Brief regering : Verordening inzake het Asielagentschap van de EU (EUAA-Verordening)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3154
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2021
In mijn brief van 16 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het compromisvoorstel
van de EU-lidstaten (de Raad) voor de Verordening inzake het Asielagentschap van de
EU.1 In die brief heb ik het voorstel op de hoofdlijnen geschetst als ook de (stem)positie
van het kabinet toegelicht. Daarbij heb ik toegezegd uw Kamer op de hoogte te houden
van het verdere verloop van de besluitvormingsprocedure.
Op 24 en 29 juni jl. heeft het Portugese voorzitterschap van de Raad het compromisvoorstel
van de Raad in de zogenoemde triloog besproken met de rapporteur van het Europees
Parlement (EP) en de Europese Commissie. De bespreking van 29 juni heeft vervolgens
geleid tot een voorlopig politiek akkoord tussen deze instellingen. De meest noemenswaardige
wijzigingen ten opzichte van het compromisvoorstel van de Raad zijn dat het Asielagentschap
zijn monitorende taken gaat uitvoeren per 31 december 2023 in plaats van 1 juni 2024
en dat artikel 14 derde lid van de Verordening hier ook onder valt. Dit derde lid
ziet op het delen van de bevindingen van de monitoring met de gemonitorde lidstaat.
Het moment van inwerkingtreding van de bepalingen over de uit de monitoring volgende
aanbevelingen en de vervolgstappen ten aanzien van een lidstaat die onvoldoende opvolging
geeft aan deze aanbevelingen, blijven evenwel gelijk aan het moment dat was neergelegd
in het voorstel van de Raad. Deze bepalingen, als ook het artikel dat ziet op het
onder voorwaarden kunnen ingrijpen van het Asielagentschap wanneer een lidstaat onder
grote asieldruk staat, worden pas van toepassing als de EU-Dublin Verordening (EU-604/2013)
wordt ingetrokken en wordt vervangen door een nieuwe Verordening.
Op 30 juni jl. heeft een gekwalificeerde meerderheid van de permanente vertegenwoordigers
van de lidstaten (Coreper) het politieke akkoord gesteund. De Nederlandse vertegenwoordiger
heeft aangeven dat de EU een sterk asielagentschap nodig heeft, met een solide rechtsgrond
en meer capaciteit om de lidstaten indien nodig te ondersteunen. Nederland verwelkomt
dan ook het sterkere mandaat van het Agentschap, en de uitbreiding als het gaat om
personeel. Tegelijk is Nederland teleurgesteld in de afzwakking van het monitoringsysteem
ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel en de Raadspositie van december
2016, temeer omdat de Unie juist behoefte heeft aan een robuust monitoringssysteem.
Tegen deze achtergrond heeft Nederland zich dan ook in Coreper onthouden van stemming.
Het bereikte voorlopige akkoord wordt nu eerst besproken in de Commissie Burgerlijke
Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het EP, waarna plenaire stemming
plaatsvindt en het EP het standpunt in eerste lezing vaststelt. Vervolgens wordt de
handeling als A-punt (hamerstuk) op een Raad afgedaan. Na goedkeuring en ondertekening
van de Verordening door de beide EU-wetgevers wordt deze gepubliceerd in het Publicatieblad
van de EU en treedt zij 20 dagen later in werking.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid