Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake het artikel seksueel misbruik
34 843 Seksuele intimidatie en geweld
31 016 Ziekenhuiszorg
Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juli 2021
Op 15 april jongstleden verzocht de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij
en de Minister van Justitie en Veiligheid te reageren op een artikel waarin een casus
aan de orde komt waarin iemand vertelt dat hij als minderjarige in 1977 als patiënt
in het HagaZiekenhuis te maken kreeg met seksueel geweld door een zorgverlener. Ik
reageer mede namens de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Medische Zorg
en Sport op dit artikel.
Het HagaZiekenhuis heeft naar aanleiding van het artikel contact met het Ministerie
van VWS gezocht. Daarbij heeft het ziekenhuis aangegeven dat het elke vorm van seksueel
grensoverschrijdend gedrag onacceptabel vindt. Het HagaZiekenhuis geeft daarnaast
aan dat het feitenonderzoek lastig uit te voeren is als er veel tijd is verstreken
tussen het incident en de melding.
Ik kan hier niet ingaan op deze individuele casuïstiek. Ik vind het wel belangrijk
om te benadrukken dat alle vormen van seksueel geweld moeten worden voorkomen en aangepakt.
Er zijn in de loop van de jaren belangrijke stappen gezet om de veiligheid en kwaliteit
van de zorg te borgen en de rechtspositie van cliënten te versterken. Dit draagt ook
bij aan het tegengaan van seksueel misbruik. In deze brief geef ik inzicht in de huidige
zorgwetgeving, die overigens voor een deel niet van toepassing was in de tijd waarin
de casus speelde. Ook ga ik in op de huidige interdepartementale aanpak van seksueel
geweld.
Zorgwetgeving
De Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) heeft tot doel de veiligheid
en de kwaliteit van de zorg te bevorderen en risico’s voor cliënten tegen te gaan.
Daarnaast heeft deze wet tot doel de rechten van cliënten te versterken. De wet kent
daartoe een aantal verplichtingen voor zorgaanbieders en een aantal rechten voor cliënten
in de zorg. Zo kent de wet de verplichting voor zorgaanbieders zich ervan te vergewissen
dat de wijze waarop zorgverleners in het verleden hebben gefunctioneerd niet in de
weg staat aan hun inzet bij het verlenen van zorg.1 Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat disfunctionerende zorgverleners na bijvoorbeeld
(onvrijwillig) ontslag of een andere maatregel bij de ene zorgaanbieder, hun praktijken
bij een andere zorgaanbieder kunnen voortzetten. Manieren om het functioneren in het
verleden na te gaan zijn onder meer het checken van het BIG-register, het register
met tuchtrechtuitspraken of een ander register van de beroepsgroep en het raadplegen
van voormalige werkgevers. Voor bepaalde sectoren geldt bovendien de verplichting
dat de zorgaanbieder in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag voor zorgverleners
en voor andere personen die beroepsmatig met cliënten in contact kunnen komen.2 Daarnaast kent de Wkkgz een aantal meldplichten voor zorgaanbieders. Zo dient de
zorgaanbieder onverwijld melding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) te
doen van geweld in de zorgrelatie en van ontslag van een zorgverlener wegens ernstig
tekortschieten in zijn functioneren.3 Beide meldplichten kunnen van toepassing zijn in een situatie van misbruik van een
cliënt.
Cliënten hebben op grond van de Wkkgz het recht om een klacht in te dienen bij de
onafhankelijke klachtfunctionaris van de zorginstelling over gedragingen in de zorgverlening.4 Dit kan uiteraard ook in geval van misbruik in de zorgverlening. Indien zij ontevreden
zijn over de klachtbehandeling, kunnen zij de klacht voorleggen aan een geschilleninstantie.5 Daarnaast kan de cliënt melding doen van misbruik bij de IGJ via het Landelijk Meldpunt
Zorg. Deze mogelijkheid om te melden is zeer breed. Dit kan de cliënt zelf doen, maar
ook bijvoorbeeld een naaste of een andere zorgverlener. Een slachtoffer kan ook aangifte
doen bij de politie. De klachtfunctionaris kan de cliënt daarop attenderen.
Interdepartementale aanpak seksueel geweld
Hiervoor is beschreven bij wie slachtoffers terecht kunnen als ze te maken krijgen
met seksueel geweld in de zorg. De gevolgen van seksueel geweld zijn vaak groot en
kunnen een leven lang een rol blijven spelen. Ook is het vaak zo dat voor slachtoffers
de drempel hoog is om zich te melden. Omdat seksueel geweld zulke ernstige gevolgen
kan hebben, is uw Kamer eerder gemeld dat wij het als een maatschappelijke opgave
zien om alle vormen van seksueel geweld te voorkomen, signaleren, stoppen en tijdig
passende hulp te bieden.6
Voor slachtoffers is het heel belangrijk dat zij de mogelijkheid hebben om zo laagdrempelig
mogelijk hun verhaal te doen. Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) is opgericht voor
slachtoffers die seksueel geweld hebben meegemaakt, met name binnen 7 dagen na het
incident. Slachtoffers hebben via een centrale telefoonlijn en/of chatfunctie contact
en ontvangen hulp in een van de 16 vestigingen. Het CSG biedt medische en psychische
hulpverlening. Het CSG werkt nauw samen met de politie, zodat een slachtoffer aangifte
kan doen. Een onderzoek in zedenzaken start in beginsel met een informatief gesprek.
Tijdens dit gesprek wordt de melder geïnformeerd over de gevolgen van het doen van
aangifte en de mogelijke impact van het strafrechtelijke traject. Daarnaast wordt
informatie verstrekt over de mogelijkheden van hulpverlening, slachtofferrechten en
juridische bijstand. Het CSG kan dan in samenwerking met de politie sporen veilig
stellen als forensisch bewijs. Voor traumazorg verwijst het CSG door naar reguliere
specialistische hulp. Ook slachtoffers waarbij het geweld langer geleden heeft plaatsgevonden
melden zich bij het CSG. Het CSG zorgt dan voor «warme» overdracht naar andere organisaties
zoals Slachtofferhulp Nederland.
Daarnaast wordt ingezet op het verhogen van meldingsbereidheid van slachtoffers. Via
een campagne die het Ministerie van Justitie en Veiligheid in 2019 is gestart, worden
mensen die bij een seksueel contact iets meemaken dat achteraf niet goed voelde, via
social media en een website (www.watkanmijhelpen.nl) gemotiveerd om zich snel te melden voor professionele hulp.
Er wordt veel gedaan om slachtoffers bescherming en hulp te bieden. Maar elk slachtoffer
van seksueel geweld is er één te veel. Daarom is het zo belangrijk om dit geweld te
voorkomen en aan te pakken. Ik trek hierin gezamenlijk op met Minister voor Medische
Zorg en Sport, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor
Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming