Brief regering : Stand van zaken over de beleidsontwikkelingen m.b.t. mensenhandel en reactie op de openstaande moties en toezeggingen
28 638 Mensenhandel
Nr. 200 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2021
Via deze brief informeer ik uw Kamer graag over een aantal beleidsontwikkelingen in
het mensenhandel-domein. In het navolgende ga ik allereerst dieper in op het nationaal
actieplan voor de onlinebescherming van jongeren, dat het Ministerie van Justitie
en Veiligheid (JenV) in samenwerking met het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel
(CKM) opstelt. Vervolgens ga ik in deze brief, mede namens de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS), in op een aantal openstaande toezeggingen en moties.
Technologie sessies en online aanpak seksuele uitbuiting
Jongeren zijn online in toenemende mate kwetsbaar. Om hen te kunnen beschermen is meer inzicht nodig in
de rol van technologie bij de uitbuiting van jongeren. JenV is daartoe met het CKM
een project gestart: Het voorkomen en beschermen van (mogelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting tussen
de 12 en 23 jaar in de digitale wereld. Dit moet uitmonden in een nationaal actieplan dat de digitale bescherming van minderjarigen
en adolescenten verbetert en aanjaagt. Het moet concrete ideeën en doelen bevatten
voor digitale innovaties en interventies om jongeren te beschermen.
Een vooronderzoek naar de aard en omvang van online seksuele uitbuiting is gaande.
Hiervoor voeren we onder andere gesprekken met slachtoffers en ervaringsdeskundigen
en analyseren we de inzichten van reeds uitgevoerde onderzoeken. In het najaar van
2021 vinden drie expertsessies plaats onder voorzitterschap van de Nationaal Rapporteur
Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (hierna: Nationaal Rapporteur). Politie,
OM, een gemeente, zorgverleners, tech-bedrijven en online platforms worden uitgenodigd
om hieraan deel te nemen1.
Daarnaast onderneem ik andere acties. In december 2018 is de gedragscode voor websites
met prostitutie advertenties en andere erotische diensten gelanceerd, onder aanvoering
van het OM, Politie en de Nationaal Rapporteur. Een elftal advertentiesites voor sekswerkers
heeft de handen ineengeslagen en is gezamenlijk gekomen tot een gedragscode om misstanden
in de branche te voorkomen. Ik ga nu in gesprek om deze gedragscode en de naleving
hiervan te evalueren. Uitgangspunt is dat online platforms zich maximaal inzetten
voor het signaleren, melden en tegengaan van misstanden2. Ik bouw zo de aanpak van mensenhandelaren die online handelen verder uit. Daarnaast
werk ik aan een communicatiestrategie gericht op verantwoord klantengedrag en mogelijkheden
tot melden van misstanden; offline, maar ook met name online.
Onlangs heeft het OM bovendien voor het eerst een lokprofiel ingezet voor de bestrijding
van uitbuiting van jongeren in de prostitutie. Door de inzet van het lokprofiel kon
een verdachte worden aangehouden voor voorbereidings-handelingen van seksuele uitbuiting
van een minderjarige jongen3.
Tot slot voert het CKM een proef uit om online in contact te komen met mogelijke slachtoffers
van seksuele uitbuiting. Hiervoor wordt een getraind team van zorgprofessionals uitgerust
met de technische tools om proactief in contact te komen met mogelijke slachtoffers.
Deze tools zijn momenteel in ontwikkeling. In de komende periode worden de eerste
(potentiële) slachtoffers benaderd.
Handreiking «Integrale aanpak Arbeidsuitbuiting»
Een van de problemen rond arbeidsuitbuiting is het zogenaamde grijze gebied tussen
slecht werkgeverschap en mensenhandel. In veel gevallen is er namelijk sprake van
ernstige benadeling van werknemers en niet van arbeidsuitbuiting in de strafrechtelijke zin. De verschillende
toezichthouders hebben een rol in de bestrijding daarvan. Om hen bewust te maken van
de mogelijkheden daartoe hebben de Ministeries van JenV en SZW samen met het CCV de
handreiking «Integrale Aanpak Arbeidsuitbuiting» opgesteld. De handreiking kan partijen ondersteunen en inspireren tot de samenwerking
die nodig is in dit soort situaties. De handreiking is als bijlage bij deze brief
opgenomen4.
Verkenning aanpassing strafbaarstelling van mensenhandel
Aan de basis van de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel staat de strafbaarstelling
van mensenhandel in artikel 273f Sr. Het huidige eerste lid, onderdeel 1⁰ tot en met
9⁰, bevat een veelheid van (deels overlappende) strafbare gedragingen. Mede naar aanleiding
van de resultaten van voornoemde verkenning in het kader van arbeidsuitbuiting en
in het licht van een aantal recente wetenschappelijke publicaties, is op mijn verzoek
door het ministerie verkend of het mogelijk en wenselijk is om de strafbaarstelling
als geheel toegankelijker te maken en op onderdelen te verruimen, teneinde hiermee
de bestrijding van mensenhandel te bevorderen. Die verkenning is afgerond. De conclusie
is dat aanpassing van de strafbaarstelling van mensenhandel wenselijk en mogelijk
is.
Tot deze conclusie kom ik op basis van een aantal acties. Allereerst is onderzocht
welke ruimte internationale verdragen en richtlijnen bieden om dit artikel op nationaal
niveau anders vorm te geven. Uit deze analyse is gebleken dat die ruimte er inderdaad
is. Vervolgens is samen met partners uit de strafrechtketen en wetenschappers onderzocht
hoe een eventuele herziening van de strafbaarstelling van mensenhandel zou kunnen
worden vormgegeven. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat een herziening van 273f Sr
wenselijk is.
De precieze uitwerking van de gewenste herziening is nog onderwerp van gesprek, terwijl
de kosten die een wetsaanpassing zou meebrengen nog nader in kaart moeten worden gebracht.
Het is aan een volgend kabinet om te besluiten of artikel 273f Sr moet worden herzien.
De resultaten van de verkenning kunnen daarbij worden betrokken.5
Versterking opsporing mensenhandel en voortgang werving naar aanleiding van motie
Segers-Asscher
Een eventuele herziening van artikel 273f Sr staat nooit op zichzelf. Dit zal altijd
onderdeel zijn van een breed palet aan maatregelen zoals samengebracht in het programma
Samen tegen mensenhandel. De afgelopen jaren is al flink ingezet op het verstevigen van het fundament van
de opsporing.
Deze inzet lijkt ook resultaat te hebben. In de Veiligheidsagenda was afgesproken
dat in 2020 190 door het OM-geregistreerde verdachten van mensenhandel zouden worden
voorgeleid. Dat aantal is nagenoeg gehaald. Tijdens het commissiedebat Mensenhandel
en Prostitutie van 27 mei jl. (Kamerstuk 28 638, nr. 190) heb ik uw Kamer gemeld dat de doelstelling voor 2021 is vastgesteld op 205 verdachten
mensenhandel. In het halfjaarbericht politie van 4 juni jl. is uw Kamer nader geïnformeerd
over de herijking van deze Veiligheidsagenda voor 2021.6
De komende jaren zetten we de intensivering door en breiden we de capaciteit van de
Afdeling Vreemdelingenpolitie Identificatie en Mensenhandel (AVIM) gefaseerd uit met
de middelen van de motie van de leden Segers en Asscher (€ 10 miljoen) (Kamerstuk
35 300, nr. 25). Met deze middelen wordt de komende jaren rond de 87 fte geworven. Conform mijn
toezegging tijdens het Algemeen Overleg Mensenhandel van 5 december 2019 (Kamerstuk
28 638, nr. 178) informeer ik u halfjaarlijks over de voortgang hiervan. Voor het onderdeel Identificatie
& Registratie (I&R) betreft dit ongeveer 29 fte en voor het onderdeel Mensenhandel
58 fte. Het selectieproces binnen de eenheden is volop in gang. Voor het onderdeel
I&R zijn tot nu toe 24 medewerkers geworven. Een deel van de medewerkers is reeds
gestart en het andere deel zal op korte termijn starten7. Voor het onderdeel mensenhandel zijn tot nu toe 16 medewerkers aangesteld. Dit zijn
met name operationeel specialisten Intelligence of Digitaal.
Dader rapport
Op 2 maart jl. heeft het CKM het onderzoeksrapport «Daders van binnenlandse seksuele uitbuiting» gepubliceerd, dat in opdracht van de politie is uitgevoerd. Dit rapport onderstreept
de inzichten uit de Dadermonitor Mensenhandel 2015–2019 van de Nationaal Rapporteur
over de achtergrond, de gehanteerde modus operandi en de samenwerkingsverbanden van
daders.
De politie en partners gebruiken de opgedane inzichten om van te leren, ten behoeve
van de opsporing en ten behoeve van de bescherming van slachtoffers en bij opleidingen,
trainingen en cursussen. Het rapport is als bijlage bij deze brief opgenomen8.
Appreciatie rapport Ouders aan het woord
Seksuele uitbuiting is vreselijk voor slachtoffers, maar ook voor ouders zeer ingrijpend.
Fier heeft, in samenwerking met het CKM, een eerste verkenning uitgevoerd naar de
ervaringen, rol en positie van de ouders van kinderen die seksueel worden uitgebuit.
Hierdoor is wederom een belangrijke schakel in de strijd tegen uitbuiting zichtbaar
gemaakt. Het rapport Ouders aan het woord is als bijlage bij deze brief opgenomen9.
De Ministeries van JenV en VWS gaan in gesprek met Fier, CKM en relevante hulpverlening-
en opsporingsorganisaties, om na te gaan hoe ouders beter geholpen kunnen worden.
Ze moeten weten waar ze terecht kunnen met hun zorgen en vragen. Deze informatie zal
dan ook via kanalen van relevante stakeholders (zoals hulpverlenings-, opsporings-
en opvoedondersteuningsorganisaties) worden verspreid.
Het initiatief van Fier, Sterk Huis en Koraal om in dit kader de website www.nietmijnkind.nl te lanceren, waar ouders terecht kunnen met hun zorgen, moedig ik aan. De website
www.wegwijzermensenhandel.nl, is nu nog primair gericht op professionals, maar kan worden uitgebreid met informatie
voor ouders. Ook zal deze informatie een plek krijgen op rijksoverheid.nl.
Uw Kamer wordt door middel van de voortgangsbrief van het programma Samen tegen mensenhandel nader geïnformeerd over de uitkomsten van het gesprek en de eventueel te nemen maatregelen.10
Tijdens het commissiedebat van 27 mei jl. concludeerden wij gezamenlijk dat de aanpak
van mensenhandel voortvarend moet worden vormgegeven. Ik heb u daarbij toegezegd dat
ik alles in het werk zal stellen om een volgend kabinet te helpen bij de verdere vormgeving
van deze aanpak. Zoals u heeft kunnen lezen, is dat precies wat we doen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid