Brief regering : Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 augustus 2021
Hierbij stuur ik u het halfjaarlijkse overzicht van de resultaten van het toezicht
van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op de naleving van de (vigerende)
normen en regels voor milieu en externe veiligheid voor de luchthaven Schiphol. In
het overzicht wordt u daarnaast geïnformeerd over zaken die van belang zijn voor de
(toekomstige) handhaving van de regels voor preferentieel baangebruik in het nieuwe
normen en handhavingstelsel Schiphol (NNHS), zoals die zijn opgenomen in de ontwerpwijziging
Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB).
De resultaten van het toezicht over het gehele gebruiksjaar 2021 (1 november 2020
t/m 31 oktober 2021) worden na afloop van dat gebruiksjaar opgenomen in de «Staat
van Schiphol 2021».
In deze brief breng ik verslag uit over de eerste helft van het gebruiksjaar 2021,
de periode van 1 november 2020 tot en met 30 april 2021. Evenals in het voorgaande
gebruiksjaar hebben in deze periode het coronavirus en de maatregelen van het kabinet
voor Schiphol grote gevolgen gehad.
De halfjaarresultaten van het toezicht en de acties vanuit de ILT luiden als volgt:
Normen vigerend luchthavenverkeersbesluit (LVB)
• De normen voor de totale hoeveelheid geluid en externe veiligheid zullen in het gebruiksjaar
2021 naar verwachting niet overschreden worden. In de wettelijke handhavingspunten
was de geluidruimte halverwege het gebruiksjaar voor minder dan 50% verbruikt, waardoor
het overschrijdingsrisico beperkt is. De gerealiseerde aantallen vliegtuigbewegingen
blijven ruim achter bij de gebruiksprognose: voor het etmaal is 17% en voor de nacht
is 15% gerealiseerd. Het is onzeker in welke mate het vliegverkeer in het resterende
deel van het gebruiksjaar zal aantrekken, maar gezien de ontwikkelingen over de eerste
helft van het gebruiksjaar is de kans klein dat de normen voor geluid in handhavingspunten
aan het einde van het gebruiksjaar overschreden worden.
• De normen voor de uitstoot van stoffen (emissies) zullen naar verwachting niet worden
overschreden.
• Vanwege de coronamaatregelen bleef het aantal nachtvluchten zodanig beperkt dat de
norm van maximaal 32.000 nachtvluchten in het gebruiksjaar 2021 naar verwachting niet
zal worden overschreden.
• Er zijn afwijkingen geconstateerd van de minimale vlieghoogte voor de nacht bij de
eindnadering van de Zwanenburgbaan. Het aantal afwijkingen ligt hoger dan het voor
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) toegestane percentage van 0,05%. In het gebruiksjaar
2020 was dit ook het geval. De afwijkingen worden veroorzaakt door één van de twee
vaste naderingsroutes voor de Zwanenburgbaan in de nacht. Deze vaste naderingsroutes
zijn op 21 mei 2020 in gebruik genomen. Ze zorgen ervoor dat woonkernen ten noorden
van de Zwanenburgbaan zoveel mogelijk worden vermeden.
• Ik heb in dit kader de ILT een aanwijzing gegeven om, met terugwerkende kracht tot
21 mei 2020, niet handhavend op te treden tegen deze specifieke hoogteafwijkingen.
Hiermee zijn afwijkingen van de minimale vlieghoogte uit het vigerende LVB toegestaan,
op voorwaarde dat deze het gevolg zijn van het gebruik van de nieuwe luchtverkeerwegen
voor de Zwanenburgbaan voor naderend vliegverkeer in de nacht1. De ILT toetst deze voorwaarde. In de ontwerpwijziging van het LVB zijn voor de naderingsroutes
luchtverkeerwegen opgenomen, waarop de ILT na inwerkingtreding zal gaan handhaven.
• Er zijn geen afwijkingen van vertrekroutes voor de nacht geconstateerd die aanleiding
geven handhavend op te treden. De ILT heeft geen waarschuwingsbrieven gestuurd gericht
op het zonder geldige reden afwijken van vertrekroutes voor de nacht. De regels voor
het routegebruik die voor LVNL gelden zijn niet overtreden.
• Er zijn geen overtredingen geconstateerd van de regels voor het baangebruik.
• Bij 46 luchtvaartmaatschappijen is gecontroleerd of de in het vliegtuig aanwezige
hulpmotor voor de energievoorziening (APU) ten behoeve van de lokale luchtkwaliteit
op het platform tijdig is uitgezet. Daarbij zijn geen overtredingen geconstateerd.
Anticiperend handhaven Nieuwe Normen en Handhavingstelsel (NNHS)
• Zolang de wijziging van het LVB nog niet van kracht is, handhaaft de ILT anticiperend
op het NNHS. Dit houdt in dat de ILT geen maatregelen aan de sector oplegt bij overschrijdingen
van de geluidsnormen in handhavingspunten, als de overschrijdingen het gevolg zijn
van het vliegen volgens de regels van het NNHS, zoals vastgelegd in de ontwerpwijziging
van het LVB. Het gaat om vier regels voor strikt preferentieel baangebruik, waaronder
de beperking van de inzet van een vierde baan (vierde baanregel). Vanwege het geringe
aantal vluchten op Schiphol waren er in de eerste helft van het gebruiksjaar 2021
geen vluchten op een vierde baan. Het Ministerie van IenW en LVNL zijn nog met elkaar
in gesprek over de regel voor de inzet van een tweede start of landingsbaan (tweede
baanregel) in het NNHS. Aangezien er in het gebruiksjaar 2020 geen overschrijdingen
van de geluidnormen waren in handhavingspunten, is anticiperend handhaven in het lopende
gebruiksjaar 2021 niet aan de orde.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol 2021
Deze halfjaarrapportage is opgesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
en is een wettelijke verplichting (art 8.29 Wet luchtvaart). De rapportage beslaat
de periode 1-11-2020 tot en met 30 april 2021.
Voor Schiphol gelden normen voor geluid, het maximum aantal nachtvluchten, de uitstoot
van luchtverontreinigende stoffen (emissies) en de veiligheid voor de omgeving (externe
veiligheid). Daarnaast gelden er regels voor het baan- en routegebruik en voor de
uitstoot van luchtverontreinigende stoffen op het luchtvaartterrein. Deze normen en
regels staan in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). De Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) ziet erop toe dat Schiphol, de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)
en de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van Schiphol deze normen en regels
naleven. In deze rapportage staan de resultaten van dit toezicht over de eerste helft
van het gebruiksjaar 2021 (1 november 2020 t/m 30 april 2021).
Bij overschrijding van een norm uit het LVB heeft de ILT de beginselplicht om aan
de sector in het volgende gebruiksjaar een maatregel op te leggen. Het doel daarvan
is om te voorkomen dat de overschrijding zich opnieuw voordoet. De ILT stelt de overschrijdingen
van normen pas vast na afloop van een gebruiksjaar. Dit betekent dat de ILT in deze
tussenrapportage over het lopende gebruiksjaar 2021 nog geen uitspraak kan doen over
eventuele maatregelen in 2022. Ook kan er daardoor nog geen sprake zijn van anticiperend
handhaven.
Geluid
Voor het vliegverkeer van en naar Schiphol gelden geluidnormen voor de totale hoeveelheid
geluid (TVG) en voor van de lokale hoeveelheid geluid in een aantal vaste handhavingspunten
rondom Schiphol. De geluidsnormen worden voorafgaande aan een gebruiksjaar conform
de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI) vastgesteld voor het etmaal
en voor de nacht (23:00 tot 07:00 uur). Ze mogen aan het einde van het gebruiksjaar
(31 oktober 2021) niet overschreden zijn. De geluidsnormen voor de totale hoeveelheid
geluid in het gebruiksjaar 2021 worden naar verwachting niet overschreden. Dit blijkt
uit de berekende geluidbelasting over de eerste helft van het gebruiksjaar. Ook blijkt
uit de berekeningen dat de geluidsruimte in de handhavingspunten halverwege het gebruiksjaar
minder dan 50% bedraagt. Gezien de relatief ruime marge die nog aanwezig is en het
feit dat de gerealiseerde aantallen vliegbewegingen nog achterblijven bij de gebruiksprognose,
worden aan het einde van het gebruiksjaar 2021 geen overschrijdingen van geluidnormen
op handhavingspunten verwacht.
Nachtvluchten
De norm per gebruiksjaar voor het aantal nachtvluchten (23:00 tot 07:00 uur) op Schiphol
is niet meer dan 32.000 vluchten handelsverkeer. Het aantal nachtvluchten handelsverkeer
over de eerste helft van het gebruiksjaar 2021 bedraagt 4.656. Dat is 15% van de norm.
De norm van maximaal 32.000 vluchten in het gebruiksjaar 2021 zal daarom naar verwachting
niet worden overschreden.
Emissies
Voor Schiphol gelden normen voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door
vliegtuigen (emissies). Het gaat hierbij om relatieve normen voor koolmonoxide (CO),
stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS), zwaveldioxide (SO2) en fijnstof (PM10). Uit de berekende emissiewaarden blijkt dat deze stoffen in 2021 onder de (relatieve)
norm zullen blijven.
Externe veiligheid
De externe veiligheid gaat over het risico voor omwonenden van Schiphol om te overlijden
door een vliegtuigongeval. Als maat voor externe veiligheid geldt een norm voor het
totale risicogewicht (TRG). Het berekende TRG over de eerste helft van het gebruiksjaar
2021 bedraagt 18% van de norm. Naar verwachting zal Schiphol de norm voor de externe
veiligheid in het gebruiksjaar 2021 daarom niet overschrijden.
Routegebruik gezagvoerders
Gezagvoerders van straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat het vliegtuig binnen
een vertrek- of naderingsroute, boven een minimale vlieghoogte blijft. Gezagvoerders
mogen hier alleen van afwijken vanwege veiligheid of op basis van een instructie van
de LVNL. De ILT heeft alle afwijkingen in de nacht gecontroleerd. In de eerste helft
van het gebruiksjaar 2021 waren er geen vluchten die zonder geldige reden van een
vertrekroute voor de nacht afweken. Daarnaast heeft de ILT afwijkingen overdag gecontroleerd.
Ook voerde de ILT controles uit naar aanleiding van rechtstreekse meldingen of meldingen
via het klachtenbureau van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (BAS). De ILT heeft
geen overtredingen kunnen vaststellen.
Routegebruik LVNL
LVNL moet ervoor zorgen dat straalvliegtuigen binnen een vertrek- of naderingsroute
en boven een minimale vlieghoogte blijven. LVNL mag hier vanwege veiligheid van afwijken.
Ook mag LVNL hier tot een bepaald percentage van afwijken als dat nodig is voor een
vlotte afhandeling van het vliegverkeer. De ILT heeft op basis van de geregistreerde
gegevens vastgesteld dat er in de eerste helft van het gebruiksjaar 2021 in 166 gevallen
van de minimale vlieghoogte voor naderingen in de nacht is afgeweken. Deze afwijkingen
zijn veroorzaakt door het gebruik van vaste naderingsroutes van de Zwanenburgbaan
in de nacht
Baangebruik
Zowel gezagvoerders als LVNL moeten zich houden aan de beperkingen voor het baangebruik.
Ze mogen er van afwijken vanwege de veiligheid of als de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat daarvoor toestemming gegeven heeft. Bijvoorbeeld vanwege groot baanonderhoud.
Dat laatste was in de eerste helft van het gebruiksjaar 2021 aan de orde. Van 25 januari
2021 tot 17 mei 2021 vond er groot onderhoud plaats aan de Polderbaan. Gedurende de
onderhoudsperiode was een tijdelijke regeling (Stcrt. 2021, nr. 1827) van kracht. Er waren geen overtredingen met betrekking tot deze regeling. De ILT
heeft op basis van de geregistreerde gegevens vastgesteld dat de regels voor het baangebruik
in de eerste helft van het gebruiksjaar niet overtreden zijn.
Beperking uitstoot luchtverontreinigende stoffen luchtvaartterrein
Beperking van de uitstoot op het luchtvaartterrein wordt bereikt door taxiën met één
uitgeschakelde motoren door gebruik van een vaste stroomaansluiting op het platform
in plaats van de in het vliegtuig aanwezige hulpmotor voor de stroomvoorziening (APU).
Taxiën met één uitgeschakelde motor
Gezagvoerders van drie- en viermotorige straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat
het vliegtuig na de landing met één uitgeschakelde motor van de landingsbaan naar
het platform taxiet. Uit eerdere enquêtegegevens van Schiphol blijkt dat vrijwel alle
driemotorige vliegtuigen (voor zover nog aanwezig) en 80% van de viermotorige vliegtuigen
na de landing met één uitgeschakelde motor taxiën.
Gebruik vaste stroomaansluiting
Gezagvoerders moeten ervoor zorgen dat bij de afhandeling van het vliegtuig op het
platform de vaste stroomaansluiting wordt gebruikt. De in het vliegtuig aanwezige
hulpmotor voor de energievoorziening, de Auxiliary Power Unit (APU), moet tijdig worden
uitgezet. Dit ten behoeve van de lokale luchtkwaliteit. Schiphol voert zelf de controles
hierop uit en meldt de resultaten aan de ILT. De ILT kan vervolgens handhavend optreden.
Momenteel zijn er 73 vaste stroomaansluitingen op het luchtvaartterrein waar Schiphol
controles uitvoert. In de eerste helft van het gebruiksjaar 2021 voerde Schiphol bij
46 luchtvaartmaatschappijen in totaal 473 controles uit. Daarbij zijn geen overtredingen
geconstateerd met betrekking tot het gebruik van de APU.
Zorgplicht sector
Schiphol, LVNL en de luchtvaartmaatschappijen moeten er gezamenlijk voor zorgen dat
de normen voor geluid, het maximum aantal nachtvluchten, emissies en de externe veiligheid
niet overschreden worden. Voor de externe veiligheid en emissies blijven de berekende
waarden ruim onder de norm. De ILT vraagt hiervoor geen bijzondere inspanning van
de luchtvaarsector. Ook de norm voor het maximum aantal nachtvluchten levert voor
de luchtvaartsector geen problemen op.
Voor geluid geldt een aparte regeling die te maken heeft met het Nieuwe Normen- en
Handhavingstelsel Schiphol (NNHS). Deze regeling vloeit voort uit afspraken in de
Omgevingsraad Schiphol (ORS). Daarin hebben overheden, sectorpartijen, belangenorganisaties
en bewonersvertegenwoordigers een aantal jaar geleden met elkaar afgesproken dat al
gevlogen wordt volgens de regels van het NNHS ook al is het NNHS nog niet van kracht.
Dit houdt in dat zoveel mogelijk die banen worden gebruikt die voor de omgeving de
minste geluidhinder geven (strikt preferentieel baangebruik). Ook is in de ORS afgesproken
dat de sector geen maatregelen neemt om overschrijdingen van de geluidsnormen te voorkomen,
zodat niet wordt afgeweken van de regels van het NNHS.
Op basis van deze breed gedragen afspraken heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu op 25 september 2015 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstuk 31 936, nr. 296). In deze brief gaf de Staatssecretaris aan dat de ILT tot het van kracht worden
van het NNHS geen maatregelen aan de sector zal opleggen als blijkt dat de geluidsnormen
overschreden worden vanwege de regels van het NNHS (anticiperend handhaven). Daarom,
en omdat het NNHS sterk afwijkt van het huidige (wettelijke) milieustelsel, geldt
de zorgplicht van de sector om overschrijdingen van de geluidsnormen in handhavingspunten
te voorkomen feitelijk niet meer, zolang er gevlogen wordt volgens de regels van het
NNHS.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat