Brief regering : Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-4)
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 352 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juli 2021
Zoals reeds aangekondigd in de Kamerbrief «Het steun- en herstelpakket in het derde
kwartaal van 2021» van 27 mei 20211, wordt de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid met
drie maanden verlengd tot en met september 2021. Hierbij bied ik u de regeling aan
waarin deze verlenging is geregeld: de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging
voor behoud van werkgelegenheid (NOW-4)2.
De NOW-4 regeling komt sterk overeen met haar voorganger (NOW-3, vierde en vijfde
tranche). Er zijn echter een aantal aanpassingen gedaan ten opzichte van de NOW-3
regeling. Deze aanpassingen zijn in een aantal voorgaande Kamerbrieven aan u bekend
gemaakt, maar in het kader van de overzichtelijkheid zet ik de belangrijkste wijzigingen
hieronder nogmaals kort uiteen.
Ten eerste wordt, zoals aangekondigd in de genoemde Kamerbrief «Het steun- en herstelpakket
in het derde kwartaal van 2021», de TVL uitgezonderd van het omzetbegrip binnen de
NOW. In de NOW-4 telt de TVL niet langer mee als omzet voor de vaststelling van de
NOW-subsidie. Dit geldt ook voor de NOW-3.
Ten tweede wordt, zoals aangekondigd in de Kamerbrief «Voorstellen administratieve
lastenverlichting controle NOW» van 31 mei 20213, een zestal aanpassingen in de controlesystematiek van de NOW doorgevoerd. De aanpassingen
zorgen ervoor dat de administratieve lasten, waar werkgevers mee te maken krijgen
als zij een NOW-aanvraag doen, worden verminderd. Deze aanpassingen worden tevens
ingevoerd voor de NOW-3. Een van deze aanpassingen – het verhogen van de drempelbedragen
– moet in de regeling worden opgenomen. Daarom wordt bepaald dat de drempelbedragen
vanaf wanneer een derdenverklaring of een accountantsverklaring moet worden aangeleverd,
zijn verhoogd. Voor de derdenverklaring is de nieuwe grens 40.000 euro (voorschot
en vaststelling). Voor de accountantsverklaring was vanaf een voorschot van 100.000
euro een accountantsverklaring verplicht, dit wordt 125.000 euro (dit drempelbedrag
gold al voor de vaststelling).
Ten derde wordt, zoals in de Kamerbrief van 1 juni jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 320) aangekondigd, een aanvullende voorwaarde opgenomen in de NOW-4 met betrekking tot
het uitkeren van bonussen en dividend, als uitwerking van de motie van de leden Ploumen,
Marijnissen en Kröger (voorwaarden NOW bonussen- en dividendverbod multinationals)4. Met deze voorwaarde worden werkgevers die een voorschot van meer dan 125.000 euro
hebben ontvangen, of waarbij de subsidie wordt vastgesteld op meer dan 125.000 euro,
verplicht om bij een NOW-aanvraag een overeenkomst te sluiten met een vertegenwoordiging
van werknemers over het bonus- en dividendbeleid.
Ten vierde wordt, zoals in de Kamerbrief «Heroverweging steunpakket in het derde kwartaal
en aankondiging steunpakket in het vierde kwartaal» van 29 juni jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 348) aangekondigd, een begrenzing van 80% ingevoerd op het omzetverliespercentage in
de NOW-4. Dit betekent dat bij de berekening van de hoogte van de subsidie gerekend
wordt met een percentage van maximaal 80% omzetverlies, ook als de werkgever meer
omzetverlies heeft.
In het kader van het opnemen van de aanvullende voorwaarde in de NOW-4 met betrekking
tot het uitkeren van bonussen en dividend, breng ik u op de hoogte van het advies
van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) over de NOW-4 regeling. Het advies
luidt niet vaststellen, tenzij de extra voorwaarde met betrekking tot het uitkeren
van bonussen en dividend wordt geschrapt. De ATR is namelijk van mening dat de voorwaarde
geen materiële betekenis toevoegt en extra regeldruk voor werkgevers en werknemers
met zich meebrengt.
De overeenkomst zal inderdaad geen formeel middel zijn om bonussen en dividenden bij
een buitenlandse moedermaatschappij te verbieden, maar de overeenkomst kan wel een
materieel effect hebben, omdat de vakbeweging zodoende op de hoogte is van het bonus-
en dividendbeleid. Daarbij gaat het om subsidie gefinancierd uit publieke middelen
en is het in dat licht van belang dat het bonus- en dividendbeleid van een werkgever
weloverwogen tot stand komt. De verklaring brengt wel regeldruk met zich mee, maar
zal naar verwachting slechts van toepassing zijn op 2.300 aanvragers. Bovendien staat
daar een forse administratieve lastenverlichting in NOW-3 en -4 tegenover.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid