Brief regering : Reactie op de motie van het lid Moorlag over de lichthinder van hoge windturbines wegnemen (Kamerstuk 30175-370)
30 175 Luchtkwaliteit
Nr. 376
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2021
Hierbij treft u mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat –
Klimaat en Energie en na overleg met de Minister van Defensie mijn reactie aan op
de motie van het (toenmalige) lid Moorlag1 (PvdA) over obstakelverlichting op windturbines. In de aangenomen motie wordt de
regering verzocht om binnen twee jaar, in navolging van Duitsland, door het wettelijk
verplicht stellen van transpondergestuurde verlichting de lichthinder van hoge windturbines
weg te nemen.
Obstakels met een hoogte van 150 meter of meer dienen voor de veiligheid van de luchtvaart
op grond van internationale regelgeving voorzien te zijn van verlichting. Om de ervaren
overlast in de nachtperiode van de verlichting te verminderen wordt in de landelijke
projectgroep obstakelverlichting met alle betrokkenen gewerkt aan oplossingen. Zo
is het al mogelijk de rode lichten permanent te laten branden in plaats van knipperend
en de intensiteit van de lichten aanzienlijk te dimmen bij helder zicht. Op dit moment
wordt de methode van naderingsdetectie besproken. Dit zorgt er voor dat de verlichting
alleen gaat branden als een luchtvaartuig de windturbines nadert. Naderingsdetectie
kan plaats vinden op basis van signalen van een radar van het windpark of de transponders
in luchtvaartuigen.
Naderingsdetectie op basis van een eigen radar
De vereisten voor naderingsdetectie op basis van de radar van het windpark zijn na
een test van deze methode opgenomen in het informatieblad «Aanduiding van windturbines
en windparken op het Nederlandse vasteland»2. De algemene toepassing van deze vorm van naderingsdetectie is op dit moment echter
nog niet mogelijk. De juridische basis van de specificaties van het genoemde informatieblad
ontbreekt nog, waardoor de ILT geen bevoegdheid heeft de goede werking van het systeem
te toetsen en handhaving niet mogelijk is. Het gebruik van naderingsdetectie op basis
van radar zal verankerd worden in de Omgevingswet en dit zal naar verwachting eind
2022/begin 2023 gerealiseerd zijn. Door het besluit tot uitstel van de inwerkingtreding
van de Omgevingswet tot 1 juli 2022 ben ik op dit moment nog niet in staat een uitgewerkte
planning van de benodigde aanpassingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving te geven.
Ik zal uw Kamer aan het eind van het jaar nader informeren over de planning en voortgang
van de voorziene aanpassingen.
Tot dit gerealiseerd is wordt door het Ministerie van IenW en de ILT bekeken of er
in de tussenliggende periode in de vorm van pilots al naderingsdetectie op basis van
een radar van het windpark incidenteel kan worden toegepast. Zo wordt op dit moment
een pilot uitgevoerd bij Windpark Fryslân dat nu gebouwd wordt in het noordelijke
gedeelte van het IJsselmeer. In de bijlage bij deze brief treft u nadere informatie
over de pilot bij Windpark Fryslân aan3.
Naderingsdetectie op basis van een transponder en ontvanger
Naderingsdetectie op basis van transponders in luchtvaartuigen en ontvangers in de
windturbines is een recent ontwikkelde methode voor het in- en uitschakelen van verlichting
op windturbines. Deze methode kan sinds 2020 in Duitsland worden toegepast. In de
landelijke projectgroep obstakelverlichting wordt gewerkt aan de bepalingen voor het
gebruik van naderingsdetectiesystemen op basis van transpondersignalen van luchtvaartuigen.
Er zal vervolgens een «proof of concept» met een transponder gebaseerd naderingsdetectiesysteem
worden uitgevoerd. Hierbij wordt dan beoordeeld of de methode van een naderingsdetectiesysteem
op basis van de transpondersignalen van luchtvaartuigen adequaat functioneert en de
veiligheid van de luchtvaart gewaarborgd is. Daarnaast treedt op 1 oktober 2021 een
verplichting in om een transponder te gebruiken voor luchtvaartuigen die op zicht
in duisternis vliegen.
Het proces van de invoering van naderingsdetectiesystemen en de verplichting tot het
gebruik daarvan bij bestaande en nieuwe windparken verloopt in Duitsland enigszins
moeizaam. Er is in Duitsland in 2017 een besluit genomen dat alle windparken vanaf
1 juli 2020 met een naderingsdetectiesysteem uitgerust moeten zijn. Indien een windpark
hier niet aan voldoet verliest deze de aanspraak op de marktpremie voor de geleverde
stroom. De ingangsdatum van de verplichting is eerst uitgesteld tot 1 juli 2021 en
toen die datum ook niet haalbaar bleek is besloten dat de verplichting pas ingaat
op 31 december 2022.
Vanuit de Nederlandse windenergiebranche (NWEA) is aangegeven dat veel bestaande en
vrijwel alle nieuw te bouwen windparken naderingsdetectie willen toepassen wanneer
de transponder gebaseerde naderingsdetectie kan worden gebruikt, voor zover de kosten
redelijk zijn.
Daarom is het van belang dat de benodigde regelgeving voor het gebruik van naderingsdetectie
via de Omgevingswet zo snel mogelijk van kracht wordt. Aangezien veel bestaande en
in ontwikkeling zijnde windparken hebben verzocht om het vrijwillig mogen toepassen
van transponder gebaseerde naderingsdetectie vind ik het te vroeg om nu al een algehele
verplichting voor naderingsdetectie bij windparken in te voeren. Bovendien leiden
nieuwe verplichtingen bij bestaande windparken tot financiële vraagstukken en daarmee
mogelijke vertraging van de invoering van naderingsdetectie. Er zal wel worden bekeken
of het mogelijk is om voor nieuw te ontwikkelen windparken het verplicht gebruik van
naderingsdetectie in wetgeving op te nemen. Hiertegen wordt vanuit de windsector weinig
weerstand verwacht.
Bij deze overweging speelt mede een rol dat deze nieuwe regelgeving voor de sectorpartijen
en autoriteiten uitvoerbaar moet zijn. Er wordt een groot aantal vrijwillige aanvragen
van bestaande en in ontwikkeling zijnde windparken voor het gebruik van naderingsdetectie
verwacht op het moment dat de regelgeving hier formeel de mogelijkheid toe biedt.
De logische stap is dus om naderingsdetectie voor het in- en uitschakelen van de obstakelverlichting
eerst mogelijk te maken op vrijwillige basis. Voor nieuwe windparken wordt onderzocht
of er een verplichting tot het gebruik van naderingsdetectie kan worden vastgelegd.
Mogelijk kunnen ook gemeenten hier een rol in spelen bij de vergunningverlening voor
nieuwe projecten. Op een later moment zal worden bezien of er een algemene verplichting
tot het gebruik van een naderingsdetectiesysteem moet worden opgelegd aan de exploitanten
van bestaande windparken die niet al vrijwillig gebruik maken van naderingsdetectiesystemen
en wat de financiële gevolgen daarvan zijn.
In overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie
zal de kamer eind dit jaar geïnformeerd worden over de voortgang van de verankering
in wetgeving en de mogelijkheden voor toepassing van naderingsdetectie in Nederland.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat