Brief regering : Onderzoek redenen tot niet deelname aan de NIPT

32 279
Zorg rond zwangerschap en geboorte

Nr. 164
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 augustus 2021

Op 18 december 2018 is de door het lid Agema ingediende motie aangenomen die de regering
oproept om te onderzoeken wat de redenen van zwangere vrouwen zijn om niet te kiezen
voor deelname aan de niet-invasieve prenatale test (NIPT) (Kamerstuk 32 279, nr. 146). Zoals ik heb aangegeven in mijn beantwoording van de schriftelijke vragen bij de
vaststelling van de begrotingsstaten voor het jaar 2020, is het onderzoek naar de
redenen voor zwangere vrouwen om niet deel te nemen aan de NIPT betrokken bij het
onderzoeksverband waarin de NIPT wordt aangeboden (TRIDENT-2) (Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 10). Door de coronacrisis hebben de onderzoekers vertraging opgelopen met het includeren
van zwangere vrouwen. Hierdoor is het hen niet gelukt de resultaten van het onderzoek
begin 2021 op te leveren, maar hebben zij de resultaten 2 juli jl. opgeleverd. In
de bijlage treft u het eindrapport van de onderzoekers1. Ik beschouw hiermee de motie als uitgevoerd.

In mijn Kamerbrief van 4 juni 2019 over de wijziging van de subsidieregeling NIPT,
heb ik aangegeven een evaluatie te laten uitvoeren naar de huidige subsidieregeling,
op basis van de uitvoeringstoets NIPT van het RIVM (Kamerstuk 29 323, nr. 126). Deze uitvoeringstoets heeft het RIVM op 1 april 2020 opgeleverd en heb ik als bijlage
bij mijn brief van 3 april 2020 aan uw Kamer verzonden (Kamerstuk 29 323, nr. 136). De evaluatie van de subsidieregeling is uitgevoerd door Ecorys. Het eindrapport
is in juni opgeleverd en bijgevoegd als bijlage bij deze brief2.

Het is aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over het aanbod van de NIPT
na het aflopen van het onderzoeksverband TRIDENT-2 op 1 april 2023 en over de eventuele
financiering daarvan.

Ik hoop uw Kamer zo voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge