Brief regering : Herstellen garantiebedrag Wajongers
35 213 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong
nr. 39
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2021
Begin dit jaar heeft uw Kamer zorgen geuit over mogelijke achteruitgang in inkomen
bij Wajongers door implementatie van de Wet vereenvoudiging Wajong.1 Uw Kamer heeft mij daarom op 24 februari vragen gesteld.2 Naar aanleiding van gestelde vragen door zowel de Eerste als de Tweede Kamer en ontvangen
signalen van Wajongers heb ik aangegeven met UWV een analyse uit te voeren naar de
achteruitgang. Tevens heb ik aangegeven met een oplossing te komen als er inderdaad
sprake is van onbedoelde achteruitgang. In deze brief ga ik daarop in. Daarnaast ga
ik in deze brief in op een ander punt dat naar voren is gekomen tijdens de implementatie
van de Wet vereenvoudiging Wajong, namelijk Wajongers die te hoge uitkeringen krijgen
doordat een onduidelijkheid in de wet ervoor zorgt dat de wet niet conform de bedoeling
wordt uitgevoerd. Het gaat om Wajongers die werken met loondispensatie en die daarbij
tevens inkomen hebben uit andere inkomstenbronnen zoals bijvoorbeeld een WW-uitkering
(samenloop).
Analyse garantiebedrag
De Wajong is voor jonggehandicapten van belang om mee te kunnen doen in de maatschappij.
We hebben de regels voor de Wajong veranderd om de Wajong te vereenvoudigen en ervoor
te zorgen dat Wajongers nog beter mee kunnen doen in de maatschappij. Deze doelen
gaan we ook evalueren. Om ervoor te zorgen dat Wajongers er niet in inkomen op achteruitgaan
ten opzichte van hun situatie voor het ingaan van de Wet Vereenvoudiging Wajong is
het garantiebedrag ingesteld. Nu blijkt dat enkele Wajongers er onvoorzien toch op
achteruitgaan door inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging Wajong. Ik betreur
dat ten zeerste.
Uw Kamer stipte deze achteruitgang in inkomen terecht aan. De analyse naar de achteruitgang
in uitkering in samenwerking met UWV is inmiddels afgerond. Deze analyse was onder
meer nodig omdat Wajongers ook door andere redenen dan inwerkingtreding van de wet
in januari 2021 een lagere uitkering kunnen ontvangen dan in december 2020.
De lagere uitkering kan bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door het wegvallen van de tegemoetkoming
Wajong of door indeling in de categorie met arbeidsvermogen na een herbeoordeling.
Daarnaast berekent UWV het garantiebedrag van Wajongers die zelfstandige zijn op een
later moment, op zijn vroegst in 2022. Het garantiebedrag voor zelfstandigen wordt
dan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 verrekend. UWV heeft met Wajongers
die zelfstandige zijn afspraken gemaakt over het inkomen in 2021 en de voorschotuitkering
zodat te hoge terugvorderingen of uitbetalingen voorkomen worden.
Uit de analyse is naar voren gekomen dat circa 8.600 van de ruim 244.000 Wajongers
een lagere uitkering hebben gehad in januari 2021 ten opzichte van december 2020.
Het merendeel van deze groep is zelfstandige van wie UWV het garantiebedrag in 2022
berekent. Van de 8.600 zijn er circa 400 Wajongers specifiek door inwerkingtreding
van de Wet vereenvoudiging Wajong ondanks het garantiebedrag een lager uitkering hebben
ontvangen. De overige Wajongers hebben om een van de hierboven genoemde redenen een
correcte lagere uitkering in januari 2021 dan in december 2020. De lagere uitkering
is in die gevallen geen gevolg van inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong.
Daarom is het voor hen ook niet nodig het garantiebedrag te herstellen.
Herstellen garantiebedrag
Zoals aangegeven is het de bedoeling geweest om ervoor te zorgen dat niemand erop
achteruitgaat door inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong. Voor een kleine
groep is dit helaas toch het geval. Ik vraag UWV voor deze naar schatting 400 Wajongers
het de berekening van het garantiebedrag te baseren op het inkomen in december 2020.
Het garantiebedrag wordt dan gelijk aan de Wajong-uitkering in december 2020. Het
gaat om de groep Wajongers in loondienst die door inwerkingtreding van de wet een
lager garantiebedrag uitbetaald krijgen in januari 2021 ten opzichte van de uitkering
in december 2020. Voor de betreffende groep herstelt UWV het garantiebedrag en volgt
een nabetaling. Zij krijgen een nieuwe beschikking opgestuurd. UWV begint in juli
met het uitvoeren van deze herstelactie en rondt dit zoveel mogelijk voor 1 september
van dit jaar af.
Het kan voorkomen dat een Wajonger nu in een situatie is dat zijn uitkering volgens
de nieuwe regels hoger is en er geen garantiebedrag tot uitbetaling komt. Bij de definitieve
vaststelling van de uitkering kan echter blijken dat de uitkering volgens de nieuwe
regels toch lager was en er wel een garantiebedrag tot uitbetaling komt, en dat dit
garantiebedrag tevens lager is dan de uitkering in december 2020. UWV-medewerkers
besteden hier bij de definitieve afrekening aandacht aan zodat zij deze groep niet
missen. Alles is er daarmee op gericht de garantiebedragen te herstellen.
Te hoge uitkering door onduidelijkheid bij rekenregels loondispensatie
Sinds 1 januari 2021 geldt de nieuwe inkomensregeling in de Wajong. Voor Wajongers
die werken met loondispensatie is er een compensatiefactor geïntroduceerd die het
gedispenseerde arbeidsinkomen compenseert voor de verminderde loonwaarde. Met de compensatiefactor
worden er voor de Wajonger die werkt met loondispensatie minder inkomsten verrekend
met de uitkering.
Tevens is in lijn met het Amendement van de leden Renkema en Gijs van Dijk3 een rekenregel toegevoegd die ervoor zorgt het totaalinkomen uit werk en uitkering
van een Wajonger die werkt met loondispensatie ten minste zo hoog is als dat van iemand
die net zoveel uren werkt in hetzelfde werk.
Bij de implementatie van deze wijziging is echter geconstateerd dat in de wetsartikelen
beter kan worden gespecificeerd hoe om moet worden gegaan met een inkomen bestaande
uit meerdere inkomensbestanddelen, waarbij ook niet gedispenseerde inkomensbestanddelen
onderdeel uitmaken van het totaalinkomen. De compensatiefactor wordt hierdoor niet
alleen op het gedispenseerde inkomen maar ook op inkomen uit bijvoorbeeld WW- of een
WIA-uitkering toegepast. Zo heeft UWV te hoge uitkeringen uitgekeerd aan een groep
van circa 300 Wajongers. In enkele tientallen gevallen gaat het om meer dan duizend
euro per maand te veel aan uitkering.
Herstellen rekenregels
Totdat we de rekenregels herstellen per 1 januari 2022 vorderen we de te hoge uitkeringen
van de circa 300 Wajongers niet terug. We realiseren ons dat niet terugvorderen onterecht
over kan komen. Wel terugvorderen heeft echter een te grote impact op de Wajongers
die het betreft. Buiten de schuld van deze groep om is hun uitkering te hoog en komen
zij in een onduidelijke situatie terecht. Om die reden vind ik het te rechtvaardigen
om de te hoge uitkeringen niet terug te vorderen. Ik betreur de onduidelijkheid die
is ontstaan door deze gang van zaken.
Vanwege deze onduidelijkheid gaat UWV de Wajongers persoonlijk en tijdig benaderen
over de rekenregels en de gevolgen die dat heeft voor de uitkering en inkomensafhankelijke
toeslagen. Ik vraag UWV om stevig in te zetten op die persoonlijke begeleiding.
Om de rekenregels te herstellen en te hoge uitkering in de toekomst te voorkomen,
werkt het kabinet op dit punt aan een wijziging van de Wajong. Hierbij maken we expliciet
hoe UWV met verschillende inkomensbestanddelen bij samenloop moet omgaan. Dit sluit
aan bij de bedoeling van de Wet vereenvoudiging Wajong, zoals die in de memorie van
toelichting omschreven is.4 UWV heeft aangegeven vanaf september te kunnen starten met het benaderen van de betreffende
Wajongers over de inkomenseffecten van de te hoge uitkeringen en het herstellen van
de uitkering. UWV en ik vinden het belangrijk dat Wajongers op tijd op de hoogte zijn.
UWV streeft ernaar om alle Wajongers die nu een te hoge uitkering krijgen tijdig,
op zijn minst drie maanden van tevoren, te benaderen zodat UWV de correcte rekenregel
per 1 januari 2022 toe kan passen op alle Wajongers.
UWV past hierbij een prioritering toe waarbij de Wajongers bij wie het verschil met
de correcte uitkering het grootst is, als eerst worden benaderd. Het kan zijn dat
vlak voor het ingaan van de herstelde rekenregel per 1 januari 2022 nieuwe situaties
van samenloop ontstaan.
Bijvoorbeeld omdat een Wajonger in december 2021 een nieuwe WW-uitkering ontvangt
waar de compensatiefactor nog op toegepast wordt. UWV is hier alert op maar kan niet
geheel uitsluiten dat een enkele Wajonger in januari 2022 nog een te hoge uitkering
krijgt. Uiteraard wordt ook deze Wajonger dan begeleid door UWV in de effecten op
inkomensafhankelijke regelingen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid