Brief regering : Financiering bloedtesten drugs in het verkeer
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 952
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2021
Met deze brief informeer ik u graag over de financiering van bloedonderzoeken voor
drugs in het verkeer. Aangezien ik de zomerperiode wil benutten om verder in overleg
te treden over dit vraagstuk met betrokken partijen, waaronder de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, hecht ik eraan u hiervan alvast op de hoogte te stellen.
Op 1 juli 2017 is de wet Drugs in het verkeer in werking getreden. De politie is sinds
de inwerkingtreding van deze wet uitgerust met speekseltesters waarmee het gebruik
van verschillende soorten drugs kan worden gedetecteerd. Op het moment dat sprake
is van een positieve speekseltest wordt bloed bij de verdachte afgenomen. Dit wordt
vervolgens naar één van de laboratoria waaraan het NFI onderzoeken uitbesteedt of
het NFI zelf gestuurd voor een analyse. Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot een
toename van het aantal bloedonderzoeken naar het gebruik van drugs in het verkeer.
Op basis van de uitkomst van het bloedonderzoek kan de bestuurder worden vervolgd
voor artikel 8 WVW 1994. Voor een vervolging voor rijden onder invloed van drugs is
een bloedonderzoek nodig. Alleen een positieve speekseltest is geen wettig bewijsmiddel.
De speekseltesten kunnen namelijk een vals positief resultaat geven.
Het NFI ontving tot nu toe elk jaar aanvullend budget specifiek geoormerkt voor de
bloedonderzoeken drugs in het verkeer, zodat er bij elke positieve speekseltest een
bloedonderzoek uitgevoerd kon worden. Bij de inwerkingtreding van de wet zijn voor
de uitvoering van deze bloedonderzoeken echter geen structurele middelen geregeld
omdat onduidelijk was welk bedrag nodig zou zijn. Eerst moest worden bezien hoe het
aantal bloedonderzoeken zich daadwerkelijk zou ontwikkelen. Er zouden bijvoorbeeld
gedragseffecten kunnen optreden, zowel aan de kant van de bestuurders (die misschien
minder vaak drugs gebruiken als ze weten dat ze tegen de lamp kunnen lopen) als aan
de kant van de handhavers (die misschien beter leren inschatten wanneer een bestuurder
tekenen van drugsgebruik vertoont). Het aantal bloedonderzoeken liep echter snel op
van ongeveer 1100 per jaar naar ongeveer 13.000 in 2020.
De afgelopen jaren kon de geoormerkte financiering worden bekostigd vanuit een eenmalig
overschot uit het verkeershandhavingsbudget van het OM aangevuld met generale middelen
vanuit mijn departement. Vanaf 2022 zijn er echter binnen mijn departement onvoldoende
middelen beschikbaar voor deze aanvullende financiering. Het gaat hier om een bedrag
van € 2,2 miljoen op jaarbasis. Om hiervoor tot een oplossing te komen voer ik hierover
gesprekken binnen het kabinet. Op dit moment ontbreekt nog financiering voor het jaar
2022. Daarom zie ik me genoodzaakt om de politie, OM en het NFI alvast te verzoeken
om deze zomer te verkennen op welke manier prioritering binnen een lager beschikbaar
budget plaats kan vinden. Over de financiering van de bloedonderzoeken voor drugs
in het verkeer in 2022, en mogelijk gevolgen van onvolledige financiering, zal ik
u na het reces nader informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid