Brief regering : Verkenning islamistische radicalisering onder Turkse Nederlanders

Nr. 616
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2021

Op 17 februari jl. berichtte ik uw Kamer over de publicatie van een bericht in HP/De
Tijd over een onvoldragen departementaal-vertrouwelijke concept-analyse van de NCTV
over Turkije.1 De concept-analyse bevond zich in het proces van interdepartementale consultatie.
Uit interne en externe consultatie kwam naar voren dat de concept-analyse niet voldeed
aan de kwaliteitsstandaard van de NCTV, waarna deze is ingetrokken. Ik heb uw Kamer
in de brief van 17 februari jl. toegezegd dat ik ernaar zou streven om een nieuwe
analyse nog voor de zomer 2021 af te ronden.

Bij het opstellen van deze nieuwe analyse is, conform mijn brief aan uw Kamer van
21 mei, terughoudend omgegaan met de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens.2 De analyse heeft bijgevolg een verkennend karakter en schetst op hoofdlijnen de relevante
ontwikkelingen met betrekking tot islamistische radicalisering onder Turkse Nederlanders.
De resultaten van deze verkenning zijn in overeenstemming met eerder gepubliceerde
dreigingsbeelden3.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus