Brief regering : Vormgeving nationale burgerconsultaties in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa
35 663 Staat van de Europese Unie 2021
Nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juli 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer, conform de motie van de leden Amhaouch en Kamminga
over het betrekken van de Nederlandse burger bij de Conferentie over de Toekomst van
Europa (de Conferentie)1, over de burgerconsultaties en communicatie in het kader van de Conferentie. In lijn
met de motie van het Eerste Kamerlid Koole2 c.s. is een gelijkluidende brief aan de Eerste Kamer verzonden.
In deze brief wordt nader ingegaan op de vormgeving van de burgerconsultaties. Daarnaast
wordt uiteengezet hoe de communicatie over de Conferentie en de burgerdialogen verder
zal worden vormgegeven.
Vormgeving nationale burgerconsultaties
Zoals reeds in de Kamerbrief van 21 april jl.3 aan uw Kamer vermeld, zal het kabinet nationale burgerconsultaties organiseren. Deze
consultaties bestaan uit verdiepende burgerdialogen onafhankelijk uitgevoerd door
een externe organisatie, en daarnaast een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau
(SCP) over de wensen en verwachtingen van Nederlanders ten aanzien van de Europese
Unie (EU).
Op basis van een offerteaanvraag heeft het kabinet een externe organisatie geselecteerd
voor de vormgeving en uitvoering van inclusieve en representatieve burgerdialogen,
met bijzondere aandacht voor het betrekken van jongeren en moeilijker bereikbare groepen.
Daarnaast maakt de vormgeving en uitvoering van een bijbehorend communicatietraject
onderdeel uit van de opdracht. De belangrijkste contouren van de aanpak worden hieronder
beschreven, die in overleg met de externe organisatie nader worden uitgewerkt. Gedurende
het proces van de burgerconsultaties zal enige flexibiliteit geboden zijn om de koers
en aanpak zo nodig bij te stellen.
De aanpak bestaat uit twee fasen. De eerste fase bestaat uit een brede dialoog waarbij
online ideeën worden opgehaald. Dit gebeurt met een representatieve groep burgers
(circa 3.600) die geselecteerd wordt op basis van een bestaand landelijk panel. Bij
de selectie wordt rekening gehouden met de geografische spreiding en andere indicatoren
zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau om de representativiteit te waarborgen.
In aanvulling daarop zal, voor een participatieve aanpak met laagdrempelige toegang
en daarmee een groter bereik, gebruik worden gemaakt van een online tool waarbij burgers
– aan de hand van beelden – eenvoudig hun voorkeur over een bepaald beleidsterrein
kenbaar kunnen maken. Ook zal hen een mogelijkheid worden geboden om overige ideeën
en wensen te uiten.
In een tweede fase wordt kwalitatieve verdieping, weging en prioritering aangebracht
door middel van themadialogen. Deze dialogen vinden in eerste instantie online plaats.
Het gaat daarbij om 8 themadialogen, waar in totaal 400 mensen aan deelnemen. Deze
mensen worden geselecteerd uit de deelnemers aan de eerste fase en via open werving.
In de selectie en werving van deelnemers wordt aandacht besteed aan de deelname van
jongeren en moeilijk bereikbare doelgroepen. De dialogen zijn erop gericht om de eerder
opgehaalde ideeën uit de eerste online fase te verdiepen, en nieuwe ideeën op te halen.
Gezien de doelstelling om jongeren en moeilijker bereikbare groepen in het bijzonder
te betrekken, worden er daarnaast parallel fysieke dialogen georganiseerd. Voor wat
betreft de laatste doelgroep zullen, in samenwerking met gemeenten en daaraan verbonden
wijkorganisaties en zelforganisaties, en op basis van op maat gemaakte programma’s,
gesprekken worden gevoerd op verschillende plekken verspreid over Nederland.
Ook zal er een campagne worden ontwikkeld voor jongeren om met elkaar in gesprek te
gaan over de wensen voor de toekomst van de EU. Daarvoor worden in het najaar verschillende
locaties bezocht waar jongeren samenkomen. De exacte invulling van de bezoeken formuleren
de jongeren zelf, met daarbij in het bijzonder aandacht voor diversiteit en inclusiviteit.
Op korte termijn zal worden gestart met de vormgeving en organisatie van de burgerdialogen,
en de communicatiestrategie. De eerste online fase zal starten in gedurende de zomermaanden.
De verdiepende themadialogen en parallel de fysieke dialogen met jongeren en moeilijker
bereikbare groepen (tweede fase) zullen hierop aansluiten.
Voorafgaand aan de plenaire vergaderingen van de Conferentie4 wordt een tussenverslag opgeleverd, waarin de inbreng thematisch inzichtelijk zal
worden gemaakt. Het eindverslag zal na afronding van alle burgerdialogen worden opgeleverd.
Het kabinet zal de verslagen aanbieden aan de Conferentie en meenemen in haar inbreng
in de plenaire vergaderingen. De (tussen)verslagen zullen met uw Kamer worden gedeeld,
en gepubliceerd. Mede door middel van de verslagen, zal tevens terugkoppeling worden
verzorgd richting de deelnemers aan de dialogen.
Sociaal Cultureel Planbureau
Daarnaast heeft het kabinet het SCP gevraagd welke kennis verder kan worden ontsloten,
aanvullend op het rapport uit 2018, gericht op de vraag wat de Nederlandse burger
wil van de Europese Unie. Dit onderzoek was gebaseerd op beschikbaar enquêtemateriaal
aangevuld met kwantitatief en kwalitatief onderzoek.5 Een aanvullende notitie op dit rapport zal ingaan op de algemene houding van Nederlandse
burgers ten aanzien van de EU, met daarbij een reflectie op (eventuele) invloed van
de coronacrisis hierop. Daarnaast zal de notitie ingaan op de verwachtingen van burgers
van de EU, gericht op de 9 thema’s6 die voor de Conferentie zijn vastgesteld. De notitie zal medio oktober door het SCP
worden gepubliceerd en met uw Kamer worden gedeeld.
Communicatie
Het kabinet zal zich ook inzetten voor bekendmaking van de Conferentie en de burgerdialogen,
door de inzet van verschillende communicatiemiddelen. Voor wat betreft de burgerdialogen
is de communicatiestrategie er primair op gericht om deze bij zoveel mogelijk mensen
onder de aandacht te brengen en mensen te activeren mee te doen aan de dialogen. De
getrapte communicatiestrategie bestaat uit drie onderdelen: starten met een luisteroffensief,
om inbreng op te halen over de wensen en verwachtingen van Nederlanders ten aanzien
van de EU. Deze wensen en ideeën worden vervolgens verdiept, en gebruikt om andere
deelnemers mee te stimuleren om hun meningen en ideeën te delen. Als derde worden
de opbrengsten uit de dialoog teruggekoppeld richting de deelnemers.
Het kabinet zal zelf ook een actieve rol aannemen om de Conferentie bekend te maken.
Bewindspersonen zullen vanaf het najaar, op basis van de uitkomsten van de burgerdialogen,
het gesprek aangaan om te luisteren naar de wensen van Nederlanders. Daarnaast is
er een hoog-ambtelijke gezant voor de Conferentie aangewezen bij het Ministerie van
Buitenlandse Zaken, die mede zal worden ingezet voor bijeenkomsten met bijvoorbeeld
kennisinstellingen, decentrale overheden, en het maatschappelijk middenveld.
In lijn met de toezegging gedaan aan Kamerlid Amhaouch tijdens het Commissiedebat
over de Conferentie op 12 mei jl. (Kamerstuk 35 663, nr. 8), heeft het kabinet het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) benaderd om de Conferentie onder de aandacht te brengen, en een actieve
rol van hen hierin aan te moedigen. Het kabinet verwelkomt de reeds getoonde inzet
van het IPO en VNG. Gemeenten en regio’s zijn onmisbaar om de burger te bereiken bij
de Conferentie. Op het regionale en provinciale niveau spelen immers tal van vraagstukken
met een sterke Europese dimensie, zeker in de grensregio’s wordt Europese integratie
tastbaar. Naast het IPO en VNG zal het kabinet de Conferentie bekendmaken bij een
breed spectrum aan koepelorganisaties en belangenverenigingen, met als doel deelname
aan de Conferentie te vergroten.
Naast de bovengenoemde inzet voor de vormgeving van de nationale burgerdialogen, worden
er op Europees niveau burgerpanels georganiseerd en heeft de Europese Commissie een
meertalig digitaal platform ontwikkeld7 waar burgers en organisaties direct inbreng voor de Conferentie kunnen leveren. De
inbreng via alle drie de sporen zal voeding zijn voor bespreking in de plenaire vergadering.
Zoals uw Kamer bekend zal, in lijn met bestaande informatieafspraken, het kabinet
uw Kamer informeren over ontwikkelingen ten aanzien van de Conferentie en de inzet
van het kabinet.8 Daarbij wordt zo goed mogelijk aangesloten bij bestaande afspraken over EU-informatievoorziening,
en wordt uw Kamer geïnformeerd middels geannoteerde agenda’s, de voorbereidende algemene
overleggen en de verslagen van de Raad. Indien nodig zal het kabinet uw Kamer apart
per brief informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken