Brief regering : Stand van zaken 'Hand aan de kraan' analyse 2021 - fiscale stimulering emissievrije personenauto's
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 815
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2021
In het Klimaatakkoord is een pakket aan maatregelen afgesproken, waaronder een pakket
ter stimulering van emissievrije personenauto’s (EV’s). Daarbij is aangegeven dat
jaarlijks een ijking van het stimuleringsinstrumentarium plaatsvindt om de «hand aan
de kraan» te houden en over- of onderstimulering te voorkomen. In mijn brief van 16 oktober
jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de eerste ijking. In deze brief licht ik, mede
namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de stand van zaken toe.
Ik zal eerst ingaan op de «hand aan de kraan»-systematiek. Vervolgens licht ik de
uitkomsten van de raming voor 2021 en de nadere analyse voor de komende jaren toe.
Tot slot treft u de conclusie hierop aan. In de bijlage treft u het advies aan van
het Formule E-team (FET)1.
«Hand aan de kraan»-systematiek
De «hand aan de kraan»-systematiek is een effectieve manier om het afgesproken ingroeipad
uit het Klimaatakkoord van emissievrije auto’s te borgen. Het doel van deze systematiek
is tweeledig. Ten eerste wordt onder- en overstimulering voorkomen door het ingroeipad
van EV’s te waarborgen. Ten tweede voorkomt de systematiek budgettaire excessen door
het stimuleringsbeleid te begrenzen tot het afgesproken niveau in het Klimaatakkoord.
De budgettaire dekking van het akkoord is immers op dit afgesproken ingroeipad gebaseerd.
Indien de EV-ingroei harder gaat, treedt budgettaire derving op ten laste van het
EMU-saldo. De begrotingsregels bieden dan ruimte om in te grijpen, en met voornoemde
systematiek is dit expliciet gemaakt.
In de Kamerbrief «Stimuleringspakket elektrisch rijden: «hand aan de kraan»-systematiek»
is uitgewerkt hoe invulling te geven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord om de
«hand aan de kraan» te houden.2 Samengevat komt het erop neer dat ieder jaar op basis van de eerste 4 maanden in
jaar t (nu 2021) en de realisatie van jaar t-1 (nu 2020) een raming zal worden gemaakt
voor het aantal emissievrije nieuwverkopen in jaar t (nu 2021).
Het kabinet heeft aan het geraamde ingroeipad uit het Klimaatakkoord tot en met 2024
een symmetrische bandbreedte van 30.000 emissievrije nieuwverkopen vastgesteld. De
ondergrens ligt daardoor 15.000 personenauto’s onder het ingroeipad van het Klimaatakkoord
en de bovengrens is vastgesteld op 15.000 personenauto’s boven het ingroeipad. De
stimulering is specifiek gericht op volledig emissievrije personenauto’s. De «hand
aan de kraan» heeft daarom ook alleen betrekking op de volledig emissievrije personenauto’s.
Indien de raming in het jaar t (nu 2021) buiten de vastgestelde bandbreedte valt waarbinnen
het ingroeipad mag fluctueren en er – na nadere analyse – sprake is van een structurele
afwijking, dan kan dat aanleiding zijn om het beleid aan te passen. Met deze beleidsaanpassing
zal de feitelijke ontwikkeling van de ingroei van EV zoveel mogelijk naar het in het
Klimaatakkoord verankerde ingroeipad gestuurd worden. De systematiek van «hand aan
de kraan» kan dus beschouwd worden als een «verzekeringspolis» voor het ingroeipad
en biedt om die reden ook de, door uw Kamer gewenste, stabiele financiële kaders voor
het stimuleringsbeleid.
Raming nieuwverkopen EV in 2021 en budgettaire overschrijding
Op basis van het aantal EV-nieuwverkopen tot en met de eerste 4 maanden van 2021 is
een raming gemaakt van de te verwachten nieuwverkopen EV in 2021. Naar verwachting
worden dit jaar circa 71.500 EV’s verkocht, terwijl de bovenkant van de vastgestelde
bandbreedte circa 56.000 EV’s is. Het verwachte aantal valt daarmee buiten de vastgestelde
bandbreedte waarbinnen het EV-ingroeipad mag fluctueren.
Om te beoordelen of er ook sprake is van een «structurele» afwijking van het middenpad,
is een prognose gemaakt voor de periode tot 2030. Uit die prognose komt naar voren
dat een structurele overschrijding wordt voorzien. Na de overschrijding in 2021 volgt
er in 2022 naar verwachting een dipje waarna in de jaren daarna er weer sprake is
van een overschrijding.
Zie ook figuur 1.
Figuur 1: Aantal EV-nieuwverkopen: Klimaatakkoord-pad, nieuw basispad en HADK-bandbreedte.
In 2022 wordt een dip verwacht in het aantal emissievrije nieuwverkopen. Dit komt
door de maatvoering van de korting in de bijtelling. In 2021 is de bijtelling tot
de cap (de cataloguswaarde tot waar het lagere bijtellingspercentage van toepassing
is) 12%, in 2022 en 2023 is dit 16%. In 2021 is de verwachting dat er, net als in
2019 en 2020, als anticipatie op de hogere bijtelling een eindejaarspiek optreedt
in de emissievrije nieuwverkopen. Dit betreft auto’s die anders in 2022 verkocht zouden
worden. Eind 2022 zal die piek naar verwachting niet meer plaatsvinden doordat het
percentage in 2023 met de huidige (Klimaatakkoord) maatregelen gelijk blijft aan dat
van 2022. Daardoor ligt het verwachte aantal verkochte EV’s in 2022 binnen de bandbreedte.
In 2023 en 2024 wordt verwacht dat het aantal emissievrije nieuwverkopen structureel
boven de afgesproken bandbreedte valt. Zonder aanpassingen ontstaat er ten opzichte
van het middenpad van de EV ingroei (= afgesproken pad in het Klimaatakkoord) van
2022 tot en met 2025 een budgettaire overschrijding van cumulatief ruim € 570 miljoen
(waarvan een aanzienlijk deel door accijnsdervingen). Door onder meer lagere accuprijzen
en meer divers aanbod groeit het aantal EV’s sneller dan eerder voorzien. De hogere
ingroei van EV’s zorgt in de jaren 2022–2025 voor een extra CO2-reductie van cumulatief 0,7 Mton en voor extra stikstofreductie.
Tabel 1 Budgettaire overschrijding in € miljoen (– is overschrijding)
2022
2023
2024
2025
22–25
– 9
– 194
– 240
– 129
– 572
Conclusie «hand aan de kraan»
De analyse van de EV-ingroei laat zien dat de verkoop van emissievrije personenauto’s
de komende jaren naar verwachting harder gaat dan eerder verwacht en dat de bij het
Klimaatakkoord afgesproken bandbreedte qua aantallen structureel wordt overschreden.
Daar staat echter wel een hogere CO2- en stikstofreductie tegenover.
Door de snellere ingroei ontstaat ten opzichte van het ingroeipad van het Klimaatakkoord
(middenpad) een budgettaire overschrijding van ruim € 570 miljoen, die conform de
begrotingsregels gedekt dient te worden. Dit zal gebeuren bij de besluitvorming over
de begroting voor 2022.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën