Brief regering : Rapport over het Nederlandse exportcontrolebeleid in 2020
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 343 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2021
Naar aanleiding van de u eerder aangeboden «Notitie over meer openbaarheid met betrekking
tot de rapportage over de uitvoer van militaire goederen» van 27 februari 1998 (Kamerstuk
22 054, nr. 30), doet het kabinet u hierbij een rapport toekomen over het Nederlandse exportcontrolebeleid
in 20201. In dit rapport, dat ook als Engelstalige publicatie zal verschijnen, wordt onder
meer ingegaan op de instrumenten, procedures en uitgangspunten van het Nederlandse
exportcontrolebeleid. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het karakter van de Nederlandse
defensie- en veiligheidsgerelateerde industrie en aan een aantal internationale ontwikkelingen
op het terrein van exportcontrole. Voorts wordt ingegaan op de aard en omvang van
de in 2020 afgegeven uitvoervergunningen.
Wijzigingen in de rapportage
Nederland streeft op het gebied van exportcontrole naar zo groot mogelijke transparantie.
Nederland loopt hier ook internationaal voorop. Zo staat Nederland in de The Small Arms Trade Transparency Barometer 2020 samen met Duitsland op een gedeelde tweede plek na Zwitserland.2Desondanks blijven we zoeken naar mogelijkheden om meer transparantie te bieden. Daarom
is het rapport dit jaar op een aantal punten inhoudelijk herzien:
• Zo geeft het rapport – naast de ontwikkelingen ten aanzien van de exportcontrole van
militaire goederen – uitgebreide informatie over de exportcontrole van goederen van
tweeërlei gebruik (dual-use) en exportcontrole ten aanzien van goederen die voor foltering kunnen worden gebruikt.
• Daarnaast is een rapportage toegevoegd over tussenhandeldiensten voor militaire goederen.
• Het rapport geeft meer informatie over het gebruik van algemene vergunningen voor
de overdracht en doorvoer van militaire goederen.
• De categorisatie van de data over afgegeven vergunningen voor militaire goederen sluit
nu aan bij de EU-categorieën uit de gemeenschappelijke EU-lijst Militaire Goederen3 om de cijfers beter internationaal vergelijkbaar te maken.
• Ten aanzien van de afgewezen aanvragen is expliciet aangegeven of deze mede zijn afgewezen
op basis van nationaal beleid zoals de geldende presumption of denial voor landen betrokken bij het conflict in Jemen. Ook is er meer detail gegeven over
de afgewezen aanvragen, door de omvang van de afgewezen aanvragen (het aantal stuks)
te rapporteren. Het openbare overzicht van afgewezen vergunningaanvragen wordt met
ingang van dit jaar ook doorlopend bijgewerkt in plaats van een keer per jaar, om
meer actuele informatie over de afgewezen vergunningen te kunnen geven.4
• Het overzicht van de correspondentie met de Tweede Kamer over exportcontrole is verwijderd
uit de rapportage om de rapportagedruk te verlichten en omdat deze informatie reeds
openbaar beschikbaar is via de site van de Tweede Kamer.5
Uiteraard staan wij graag open voor nadere suggesties om de rapportage nog inzichtelijker
en completer te maken.
Toezeggingen
In het jaarrapport wordt gestand gedaan aan de toezegging uit het Schriftelijk Overleg
van 3 november 2020 (Kamerstuk 22 054, nr. 334), om meer informatie te geven over hoe Nederland in het wapenexportbeleid rekening
houdt met gender-based violence (zie hoofdstuk 8). Dit past bij de aanpak van Nederland zoals omschreven in het vierde
nationale actieplan over Women, Peace and Security van 15 december 2020 waarin de implementatie van artikel 7.4 van het Wapenhandelverdrag
expliciet is opgenomen als subdoel in het streven naar een verwezenlijking van de
Women, Peace and Security (WPS)-agenda.
Naar aanleiding van eerdere Kamervragen is ook de Nederlandse inzet op een gemeenschappelijke
EU-aanpak ten aanzien van wapenexportbeleid in de Raad voor Buitenlandse Zaken uitgelicht
(zie hoofdstuk 7).
Naar verwachting zullen per 2022 het ICT-systeem en de interne werkprocessen van de
Centrale Dienst voor In- en Uitvoer zijn aangepast, zodat tijdens het behandelingsproces
van de vergunningaanvraag de eindgebruiker kan worden geregistreerd. De vereiste aanpassing
van het ICT-systeem duurt langer dan oorspronkelijk voorzien, maar de functionaliteit
voor de registratie van de eindgebruikers zal worden opgenomen in een nieuw systeem.
Hiermee zal de toezegging uit het AO Wapenexportbeleid van 25 oktober 2016 gestand
worden gedaan om in de maandrapportages uitvoer militaire goederen en dual-use goederen ook te rapporteren over de eindgebruikers van deze goederen.
Aankomende beleidswijzigingen
Graag informeer ik u ook nader over een tweetal wijzigingen in het beleid die op korte
termijn zullen worden doorgevoerd.
Herziening dual-use verordening
Op 10 mei 2021 ging de Europese Raad formeel akkoord met de nieuwe EU verordening
voor de export van dual-use goederen. Op 11 juni is de herziene tekst van de -verordening gepubliceerd in het
publicatieblad van de EU.
De vernieuwde exportregels brengen de bestaande EU-verordening uit 2009 in lijn met
de nieuwste ontwikkelingen. Dit zijn de belangrijkste veranderingen:
• Cybersurveillance-technologie
Cybersurveillance-technologie is voor het eerst expliciet genoemd in de exportregels.
Dit betreft bijvoorbeeld technologie die gezichtsherkenning mogelijk maakt. De EU-verordening
biedt overheden de mogelijkheid om op deze technologie exportcontrole uit te voeren.
Bijvoorbeeld als het risico bestaat dat handelspartners de technologie gebruiken om
mensenrechten te schenden.
• Nieuwe vergunningseisen
Om bepaalde uitvoervergunningen te krijgen, zijn bedrijven verplicht om een eindgebruikersverklaring
aan te leveren. Ook moeten zij verplicht een intern compliance-programma (ICP) uitvoeren.
Dit brengt de Nederlandse regels in lijn met de rest van de EU.
• Transacties met minder risico eenvoudiger
Voor bedrijven wordt het makkelijker om transacties te doen die weinig risico opleveren.
Bedrijven kunnen hiervoor gebruik maken van twee nieuwe uniale algemene uitvoervergunningen
(UAV; dwz in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen vergunningen):
– EU007: voor bedrijfsinterne export van programmatuur en technologie
– EU008: voor de export van bepaalde cryptogoederen
Ook krijgen EU-lidstaten de mogelijkheid om de looptijd van bepaalde vergunningen
te verlengen. Dan hoeven exporteurs minder vaak een nieuwe vergunning aan te vragen.
• Meer samenwerking en informatie-uitwisseling EU-landen
De EU-lidstaten gaan meer samenwerken en informatie uitwisselen op het gebied van
exportcontrole. Ook zijn zij verplicht meer te rapporteren aan de EU-Commissie. Er
komt een handhaver op Europees niveau die de samenwerking tussen de lidstaten coördineert
en toeziet op de naleving van de exportregels.
• Technische bijstand wordt expliciet omschreven in de hoofdtekst van Verordening en
krijgt zijn eigen artikel.
Met de publicatie van de herziene verordening is ook de 90-dagen implementatietermijn
gestart. Op 9 september 2021 treedt de verordening in werking. Een EU-verordening
heeft directe juridische werking voor alle EU-burgers en lidstaten. Voor nationale
implementatie is aanpassing van het Besluit Strategische Goederen (Bsg) en de Wet
Strategische Diensten (Wsd) noodzakelijk. Na de zomer zal ik u hierover middels een
brief in meer detail informeren.
Raadsbesluit Gemeenschappelijke aanpak eindgebruikerscertificaten handvuurwapens,
lichte wapens en munitie daarvan
Op 15 januari 2021 is het Raadsbesluit (GBVB 2021/38) aangenomen, dat een gemeenschappelijke
aanpak vaststelt met betrekking tot de elementen van eindgebruikerscertificaten voor
de uitvoer van handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor. Dit besluit schrijft
een aantal vaste elementen voor waaraan een eindgebruikerscertificaat moet voldoen
voor export vanuit de Europese Unie. Het doel van het besluit is een meer geharmoniseerde
en doeltreffende eindgebruikerscontrole in de Europese Unie, om het risico van ongewenste
omleiding van handvuurwapens, lichte wapens en munitie daarvoor tot een minimum te
beperken. Het Raadsbesluit treedt op 31 december 2021 in werking. Voor Nederland zal
er naar verwachting niet veel veranderen omdat de bestaande praktijk al aansluit bij
de benadering in het Raadsbesluit. Wel zal er in de startfase van het nieuwe Raadsbesluit
extra controle worden uitgevoerd op de volledigheid van de eindgebruikerscertificaten
voor deze goederen. Er zal voorafgaand aan de inwerkingtreding nadere informatie worden
verstrekt aan betrokken bedrijven.
Technische briefing nieuwe Kamercommissie
Graag doe ik uw Kamer – met het oog op de nieuwe samenstelling van de Vaste commissie
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – ten slotte het aanbod om u via
een technische briefing te informeren over het exportcontrolebeleid voorafgaand aan
het nog te plannen Commissiedebat over het jaarrapport exportcontrolebeleid 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken