Brief regering : Evaluaties subsidieregelingen voor Leven Lang Ontwikkelen
30 012 Leven Lang Leren
Nr. 140 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2021
Via de Routekaart Leven Lang Ontwikkelen bent u in kennis gesteld van het programma
en de maatregelen die zijn genomen om een leercultuur te bevorderen.1 Verder is via flankerend beleid bij de coronacrisismaatregelen extra budget ingezet
voor scholing en zijn er inmiddels veel middelen via verschillende regelingen beschikbaar
voor leren en ontwikkelen. Het is daarbij van belang te bezien welke maatregelen werken
en welke niet. Daar waar nodig kan beleid hier in de toekomst op worden aangepast.
Graag deel ik daarom de uitkomsten van de nulmeting en procesevaluatie van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor
de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector (SLIM) en van de monitor van de tijdelijke subsidieregeling Nederland leert door met inzet van scholing2. Ten slotte informeer ik u via deze brief over de eindverantwoording van Werkgelegenheidskansen benutten in kleinschalig ambacht via de Ambachtsacademie.
SLIM-regeling
De SLIM-regeling beoogt dat mkb-bedrijven meer investeren in een leerrijke omgeving
en een cultuur waarin het «up-to-date» houden van vakkennis en vaardigheden vanzelfsprekend
is. Met ingang van 1 januari 2020 is de regeling in werking getreden.3 Jaarlijks is voor SLIM € 48 miljoen beschikbaar (€ 29,5 miljoen voor individuele
mkb-ondernemers, € 17,5 miljoen voor samenwerkingsverbanden binnen het mkb en € 1,2 miljoen
voor grootbedrijven in de landbouw-, horeca- en recreatiesector).
In de eerste aanvraagrondes in 2020 zijn aanzienlijk meer subsidieaanvragen gedaan
dan er middelen beschikbaar waren. Om die reden is ongeveer twee derde van de aanvragen
van mkb en de helft van de aanvragen van samenwerkingsverbanden niet in behandeling
genomen. Van de 2.113 aanvragen die mkb-bedrijven zelfstandig hebben aangevraagd in
2020, zijn er 673 toegekend en 1.140 afgewezen. Bij grote bedrijven zijn 10 van de
17 aanvragen toegekend en bij samenwerkingsverbanden 73 van de 164.
Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor de volgende type activiteiten:
A. Doorlichten van de onderneming (diagnose benodigde kennis en vaardigheden en scholingsplan).
B. Het verkrijgen van loopbaanadviezen voor werkenden in een mkb-onderneming.
C. Ondersteuning in ontwikkeling/uitvoeren van een methode die werknemers in het bedrijf stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding
verder te ontwikkelen tijdens het werk.
D. Het bieden van praktijkleerplaatsen aan deelnemers voor een beroepsopleiding in de 3e leerweg.
In 2021 staan voor de SLIM-regeling, evenals in vorig jaar, weer drie tijdvakken (in
maart, juni en september) open. De eerste twee tijdvakken zijn inmiddels gesloten.
In september 2021 kunnen mkb-ondernemers weer een individuele aanvraag indienen.
Evaluaties SLIM
Om later de effectiviteit te kunnen meten is een nulmeting uitgevoerd, waarmee de
huidige stand van zaken van de leercultuur en deelname aan scholing en ontwikkeling
bij de aanvragers in beeld is gebracht. Onder de aanvragers blijkt een grote verscheidenheid
in sectoren, bedrijfsgroottes, arbeidsmarktregio’s en beroepsniveaus. De meeste mkb-ondernemers
(38 procent) vragen subsidie aan voor het ontwikkelen en implementeren van nieuwe
methodes (activiteit C). 32 procent vraagt subsidie aan voor doorlichting van de onderneming
(activiteit A) en 28 procent voor loopbaan- of ontwikkeladvies (activiteit B). Voor
praktijkleerplaatsen (activiteit D) vragen relatief weinig mkb-ondernemers subsidie
aan (3 procent). Een vergelijkbaar beeld komt naar voren bij het grootbedrijf en samenwerkingsverbanden.
Meer informatie over de stand van zaken bij de aanvragers is te vinden in de evaluatie nulmeting SLIM-regeling 2020 die als bijlage bij de brief is gevoegd.
Verder is een procesevaluatie uitgevoerd naar het aanvraag- en beoordelingsproces.
Deze evaluatie is primair bedoeld om te leren van de ervaringen van het eerste jaar
van de uitvoering om zo nodig de regeling tussentijds aan te kunnen passen. De evaluatie aanvraag- en beoordelingsproces SLIM-regeling 2020 is eveneens als bijlage bij de brief gevoegd.
Uit de procesevaluatie bleek dat 25 procent van de aanvragers drempels ervaart door
het ontbreken van bevoorschotting. Samenwerkingsverbanden ervaren relatief vaker dit
knelpunt. Met name de lange doorlooptijd van 24 maanden (voor samenwerkingsverbanden
en grootbedrijven) bleek lastig te zijn om voor te financieren. Naar aanleiding van
deze bevindingen uit de procesevaluatie is met de uitvoerder (Uitvoering van Beleid
van het Ministerie van SZW) een wijziging voorbereid, zodat per het eerstvolgende
aanvraagtijd in september een voorschot kan worden aangevraagd door samenwerkingsverbanden
en grootbedrijven. De regeling zal tevens met terugwerkende kracht in werking treden,
zodat ook lopende projecten een voorschot kunnen krijgen. De voorschotten worden toegekend
op basis van de tussenrapportage die aanvragers na een jaar moeten indienen. De wijzigingsregeling
wordt op 18 augustus in de Staatscourant gepubliceerd.
In de tweede plaats zal de komende tijd samen met de uitvoerder verkend worden welke
aanbevelingen uit de procesevaluatie kunnen worden overgenomen om het aanvraag- en
beoordelingsproces te verbeteren. In de derde plaats is recent gestart met het opzetten
van een kennis- en ondersteuningsprogramma voor SLIM. Met dit programma wordt gewerkt
aan lerende netwerken, waarin de aanvragers van de subsidie geleerde lessen en goede
voorbeelden met elkaar kunnen uitwisselen. Daarnaast worden er praktische tools beschikbaar
gesteld die mkb-ondernemers helpen bij het creëren van een leerrijke werkomgeving.
Uw Kamer zal periodiek worden geïnformeerd over het verloop van dit kennis- en ondersteuningsprogramma.
In 2023 vindt er een tussenevaluatie plaats en in 2025, na uitvoering van de gesubsidieerde
activiteiten, wordt een eindmeting uitgevoerd onder de gesubsidieerde bedrijven en
samenwerkingsverbanden om het effect te meten van de gesubsidieerde activiteiten.
NL leert door met inzet van scholing
Voor de tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van scholing konden in
oktober en november 2020 respectievelijk opleiders(-collectieven) en samenwerkingsverbanden subsidie aanvragen. Hiermee kunnen zij gratis scholingstrajecten
beschikbaar stellen die bijdragen aan het behoud van werk of het vinden van nieuw
werk voor mensen die als gevolg van de coronacrisis in de problemen zijn gekomen.
De tijdelijke regeling subsidieert drie soorten scholing: kortdurende trainingen (categorie
A), vakgerichte bijscholing (categorie B) en meer omvangrijk aanbod (scholing, EVC)
dat kan bijdragen aan omscholing naar ander werk (categorie C). De scholing wordt
gratis beschikbaar gesteld via de opleiders en via www.hoewerktnederland.nl.
Als bijlage bij deze brief is de monitor meegestuurd van de tijdelijke subsidieregeling
NL leert door met inzet van scholing4. De monitor geeft onder andere inzicht in het aantal gestarte deelnemers, het aantal
afgeronde scholingstrajecten en het aantal trajecten dat nog beschikbaar is. In de
monitoringsbrief Arbeidsmarkt en Beroep Noodpakket bent u geïnformeerd over de voortgang
van de regeling op basis van de voorlopige bevindingen uit de monitor.5 Naar aanleiding van de bevindingen wordt op dit moment uitgewerkt hoe voor toekomstige
regelingen invulling kan worden gegeven aan het, zonder tussenkomst van een derde,
verstrekken van persoonsgegevens door deelnemers ten behoeve van de controles die
door de uitvoerder moeten worden gedaan. Een deel van de opleiders en de deelnemers
ervaart namelijk ongemak hierbij. In de herfst volgt er weer een meting, waarvan de
resultaten in een tussentijdse rapportage met uw Kamer gedeeld zullen worden. Opleiders
en samenwerkingsverbanden uit de eerste twee aanvraagtijdvakken in 2020 zijn op dit
moment bezig met de uitvoering van de scholingstrajecten en hebben tot 31 december
2021 de tijd om de scholingstrajecten af te ronden.
In de eerste week van september 2021 zal een derde aanvraagtijdvak worden opengesteld
voor nieuwe aanvragen vanuit alle categorieën scholing6. Voor dit aanvraagtijdvak is € 30 miljoen beschikbaar. De tijdelijke regeling is
ten behoeve van dit aanvraagtijdvak inhoudelijk licht gewijzigd, in het bijzonder
bij categorie C. Deze categorie C staat nu open voor individuele opleiders of opleiderscollectieven.
Voorheen stond deze categorie alleen open voor samenwerkingsverbanden die met cofinanciering
scholing wilden financieren. Voor die samenwerkingsverbanden is er nu de Tijdelijke
subsidieregeling NL leert door met inzet van sectoraal maatwerk. De maximaal toe te
kennen subsidie voor categorie C is daarnaast verhoogd van € 1.000 naar € 1.500, zodat
ook meer omvangrijk aanbod beschikbaar komt. De scholingsactiviteiten uit dit derde
tijdvak zullen waarschijnlijk in november 2021 beschikbaar komen en doorlopen tot
eind 2022.
Ambachtsacademie
Tijdens de laatste begrotingsbehandeling heb ik uw Kamer beloofd dat ik in dit jaar
de doelmatigheid en de (kosten-)effectiviteit van het in 2017 gestarte project «Werkgelegenheidskansen
benutten in kleinschalig ambacht via de Ambachtsacademie» in beeld zou brengen en
aanbieden aan uw Kamer. Nu het project is afgerond en de Ambachtsacademie de eindverantwoording
heeft ingediend kan ik hier op ingaan. In 2017 is in het kader van het Actieplan Perspectief
voor vijftigplussers een subsidietraject gestart, Experimenten meer werk. De evaluatie
daarvan heeft uw Kamer reeds ontvangen.7 Uw Kamer heeft eind 2016 gevraagd om ook de Ambachtsacademie onder die vlag subsidie
toe te kennen.8
Hierom heb ik de Ambachtsacademie een subsidie van € 2 miljoen toegekend met als doel
om te onderzoeken of de Ambachtsacademie een goede manier is om werkzoekende ouderen
te begeleiden naar een baan, meer specifiek door hen in te laten stromen in een baan
in het kleinschalig ambacht. In het projectvoorstel van de Ambachtsacademie werd ingezet
op het begeleiden van 200 kandidaten, wat omgerekend zou uitkomen op € 10.000 per
kandidaat. De instroom van kandidaten viel echter om verscheidene redenen tegen. Daarom
heeft de Ambachtsacademie eind 2018 een wijzigingsverzoek bij mijn ministerie ingediend
om het aantal deelnemers te verlagen naar 100.
Inmiddels heeft de Ambachtsacademie een eindverantwoording opgeleverd. Daaruit blijkt
dat de projectkosten uiteindelijk uitkomen op ongeveer € 1,9 mln. In totaal hebben
38 deelnemers een baan als werknemer of ondernemer in het kleinschalig ambacht gevonden.
Voor 28 van hen geldt bovendien dat zij hun opleiding bij de Ambachtsacademie volledig
hebben afgerond en een diploma hebben behaald. Per succesvol uitgestroomde deelnemer
bedragen de kosten derhalve om en nabij de € 50.000. De resultaten wijken daarmee
in negatieve zin af van het oorspronkelijke doel en de beoogde kosteneffectiviteit.
Er zijn significant minder mensen ingestroomd én uitgestroomd naar werk dan was beoogd,
terwijl de kosten ongeveer op het voorziene niveau uit zijn gekomen. Dit heeft tot
gevolg dat de gemiddelde kosten per succesvol traject hoog uitvallen.
Overigens ontvangt de Ambachtsacademie in ieder geval nog subsidie tot en met 2023
voor een vervolgproject («Levenlang Ontwikkelen via de Ambachtsacademie»). De laatste
deelnemers van dit project stromen in 2022 in; hun uitstroom is gepland in 2023. Voor
dit vervolgproject is in 2019 op basis van een amendement van uw Kamer € 3 miljoen
vrijgemaakt.9 Voorwaarde bij deze subsidieverlening is dat de Ambachtsacademie onderzoekt welke
mogelijkheden er zijn om hun activiteiten duurzaam te kunnen financieren, zonder daarbij
afhankelijk te zijn van subsidies. Volledigheidshalve merk ik op dat de Ambachtsacademie
in haar eindverantwoording aan heeft gegeven dat het bij dit eerste project ging om
een pilot en er eenmalige aanloopkosten zijn geweest, bijvoorbeeld voor het opzetten
van de opleidingsstructuur. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat de kosteneffectiviteit
voor het vervolgproject hoger is.
Tot slot
Met het brede palet aan maatregelen voor zowel individuen en bedrijven beoogt het
kabinet in te zetten op een brede leercultuur. Dat kan alleen als we bereid zijn zelf
ook te blijven leren en bij te sturen waar nodig. Door de evaluaties en de maatregelen
voor Leven Lang Ontwikkelen doen we nieuwe ervaring op, die weer nuttig kan zijn bij
de uitvoering van andere maatregelen. Ik zal uw Kamer blijven informeren over de resultaten
van uitgevoerde metingen en evaluaties.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid