden van werk. Bovendien biedt de schaalvergroting
met een generieke voorziening voor meerdere werknemers tegelijk, het UWV en werkgevers
meer ruimte voor technologische innovatie.
Zoals bij uw Kamer aangekondigd is de pilot generieke werkgeversvoorziening dit jaar
over gegaan in een nieuwe fase. De uitvoering van de eerste pilotfase was gebonden
aan de grenzen van het bestaande wettelijk kader. Het kabinet is in overleg met betrokken
belangenvertegenwoordigers een tweede fase gestart met een experiment om ervaren knelpunten
in de eerste fase weg te nemen. Daartoe is met ingang van 1 juli 2021 een experimenteerregeling
in werking getreden die UWV de ruimte biedt om de beperking en hiervoor noodzakelijke
werkplekaanpassing centraal te stellen, in plaats van de formele uitkeringsgrond of
het type voorziening. Een zuivere generieke vorm van werkvoorziening wordt hiermee
gerealiseerd op drie punten:
1. De werkgever hoeft niet langer de individuele werknemers met een beperking waarvoor
de voorziening als eerste is bestemd, te melden bij de aanvraag voor een generieke
voorziening.
2. De generieke voorziening kan naast de doelgroep UWV ook worden ingezet voor mensen
met een beperking uit de doelgroep van de Participatiewet.
3. De werkgever kan ook een subsidieaanvraag doen voor werkplekaanpassingen die tevens
kwalificeren als meeneembare voorziening (bijvoorbeeld brailleleesregels).
Werkgevers kunnen binnen deze verruimde voorwaarden tot en met 31 december 2022 een
aanvraag indienen voor een subsidie op de meerkosten van inclusieve werkplekaanpassingen.
De subsidie is maximaal 1 miljoen euro per werkgever. UWV beoordeelt de aanvragen
op volgorde van ontvangst binnen het gestelde subsidieplafond. De beschikbare middelen
en verdeling over tijdvakken waarborgt zo veel mogelijk de toegankelijkheid voor alle
typen werkgevers. De werkgever heeft de mogelijkheid om voor de aanvraag een adviesgesprek
met UWV te voeren met als doel de meerwaarde en meerkosten van de werkplekaanpassing op de juiste manier te onderbouwen. Het minimumbedrag voor een aanvraag
is in overleg met sociale partners geschrapt ten behoeve van deelname door het MKB.
Gelet op de uitbreiding van de doelgroep met de Participatiewet, hecht het kabinet
sterk aan voortbouwen op de samenwerking met gemeenten. Vanuit die gedachte zijn middelen
uit Breed Offensief (gemeentelijke doelgroep) en het Re-integratiebudget (UWV doelgroep)
samengevoegd en ontschot ter beschikking gesteld aan UWV. De uitkeringsgrond bij gebruik
van de generieke voorziening is niet langer van belang waardoor UWV ook generieke
werkvoorzieningen kan inzetten voor mensen met een beperking uit de doelgroep Participatiewet.
Voor het experiment is in totaal 18 miljoen euro beschikbaar.
De experimenteerregeling gaat gepaard met een evaluatieverplichting. Gelet op de looptijd
van het experiment van drie jaar worden de resultaten van de eindevaluatie uiterlijk
op 1 juli 2026 aan uw Kamer aangeboden. Bij opzet van de evaluatie zal bijzondere
aandacht worden besteed aan tussentijdse resultaten. Dit is van belang voor besluitvorming
over het structureel inregelen van de generieke werkgeversvoorziening na afloop van
de pilot door een volgend kabinet.
Spraakherkenningssysteem
Voor mensen met een auditieve beperking is het lastig om gesprekken te volgen met
meerdere personen tegelijk. In de pilot werd een spraakherkenningssysteem ingezet
van maximaal 9 microfoons en een app dat gesproken woord automatisch omzet naar tekst
door middel van spraakherkenning. De persoon met de auditieve beperking deelt de microfoons
uit aan de gespreksdeelnemers, de microfoon vangt de spraak op en dit wordt binnen
één seconde omgezet naar tekst in verschillende kleuren per persoon. Binnen de pilot
werd deze technologie ingezet op kantoor van de Nationale Politie naar tevredenheid
van de deelnemers. Inmiddels is er ook een toepassing beschikbaar voor digitaal vergaderen
voor doven en slechthorenden.
Pilot Sociaal Innovatiefonds
Het Sociaal Innovatiefonds (SIF) is de volgende schakel in de keten voor het ontwikkelen
en benutten van innovatie en technologie op de werkvloer. Waar de generieke werkgeversvoorziening
zich richt op de publieke ondersteuning van werkgevers, is het doel van het SIF om
werkgevers te stimuleren zélf investeringen te doen om mensen met een beperking aan
te kunnen nemen. Ik vind het namelijk van belang om de samenwerking met de markt op
te zoeken om maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
In 2019 is in opdracht van SZW verkennend onderzoek gedaan naar de behoefte van werkgevers
naar financiering van inclusieve investeringen. Hieruit bleek dat werkgevers ondanks
een positieve businesscase, een drempel ervaren om te investeren om groepen mensen
met een beperking aan te nemen. Werkgevers gaven aan behoefte te hebben aan toegesneden
financieringsmogelijkheden, en aan ondersteuning om de financiering daadwerkelijk
te realiseren. Een fonds met publieke en private middelen met een bemiddelingsfunctie
in de uitvoering, zou een oplossing kunnen bieden voor deze knelpunten die werkgevers
ervaren. Het uitgangspunt van het SIF is dat het verbindt waar mogelijk, en financiert
waar nodig.
Met deze aanbevelingen is de toenmalige Staatssecretaris van SZW, zoals aangekondigd
in de brief aan uw Kamer van 12 december 2019,3 een vervolgonderzoek gestart naar de realisatie van een sociaal innovatiefonds.
In het tweede halfjaar van 2020 heeft een consortium4 in samenwerking met stakeholders (mensen met een beperking, werkgevers, academici,
filantropie, impact-investeerders en arbeidsmarktregio’s) de kaders voor een pilotfonds
vastgesteld. Hierbij zijn de juridische opzet van het fonds, de voorwaarden voor leningen
aan werkgevers en de wijze van financiering van een fonds nader uitgewerkt.
Op basis van het vervolgonderzoek is besloten om met de pilot van start te gaan. Het
streven is dit najaar in de pilotfase met drie projecten te beginnen. Het gaat om
projecten waarbij leningen verstrekt worden aan werkgevers die willen investeren in
inclusieve aanpassingen voor de doelgroep, zogenaamde «deals». Daarbij worden werkgevers
begeleid in het opstellen van een inclusieve businesscase. Bij de projecten zijn drie
werkgevers verspreid over twee arbeidsmarktregio’s betrokken, te weten Helmond-de
Peel en Groningen. Indien de pilot succesvol is, zal bekeken worden of er een nationaal
fonds gerealiseerd kan worden, en op welke wijze een dergelijk fonds juridisch wordt
vormgegeven.
De monitoring bestaat uit een impactmeting van effecten op de werknemers en ervaringen
van de werkgevers, financiële voortgang en een evaluatie van de pilot. De resultaten
van de deals in de pilotfase worden gemeten aan de hand van drie impactdoelen; duurzaamheid
dienstverband, kwalitatief goed werk en een inclusieve arbeidsorganisatie. De verwachte
synergie van het SIF en de generieke werkgeversvoorziening is onderdeel van de respectievelijke
evaluaties. Een volgend kabinet kan op basis van de verwachte tussentijdse evaluatie
van eind 2022 besluiten over een mogelijke landelijke uitrol van het SIF.
Voorleesbril
Deze bril leest tekst voor die de gebruiker aanwijst. Deze bril kan werk buiten een
kantooromgeving mogelijk maken voor mensen met een visuele beperking. De voorleesbril
is een draagbare camera die op een gewone bril gedragen wordt. Door middel van een
ingebouwde speaker worden geprinte en digitale teksten voorgelezen aan de drager.
Challenge «Tech for Inclusion»
Het kabinet realiseert zich het belang van technologische ontwikkeling in de keten
van innovatie van werkvoorzieningen. De overheid dient het publieke belang door innovatie
aan te jagen die zich richt op inclusiever maken van de werkvloer. SZW en UWV hebben
met dit doel de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) opgericht samen met sociale
partners, cliëntenorganisaties en wetenschapsinstellingen. De CTI heeft tot doel de
maatschappelijke inzet op innovatie te verbinden en de resultaten te delen, zodat
technologie optimaal wordt benut voor een inclusieve arbeidsmarkt. In dit kader is
uw Kamer geïnformeerd over de Challenge «Technologie voor Inclusie» in 2019 waarin
maatschappelijke partners op dit gebied zijn uitgedaagd om technologische innovaties
in pilotvorm te testen op de werkvloer. De uitkomsten van de Challenge bieden perspectief
voor een structurele toepassing voor ondersteuning tijdens werk5.
Het kabinet heeft zich dit jaar samen met UWV en maatschappelijke partners ingezet
om innovatie van werkvoorzieningen verder aan te jagen. In dit kader wordt een tweede
Challenge gestart om zowel nieuwe innovatieve voorzieningen te ontwikkelen (pionier pilots) als bewezen kansrijke innovaties bij werkgevers in de praktijk op te schalen (groei pilots). Deze Challenge «Tech for Inclusion» is juni 2021 gestart met bijeenkomsten om technologie-ontwikkelaars
en gebruikers met elkaar in contact te brengen. Dit najaar vindt de selectie plaats
van de meest kansrijke pilotvoorstellen. Voor de ondersteuning van maximaal tien innovatieve
pilots is in totaal 1 miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit re-integratiemiddelen.
UWV organiseert onafhankelijk onderzoek voor monitor en evaluatie van de pilotresultaten.
Een volgend kabinet kan de Kamer informeren over de eindevaluatie die beschikbaar
zal komen in 2023.
Tot slot
Het kabinet onderkent het belang van communicatie richting werkgevers en werknemers
over de drie beleidsinitiatieven. De beeldende kracht van innovatie biedt daartoe
ook de mogelijkheden. SZW en UWV stellen een samenhangend communicatieplan op met
gebruik van beschikbare kanalen van de betrokken partijen zodat ons doel en onze inspanningen
om steeds meer mensen aan een baan te helpen breed gezien en gedeeld wordt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma
Indieners
-
Indiener
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid