Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 juli 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2390 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 jul 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 juli 2021.
Bij dit verslag wordt tevens een vertrouwelijke bijlage meegestuurd, te weten een
non-paper over coherentie tussen intern en extern digitaal beleid van de EU en de
positie van de EU op digitaal en technologisch vlak1.
In dit verslag wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie van het
lid De Roon over het aanspreken van statelijke actoren die het terroristische geweld
van Hamas steunen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1684), de motie van het lid Eppink c.s. over het vrijlaten van Armeense krijgsgevangenen
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2370), de motie van het lid Kuzu over een strategie tegen de vaccinatiediplomatie van
Rusland en China (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2382), de motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2385) over het voorbereiden van een aanvullend sanctiepakket tegen Wit-Rusland en de motie
van de leden Kuzu en Piri over internationale sancties tegen economische entiteiten
die gelieerd zijn aan het Myanmarese leger (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2381). Tevens wordt uw Kamer geïnformeerd hoe het kabinet uitvoering heeft gegeven aan
toezeggingen uit het Commissiedebat RBZ van 8 juli jl.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 12 JULI 2021
Op maandag 12 juli nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) in Brussel. Onder Current Affairs werd gesproken over Afghanistan en Libanon. Tevens werd de Raad geïnformeerd over
het recente bezoek van de Roemeense, Oostenrijkse en Litouwse Ministers van Buitenlandse
Zaken aan de Zuid-Kaukasus. Op verzoek van verschillende lidstaten werd ook gesproken
over Belarus. Als volle agendapunten stonden geopolitiek van nieuwe technologieën
(inclusief bespreking van de Raadsconclusies over connectiviteit), het Strategisch
Kompas en Ethiopië geagendeerd. Voorafgaand aan de Raad vond er een informeel ontbijt
plaats met de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Sameh Shoukry. Tijdens
de lunch voerden de leden van de RBZ een gesprek met de heer Yair Lapid, de Israëlische
Minister van Buitenlandse Zaken.
In dit verslag wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie van het
lid De Roon over het aanspreken van statelijke actoren die het terroristische geweld
van Hamas steunen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1684), de motie van het lid Eppink c.s. over het vrijlaten van Armeense krijgsgevangenen
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2370), de motie van het lid Kuzu over een strategie tegen de vaccinatiediplomatie van
Rusland en China (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2382), de motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2385) over het voorbereiden van een aanvullend sanctiepakket tegen Wit-Rusland en de motie
van de leden Kuzu en Piri over internationale sancties tegen economische entiteiten
die gelieerd zijn aan het Myanmarese leger (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2381). Tevens wordt uw Kamer geïnformeerd hoe het kabinet uitvoering heeft gegeven aan
toezeggingen uit het Commissiedebat RBZ van 8 juli jl.
Current Affairs
Afghanistan
De Raad besprak kort de recente ontwikkelingen in Afghanistan en sprak zorgen uit
over de verslechterende veiligheidssituatie, in het bijzonder het toenemende etnische
geweld tegen de Hazara. Ook de invloed van de veiligheidssituatie op migratiestromen
is voor veel lidstaten een punt van zorg. Nederland heeft verzocht om Afghanistan
op korte termijn als vol agendapunt te bespreken in de Raad.
Libanon
De Raad sprak over de situatie in Libanon en de noodzaak van hervormingen en een functionerende
overheid. De Raad bereikte consensus over de uitwerking op werkniveau van een juridisch
haalbaar sanctieregime, dat de nodige druk zou kunnen zetten op Libanese actoren om
de huidige impasse te doorbreken. Nederland steunt het instellen van een sanctieregime
en onderstreepte het belang van voldoende humanitaire steun voor Libanon.
Debrief bezoek aan Zuid-Kaukasus
Naar aanleiding van het bezoek van drie EU-Ministers (Oostenrijk, Litouwen en Roemenië)
aan Georgië, Armenië en Azerbeidzjan, ontving de Raad een debrief. De Ministers reisden
daar eind juni naartoe met een mandaat van HV Borrell. Ze spraken o.a. met de regeringsleiders
van de drie landen. De leden van de Raad stelden dat grotere EU-betrokkenheid in deze
regio wenselijk is. Nederland ondersteunde dit en onderstreepte conform de motie van
het lid Eppink c.s. over het vrijlaten van Armeense krijgsgevangenen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2370) dat het van groot belang is dat alle krijgsgevangen zo snel mogelijk worden vrijgelaten
in lijn met het internationaal recht. Deze boodschap is ook overgebracht tijdens het
bezoek van Oostenrijk, Litouwen en Roemenië. Tevens pleitte Nederland voor toegang
voor internationale (humanitaire) organisaties tot de gebieden.
Belarus
De Raad sprak over de sterk oplopende aantallen migranten die vanuit Belarus Litouwen
binnenkomen. Het kabinet acht het aannemelijk dat de toename van migranten via deze
ongebruikelijke route verband heeft met de politieke crisis in Belarus. Veel lidstaten,
waaronder Nederland, uitten solidariteit met Litouwen vis-à-vis Belarus. Nederland
heeft het belang benadrukt van gesprekken met transit- en herkomstlanden. Ook heeft
Nederland in brede zin aangegeven open te staan voor het treffen van voorbereidingen
voor een vijfde sanctiepakket tegen het Belarussische regime, conform motie van het
lid Brekelmans (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2385).
Connectiviteit
De Raad nam conclusies aan over een Globally Connected Europe2 die de Connectiviteitsstrategie «Connecting Europe and Asia» van 2018, operationaliseren, mondialiseren en meer zichtbaarheid geven. Op basis
van de Raadconclusies komt de Commissie met voorstellen om partnerschappen met derde
landen op digitaal gebied uit te breiden. Daarbij zal regelmatig aan de lidstaten
worden gerapporteerd over de voortgang. Het kabinet verwelkomt deze raadsconclusies.
Gezien de geopolitieke ontwikkelingen zoals het Belt and Road Initiative maar ook het recent aangekondigde G7- initiatief over investeringen in infrastructuur,
acht het kabinet het van belang dat de EU zowel in Azië als in de rest van de wereld
een zichtbare rol speelt op het gebied van connectiviteit via de ontwikkeling van
fysieke en digitale infrastructuur.
Iran
Zoals toegezegd aan het lid De Roon (PVV) tijdens het Commissiedebat RBZ van 8 juli
jl. heeft Nederland in de Raad zijn zorgen uitgesproken over de verkiezingen in Iran.
Daarbij heeft Nederland zijn teleurstelling geuit over het gebrek aan democratische
legitimiteit van de verkiezingen door het restrictieve beleid ten aanzien van selectie
van kandidaten en de beperkingen op vrijheid van meningsuiting in Iran. Tevens benoemde
Nederland zorgen over de vermeende betrokkenheid van de verkozen president bij grove
mensenrechtenschendingen in Iran.
Jemen
Conform de motie Jasper van Dijk over het gebruik van honger als wapen in Jemen (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2380) heeft de Minister in de Raad zorgen geuit over de inzet van honger als wapen in
het conflict in Jemen. Daarnaast heeft de Minister aangegeven maatregelen tegen de
verantwoordelijken daarvan te willen overwegen en daarover in EU-verband verder te
willen spreken.
Geopolitiek van nieuwe technologieën
De Raad voerde een brede discussie over de geopolitiek van nieuwe technologieën, waarbij
meerdere lidstaten onderstreepten dat de EU haar regelgevende macht moet behouden
op basis van de eigen normen en waarden en zich internationaal ook moet positioneren
als voorvechter van die normen en waarden. Hierbij gaf onder andere Nederland aan
dat het van belang is dat de EU in zowel de eigen regio als daarbuiten blijft inzetten
op capacity building en het tegengaan van de digital divide en zichzelf daarbij profileert als betrouwbaar en veilig alternatief ten opzichte
van andere actoren.
Onder dit agendapunt intervenieerde België namens de Benelux, als huidig voorzitter.
De discussie tijdens de Raad werd gekaderd door een breed ondersteund non-paper, dat
ook mede door Nederland werd opgesteld en ondertekend. Dit non-paper gaat uw Kamer
als vertrouwelijke bijlage bij dit verslag toe. Belangrijkste boodschappen van dit
non-paper zijn het belang van coherentie tussen intern en extern digitaal beleid van
de EU en het behoud van een sterke EU-positie op digitaal en technologisch vlak.
In brede zin bespraken de lidstaten dat eensgezind optrekken leidt tot een sterkere
positie op het wereldtoneel richting andere actoren en dat de EU daardoor weerbaarder
wordt tegen groeiende dreigingen die de veiligheid en het concurrentievermogen van
de EU ondermijnen. In dit kader benadrukte Nederland het belang van het verder door
ontwikkelen van de Cyber Diplomacy Toolbox.
Ook onderschreven lidstaten het belang van samenwerking met zowel gelijkgezinde partners
en internationale organisaties als industrie en het maatschappelijk middenveld. Onder
andere de Benelux noemde de onlangs opgerichte EU-VS Trade and Technology Council als een goed voorbeeld van samenwerking en om de uitdagingen op intern en extern
beleid te bespreken met partners.
Ook voor de militaire toepassingen van nieuwe technologie werden door meerdere lidstaten
aandacht gevraagd, waaronder door de Benelux. Zo werd diverse keren aandacht gevraagd
voor verdergaande discussies binnen de EU op dit onderwerp, de noodzaak van een internationaal
raamwerk op autonome wapensystemen en werd de rol van internationale partners zoals
de NAVO en de OVSE op emerging and disruptive technologies benadrukt.
Strategisch Kompas
Na eerdere besprekingen in de RBZ/Defensie van o.a. 6 mei jl. en 28 mei jl. (Kamerstuk
21 501-28, nrs. 220 en 222), spraken de Ministers van Buitenlandse Zaken over het Strategisch Kompas.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) benadrukte dat het Strategisch Kompas richting moet
geven aan het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de EU voor
de komende vijf tot tien jaar. Het Strategisch Kompas moet ambitieus, maar tegelijk
concreet en uitvoerbaar zijn. Het moet bijdragen aan een meer gedeelde veiligheidscultuur
en de rol van de EU als geloofwaardige veiligheidsactor versterken, aldus de HV.
De lidstaten lichtten hun prioriteiten en aandachtspunten voor het Strategisch Kompas
toe. Het versterken van het militair crisisbeheer van de EU, onder meer door middel
van robuustere mandaten, meer flexibiliteit in de besluitvorming en betere en snellere
inzetbare capaciteiten, werd door meerdere lidstaten benoemd. Ook civiel crisisbeheer
en het belang van early warning/early action (EWEA) kwamen aan bod. Om de weerbaarheid van de EU te vergroten, moet de EU haar
verdediging tegen cyber- en hybride aanvallen vergroten, maar ook haar rol in de ruimte,
en als maritieme actor. Inzake partnerschappen ligt de prioriteit voor vele lidstaten
bij EU-NAVO- en EU-VS-samenwerking.
Nederland benoemde in deze discussie onder meer het belang van conflictpreventie en
EWEA, het voorstel om een hybride toolbox verder uit te werken, en het Duits-Nederlandse EU-NAVO food for thought-paper om de samenwerking tussen beide organisaties verder te verdiepen. Daarnaast
moet de EU ook inzetten op een versterking van de (veiligheids)relatie met de VS, zoals op de recente EU-VS-top afgesproken.
De HV lichtte tot slot de verdere tijdslijn toe. Het eerste ontwerp van het Strategisch
Kompas wordt in november verwacht. Daarna volgen de onderhandelingen binnen de Raad.
Het is de bedoeling het Strategisch Kompas in maart 2022 vast te stellen. Het kabinet
zal uw Kamer conform de staande informatieafspraken blijven informeren over de voortgang
van de totstandkoming van het Strategisch Kompas.
Lunch en ontmoeting Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Lapid
De Raad sprak tijdens de lunch met de nieuwe Israëlische Minister van Buitenlandse
Zaken, Yair Lapid, en onderschreef het belang van verdieping van de relatie tussen
de EU en Israël. Daarbij was er ook brede aandacht voor het belang van het houden
van een Associatieraad. Ook Nederland sprak zich expliciet uit voor het houden van
een Associatieraad, gezien de talloze terreinen waarop de EU en Israël goed samenwerken.
De Associatieraad dient ook om op niveau te kunnen spreken over de onderwerpen waar
we het niet over eens zijn, zoals nederzettingen. Nederland benadrukte voorts het
belang dat Israël kan blijven deelnemen aan EU-programma’s als Horizon Europe.
De Israëlische Minister Lapid gaf te kennen dat Israël ook graag de relatie met de
EU verdiept, omdat de EU en Israël dezelfde liberale waarden delen. Israël vindt het
belangrijk dat de bilaterale relatie gescheiden blijft van het MOVP, en dat daarom
geen voorwaarden worden verbonden aan het houden van de Associatieraad. Beide zijden
onderschreven het belang van de twee-statenoplossing, en spraken zich uit tegen annexatie
van de Westelijke Jordaanoever.
En marge van de Raad heeft de Minister tevens bilateraal gesproken met Minister Lapid.
De Ministers bespraken het belang van verdieping van de EU-Israël-relatie, de goede
bilaterale relatie en het MOVP, inclusief de door Nederland gefaciliteerde trilaterale
werkgroepen met Israëlische en Palestijnse experts op het gebied van water, energie
en grensovergangen, en de situatie in Oost-Jeruzalem en Gaza. Zoals aan uw Kamer toegezegd
tijdens het Commissiedebat RBZ op 8 juli jl., informeerde de Minister naar de stand
van de Israëlische strafrechtelijke onderzoeken naar het eigen optreden aan de grens
met Gaza in 2018 en 2019, in reactie op de massademonstraties die daar toen plaatsvonden
(ook wel de Great March of Return genoemd). Lapid zegde toe hier nader op terug te komen.
Het kabinet wil uw Kamer middels deze brief tevens informeren dat het uitvoering heeft
gegeven aan de motie van het lid De Roon (PVV) (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1684) over het aanspreken van statelijke actoren die het terroristische geweld van Hamas
steunen. Het kabinet spreekt betrokken statelijke actoren met regelmaat aan op hun
steun aan Hamas, dat door de EU als terroristische organisatie is bestempeld. Zo spreekt
de Minister van Buitenlandse Zaken Iran met regelmaat aan op zijn vaak destabiliserende
rol in de regio, waaronder zijn steun aan niet-statelijke actoren en terroristische
organisaties als Hamas. Op 19 mei jl. heeft toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken
Blok met de Minister voor Buitenlandse Zaken van Qatar gesproken over de confrontatie
tussen Israël en Hamas. Tijdens dit gesprek werd benadrukt dat alle betrokken partijen
internationaal humanitair recht dienen te respecteren, dat burgers te allen tijde
moeten worden beschermd en dat bemiddeling tussen de partijen om tot een wapenstilstand
te komen cruciaal was. Het voorstel van Egypte dat uiteindelijk heeft geleid tot een
wapenstilstand werd tevens ondersteund door Qatar. Het kabinet stelt in bilaterale
contacten de Turkse opstelling ten opzichte van Hamas aan de orde en wijst op het
belang van een constructieve opstelling van alle landen bij het oplossen van dit conflict.
Nederland heeft dit recent opnieuw gedaan n.a.v. de motie van het lid De Roon (PVV).
Ethiopië
De Raad sprak eensgezind zijn zorgen uit over de humanitaire situatie in Tigray en
riep alle partijen op om humanitaire toegang te verschaffen en geweld te stoppen.
De Raad onderstreepte nogmaals de noodzaak dat Eritrea zijn troepen terugtrekt uit
Tigray en maakte duidelijk dat de Ethiopische overheid nog altijd mede verantwoordelijkheid
draagt voor bescherming van de burgerbevolking. Tot slot werd opgeroepen tot een politiek
proces om het geweld te beëindigen, met betrokkenheid van de Afrikaanse Unie en de
VN Veiligheidsraad. Daarbij verwezen diverse lidstaten naar de noodzaak tot een actieve
dialoog met landen in de regio, onder andere om ervoor te zorgen dat er geen verdere
escalatie plaatsvindt van het dispuut tussen enerzijds Ethiopië en anderzijds Sudan
en Egypte over de Grand Ethiopian Renaissance Dam.
Nederland onderstreepte voorts dat de EU bereid moest zijn actie te ondernemen, inclusief
sancties, tegen partijen die hulp blokkeren, een politiek proces tegenhouden, en verantwoordelijk
zijn voor grootschalige mensenrechtenschendingen. Nederland refereerde daarbij in
het bijzonder aan het belang van het tegengaan van de inzet van honger in conflicten,
zoals vastgelegd in resolutie 2417 van de VN Veiligheidsraad. Er was onder lidstaten
echter geen (brede) steun voor inzet van sancties op dit moment.
EUTM Mozambique
De Raad bekrachtigde tijdens deze RBZ tevens het besluit ter ontplooiing van een EU-militaire
trainingsmissie (EUTM) in Mozambique. Deze missie dient ter ondersteuning van het
Mozambikaanse leger zodat het beter in staat is de vrede en stabiliteit in de onrustige
regio Cabo Delgado te handhaven. Naar verwachting zal de missie dit najaar officieel
van start gaan. Nederland zal geen bijdrage aan deze missie leveren.
Overig
Vaccindiplomatie
Hierbij ontvangt uw Kamer tevens een reactie op de motie Kuzu over een strategie tegen
de vaccinatiediplomatie van Rusland en China (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2382) en de wijze waarop het kabinet opvolging geeft aan de motie. Deze motie verzoekt
de regering zich in te zetten voor een bewustere Europese opstelling op het gebied
van vaccindiplomatie in derde landen. Het kabinet is uitgesproken voorstander van
een substantiële bijdrage van de EU aan een solidaire en effectieve verdeling van
vaccins wereldwijd en heeft hier regelmatig toe opgeroepen in de Europese Raad en
andere relevante Raden (zie onder meer het verslag van de Europese Raad van 24 en
25 juni, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1721).
De EU ondersteunt de internationale beschikbaarheid van vaccins op verschillende manieren.
Zo zijn de EU-instellingen, -lidstaten en -ontwikkelingsbanken («Team Europe») met een bijdrage van ruim EUR 3 miljard een van de grootste donoren van COVAX. Tevens
heeft de Europese Raad toegezegd dit jaar minstens 100 miljoen doses vaccins te doneren
aan partnerlanden, primair via COVAX. Voor de langere termijn werkt de Commissie aan
een Team Europe Initiative van tenminste EUR 1 miljard voor de bevordering van de productie van vaccins in Afrika.
In lijn met de motie vindt het kabinet het van belang dat de EU helder en zichtbaar
communiceert over deze inspanningen, mede in het licht van de activiteiten van andere
actoren als Rusland en China. Het kabinet ondersteunt de inzet van de Commissie op
dit terrein, onder meer in gesprekken met COVAX en via EU-delegaties in partnerlanden.
Zo waardeert het kabinet het dat op de door COVAX geleverde vaccindonaties, inmiddels
stickers worden geplakt waarop de vlag van de EU en het donerende land zichtbaar zijn.
Aanvullende vormen van publieke communicatie in de ontvangende landen moeten hieraan
worden toegevoegd.
De informele Raad Algemene Zaken (RAZ) van 22 en 23 juli biedt een gelegenheid om
nogmaals het belang van een strategische inzet op de communicatie over de Europese
inzet op de wereldwijde beschikbaarheid van vaccins onder de aandacht te brengen.
Zo zal het kabinet de EU-instellingen en lidstaten oproepen om met meer urgentie te
werken aan gezamenlijke boodschappen over de EU-inzet ter vergroting van de toegang
tot vaccins en deze boodschappen als «Team Europe» actiever uit te dragen. Deze gezamenlijke boodschappen zouden wat het kabinet betreft
moeten gaan over de EU-inzet wereldwijd, maar ook toegesneden moeten worden op de
situatie in individuele partnerlanden, door in te gaan op de wijze waarop de EU in
de desbetreffende landen actief is, waar relevant ook breder dan vaccindiplomatie.
Deze inzet sluit aan bij de bespreking in de RAZ over de weerbaarheid van de EU en
de geleerde lessen na de COVID-19-crisis, waarbij ook een verband gelegd kan worden
met de internationale respons van de EU op de COVID-19-crisis.
Sancties Myanmar
De situatie in Myanmar blijft zeer zorgwekkend. Sinds de staatsgreep van 1 februari
jl. is het geweld door het leger sterk toegenomen. De EU heeft sinds de militaire
coup al drie keer nieuwe sancties ingesteld tegen de militaire junta en industriële
conglomeraten met banden met het leger. Het kabinet is voorstander van verhogen van
de druk op de betrokkenen bij de coup. Daarbij dienen alle opties op tafel te liggen,
zolang de gewelddadige repressie door het leger aanhoudt. In lijn met de motie van
de leden Kuzu en Piri over internationale sancties tegen economische entiteiten die
gelieerd zijn aan het Myanmarese leger (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2381) blijft Nederland daarom binnen de EU en met gelijkgezinde landen de mogelijkheden
voor verdere sancties verkennen, zoals ook aangegeven in de Geannoteerde Agenda RBZ
van 12 juli (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2378). De twee entiteiten zoals genoemd in de motie, de Myanmar Economic Corporation en
Myanmar Economic Holdings Limited, staan reeds op de sanctielijst.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken