Brief regering : Oprichting van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij in Noord-Holland
29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
F/ Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
12 juli 2021.
De wens over de voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling nadere inlichtingen
te ontvangen kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
uiterlijk 6 oktober 2021.
De voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling kan niet eerder worden verricht
dan op 7 oktober 2021 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de
vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij deze termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2021
Met deze brief wil ik uw Kamer inlichten over de voorgenomen oprichting van een Regionale
Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) in Noord-Holland, te weten de beleidsdeelneming ROM
in West B.V. (en de daarbij behorende kapitaalstorting).
In de Kamerbrief «Noodpakket banen en economie» van 28 augustus 20201 heeft het kabinet aangegeven extra te willen investeren in de economie. In de genoemde
brief stelde het kabinet € 150 miljoen beschikbaar voor de versterking van het fondsvermogen
van de ROM's. Met het versterken van het fondsvermogen van de ROM's worden de ROM's
in staat gesteld nieuwe financieringsrondes te doen om het eigen vermogen en daarmee
de solvabiliteitspositie van veelal innovatieve mkb-ondernemingen in hun portefeuilles
te versterken. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat de regio's cofinanciering verschaffen.
Naar aanleiding van deze kabinetsreactie heb ik de andere aandeelhouders van de ROM's
geïnformeerd over eerdergenoemd kabinetsvoornemen en hen uitgenodigd om met elkaar
te bezien hoe we het traject om te komen tot cofinanciering vanuit de andere aandeelhouders
van de ROM’s vorm willen geven. Ook heb ik aan de gedeputeerde van de provincie Noord-Holland
en wethouder van de gemeente Amsterdam een brief gestuurd over de uitvoering van de
fondsversterking van de ROM’s en hoe het deel bestemd voor de provincie Noord-Holland
naar de regio kan worden gebracht, omdat de situatie in Noord-Holland een andere benadering
vergt in verband met het ontbreken van een ROM.
Binnen de provincie Noord-Holland en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) werden op dat
moment gesprekken gevoerd over het oprichten van Invest-MRA. Al eerder zochten deze
partijen contact met mij over eventuele rijksbetrokkenheid bij dit initiatief. Echter,
in reactie op mijn brief aan de provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam is er
op initiatief van de provincie Noord-Holland met de overige spelers in het krachtenveld
uitvoerig gesproken over het doorontwikkelen van het initiatief Invest-MRA naar een
ROM. In de regio werd er geconstateerd dat een ROM in de gewijzigde omstandigheden
logisch en wenselijk is. Zij hebben het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
(EZK) benaderd om na te gaan op welke manier betrokkenheid vanuit het Rijk bij een
ROM in Noord-Holland gewenst en mogelijk is, zoals reeds het geval is bij de acht
bestaande ROM-deelnemingen. Ik heb dit verzoek positief beoordeeld, mede indachtig
de uitgevoerde evaluatie van de ROM’s in 2016.2
Deze laatste evaluatie, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ecorys, deed de aanbeveling
om te komen tot een landsdekkend stelsel van ROM’s om op deze wijze invulling te geven
aan het landelijke topsectoren- en innovatiebeleid op regionaal niveau. Met de uitbreiding
van het ROM-instrument naar Noord-Holland is de geografische dekking in Nederland
compleet. Mijn voorganger heeft aangegeven dat het Rijk daarvoor openstaat, mits het
voorstel daartoe uit de regio komt en er sprake is van robuust voorstel. Dit is het
geval. Daarbij houd ik rekening met de verschillende regionaal economische speerpunten
en economische omvang van de regio.
De ROM’s zijn voor mij een waardevol instrument voor de ontwikkeling en versterking
van de regionale economie en de uitvoering van nationaal beleid op regionaal niveau.
Dit doen zij door een bundeling van de kerntaken acquisitie, ontwikkeling en innovatie
(business development) en participatie/ ondernemingsfinanciering. De participatieactiviteiten zijn met name
gericht op het verstrekken van risicodragend vermogen aan startende en innovatieve
mkb’ers. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) benadrukt onder meer dat een goed
samenspel van Rijk en regio bij regionaal-economische ontwikkelingen van groot belang
is. Zo vervullen de ROM’s een essentiële rol in het onderzoeks- en innovatieecosysteem.
Hierbij is een goede gezamenlijke en individuele samenwerking tussen de ROM’s en Invest-NL
van groot belang.
De nieuw op te richten ROM in West B.V. in Noord-Holland zal een belangrijke rol vervullen
bij de uitvoering van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Door het
ontbreken van een ROM in Noord-Holland blijft veel potentieel liggen om de economische
structuur te versterken en versnippering in het landschap tegen te gaan. Uit een in
2020 door ERAC Impact uitgevoerd kapitaalmarktonderzoek blijkt dat de er in de regio
west-Nederland, waaronder Noord-Holland, sprake is van een mismatch tussen vraag en
aanbod van financiering voor innovatieve mkb-bedrijven. Dit toont aan dat een door
de ROM in West B.V. op te richten mkb-fonds van € 60 miljoen een gewenste toevoeging
vormt aan het bestaande krachtenveld.
Aandeelhouderschap
Bij de oprichting van de ROM in West B.V. zijn (indirect) een groot aantal overheden,
waaronder verschillende kleine gemeenten betrokken. Om recht te doen aan de betrokkenheid
van de hoeveelheid aandeelhouders en de structuur van de ROM in West B.V. niet overbodig
te bemoeilijken is ervoor gekozen om de ROM in West B.V. op te richten met twee partijen,
EZK namens de Staat en de regionale overheden via een separate vennootschap. De ROM
in West B.V. zal vervolgens een 100% dochter oprichten, genaamd het MKB-fonds B.V.
Door de vennootschap waarin de regionale overheden participeren wordt daarnaast een
100% dochter opgericht, genaamd het (regionale) Transitiefonds B.V.
Gezamenlijk stellen de oprichters van de ROM in West B.V. € 60 miljoen beschikbaar
aan ROM in West B.V., waarvan € 30 miljoen ten laste komt van mijn begroting. Deze
middelen worden beschikbaar gesteld vanuit het Noord-Holland deel van de € 150 miljoen
voor de fondsversterking van de ROM’s. Het kapitaal is bestemd voor de participatie-activiteiten
van het mkb-fonds B.V. Ik krijg, namens de Staat der Nederlanden, een aandelenbelang
van 49,9% in het kapitaal van de ROM in West B.V. De door de regionale overheden opgerichte
vennootschap krijgt een belang van 50,1% in het kapitaal van ROM in West B.V. Met
deze verdeling bied ik de mogelijkheid voor de ROM om een fiscale eenheid te vormen
tussen de ROM in West B.V. en de door de regionale overheden opgerichte vennootschap.
De belangen van de Staat als aandeelhouder in de ROM in West B.V. zijn gewaarborgd
met een in de statuten neergelede 2/3 meerderheid voor belangrijke aandeelhoudersbesluiten
(waaronder ook de goedkeuring van belangrijke bestuursbesluiten). Voor de kerntaken
acquisitie en business development ben ik voornemens een subsidie van jaarlijks € 1 miljoen in het vooruitzicht te stellen
te beginnen met de periode 2021–2025.
Corporate governance en dekking
In lijn met het aandeelhouderschap van de reeds bestaande Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen,
is sprake van een beleidsdeelneming van EZK gezien de sterke beleidsmatige verwevenheid
van het takenpakket van ROM in West B.V. met het EZK-beleidsterrein. Hierdoor blijven
de deelnemingen in de ROM’s in één hand bij de Minister van EZK. Deze deelnemingen
worden verantwoord op het beleidsartikel 3 (Toekomstfonds) van de EZK-begroting.
De corporate governance van de nieuw op te richten beleidsdeelneming zal worden ingericht volgens de principes
van goed ondernemersbestuur en is vastgelegd in de oprichtingsakte van ROM in West
B.V. en de aandeelhoudersinstructie. De oprichtingsakte van de ROM in West B.V. en
aandeelhouderinstructie sluiten aan op het model dat EZK hanteert bij de overige ROM’s.
Jaarlijks vindt er een algemene vergadering van aandeelhouders van de ROM in West
B.V. (AvA) plaats waarbij de aandeelhouders o.a. worden geïnformeerd over de strategie,
de voortgang en prestatie van de fondsen, de begroting en waarin de jaarrekening wordt
vastgesteld. In navolging van het overgrote deel van de ROM’s wordt er een Raad van
Commissarissen (RvC) ingesteld. Verder wordt er een investeringscommissie gevormd,
gericht op het beoordelen van investeringsvoorstellen en het geven van advies aan
het bestuur van ROM in West B.V.
EZK en haar medeaandeelhouder spreken af om de ROM in West B.V. mee te laten lopen
in de reguliere ROM brede 5-jaarlijkse evaluatiecyclus. Ook zullen de aandeelhouders
hun onderlinge samenwerking met betrekking tot de nieuw op te richten deelneming voorafgaand
aan de eerste evaluatie tegen het licht houden. Na oprichting van de ROM in West B.V.
en effectuering van de kapitaalstorting ontstaat in de regio Noord-Holland een vrijwel
sluitende financieringsketen voor het innovatieve mkb. Voor een kapitaalbehoefte die
de capaciteit van de ROM’s ontstijgt, worden de ROM’s gestimuleerd de samenwerking
te zoeken met collega ROM’s en Invest-NL.
In verband met de voorgenomen oprichting van de ROM in West B.V. in Noord-Holland
en de bijbehorende kapitaalstorting informeer ik beide Kamers op grond van de voorhangprocedure
conform artikel 4.7 van de Comptabiliteitswet (CW), voorafgaand aan de feitelijke
effectuering van de oprichting en de kapitaalstorting. Na het verstrijken van de voorhangprocedure
wordt de ROM opgericht en de kapitaalstorting geëffectueerd.
Conform artikel 4.7 lid 4 van de CW heb ik overleg gevoerd met de Algemene Rekenkamer.
Naar aanleiding hiervan heeft de Algemene Rekenkamer (AR) in de bijgevoegde brief
een aantal aandachtspunten verwoord, zie bijlage 13. Ten eerste benoemt de AR dat er rekening is gehouden met opmerkingen van de AR uit
eerder overlegprocedures, zoals het scheiden van rollen, mogelijke belangenverstrengelingen
en het afleggen van verantwoording. Ten tweede verwijst de AR naar de kamerbrief over
de oprichting van de ROM’s in Utrecht en Flevoland. In deze kamerbrief wordt gesteld
dat de participatie in de ROM’s voor onbepaalde duur is. De AR wijst mij erop dat
als ik de optie voor tussentijds terugtreden open wil houden het verstandig is om
daarvoor een mogelijkheid in te bouwen in de oprichtingsakte. Ik wens hier geen gebruik
van te maken. De participatie van EZK in de ROM’s blijft van onbepaalde duur. Ten
derde verwijst de AR naar mijn verantwoordelijkheid om uw Kamer te informeren over
het overzicht van de ROM-fondsen, ook in relatie tot de doelmatige en doeltreffende
besteding van middelen. Uw Kamer wordt over financiële prestaties van de ROM's jaarlijks
geïnformeerd via het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen. Ten vierde verwijst de
AR naar haar eigen (onderzoeks)bevoegdheden ten opzichte van de ROM’s.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat