Brief regering : Stand van zaken transitie voedselhulpprogramma Aruba, Curaçao en Sint Maarten
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 345 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2021
De inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben sinds COVID-19 en het daardoor
weggevallen toerisme te maken met grote uitdagingen. De armoedeproblematiek is op
de eilanden door COVID-19 sterk toegenomen. Om die reden heeft Nederland sinds mei
2020 financiële middelen beschikbaar gesteld voor voedselhulp. Diegenen die door de
crisis het hardst geraakt zijn, kunnen hiermee bij hun grootste noden worden geholpen.
Middels dit schrijven geef ik de stand van zaken weer wat betreft de transitie van
het programma, conform de toezegging uit de Kamerbrief Vervolg voedselhulpprogramma Aruba, Curaçao en Sint Maarten d.d. 12 maart 20211 en informeer ik u over het vervolg van het voedselhulpprogramma.
Stand van zaken transitie voedselhulpprogramma
Het Rode Kruis heeft namens Nederland het voedselhulpprogramma op de landen ruim een
jaar geleden opgestart. De uitvoering van het programma door het Rode Kruis was gericht
op noodhulp en kon niet op lange termijn op dezelfde wijze blijven bestaan. Om die
reden zijn met de landen afspraken gemaakt over de transitie van het programma naar
de lokale overheden. De lokale overheden hebben het programma inmiddels overgenomen.
De zorg voor de meest kwetsbaren wordt gecontinueerd, waarbij de landen zelf verantwoordelijk
zijn voor de uitvoering en Nederland financiële middelen beschikbaar stelt.
Met Curaçao zijn in een overeenkomst afspraken gemaakt over de transitie van het programma.
Curaçao heeft per 1 mei jl. de voedselhulp voor ingezetenen overgenomen. Omdat de
voorbereidingen hiervoor langer duurden dan voorzien heeft het Rode Kruis ook in mei
voedselhulp geleverd. Het Ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW)
heeft de uitvoering van het programma overgenomen. Begin juni heeft SOAW de eerste
uitgifte van voedselhulp geleverd. Voor het voedselhulpprogramma ontvangt Curaçao
een subsidie van Nederland van € 2,4 mln., die voorziet in de periode tot 1 augustus
2021. Dit wordt gefinancierd met de door Nederland beschikbaar gestelde middelen in
maart 20212.
Nederland zal tot 1 augustus 2021 zorg blijven dragen voor de voedselhulp voor ongedocumenteerden op Curaçao. Na 1 augustus neemt SOAW deze verantwoordelijkheid
over. The International Organization for Migration (IOM) voert dit programma in opdracht
van Nederland uit. Hiervoor ontvangt IOM € 3,0 mln., eveneens onderdeel van de eerder
beschikbaar gestelde middelen. Ook voor deze groep heeft het Rode Kruis in mei nog
in voedselhulp voorzien. De overname van het programma door IOM heeft langer geduurd
dan voorzien, waardoor er een korte onderbreking in de voedselhulp uitgifte is ontstaan.
De registratie en uitgifte is inmiddels gestart.
Het Rode Kruis heeft haar taken op Sint Maarten conform afspraak per 1 mei jl. overgedragen
aan de lokale overheid. Net als met Curaçao zijn met Sint Maarten afspraken gemaakt
over de transitie en zijn deze geformaliseerd in een overeenkomst. Door het uitblijven
van een akkoord van Sint Maarten op de overeenkomst en de financiële aanvraag kon
het programma niet opgestart worden. Ik betreur de vertraging die is ontstaan en heb
bij Sint Maarten aangedrongen op een spoedige hervatting van het programma. Inmiddels
is daarin voorzien en is de registratie voor het programma geopend. In opdracht van
Sint Maarten neemt SMDF de coördinerende rol in de uitvoering op zich. Zij werken
voor de uitvoering van het programma samen met andere NGO’s. De eerste uitgifte zal
op korte termijn plaatsvinden.
Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij dit programma door middel van een
subsidie van € 2,5 mln. De subsidie ziet op de periode tot 1 augustus 2021 en is eveneens
onderdeel van de eerder beschikbaar gestelde middelen.
Op Aruba heeft het Rode Kruis het voedselhulpprogramma namens Nederland tot 1 juli
jl. uitgevoerd. Aruba heeft het voedselhulpprogramma per 1 juli 2021 overgenomen.
Er wordt gewerkt aan het formaliseren van de afspraken in een overeenkomst. De overname
verloopt voorspoedig. De lokale overheid van Aruba heeft Fundacion Pa Nos Comunidad
(FPNC) bereid gevonden het voedselhulpprogramma uit te voeren.
De subsidies aan het Rode Kruis voor de voedselhulp op Aruba zijn verstrekt voor de
periode tot 1 juli aanstaande. De middelen die het Nederlandse kabinet in maart beschikbaar
stelde3 zijn voldoende om het voedselhulpprogramma op Aruba tot 1 augustus te kunnen uitvoeren.
Dit wordt middels een subsidie aan Aruba verstrekt als er overeenstemming wordt bereikt
over de transitie.
Vervolg voedselhulpprogramma
Hoewel het toerisme weer op gang lijkt te komen is de behoefte aan voedselhulp nog
altijd aanwezig. Het Nederlandse kabinet heeft om die reden voor de vijfde fase van
het voedselhulpprogramma besloten om € 14,1 mln. beschikbaar te stellen voor Aruba,
Curaçao en Sint Maarten. Met deze middelen kan het programma uitgevoerd worden tot
30 september 2021.
Sinds de start van het programma in mei 2020 heeft het Nederlandse kabinet € 85,4
mln. beschikbaar gesteld voor voedselhulp. In september 2021 beslist het kabinet of
voortzetting van het programma na 1 oktober 2021 noodzakelijk is en op welke wijze
de landen in dat geval ondersteund kunnen worden.
Met het herstel van het toerisme en het aantrekken van de economie in zicht verwacht
ik dat het aantal mensen dat een beroep doet op voedselhulp afneemt. Tegelijkertijd werken wij samen met de landen aan het duurzaam versterken
van de economie, met aandacht voor sociale zekerheid en een sociaal vangnet, zodat
programma’s als deze in de toekomst niet meer nodig hoeven zijn.
Ik blijf de ontwikkeling van de noden van de meest kwetsbaren op de landen volgen
en hoop op een spoedig herstel van de economieën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties