Brief regering : Beantwoording moties in relatie tot wetsvoorstel Wet veiligheidstoets bij overnames, fusies en investeringen
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2021
Onlangs is het wetsvoorstel Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
(Vifo) aan uw Kamer aangeboden. Naar aanleiding van de moties van de leden Wiersma
(VVD) en Van den Berg (CDA)1, en van het lid Van den Berg (CDA)2 en Futselaar (SP)3 informeer ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, over een tweetal
onderwerpen: sensitieve technologie en de achtergrond van verwervers die de continuïteit
van bedrijven in vitale processen kunnen schaden. Dit is in lijn met hetgeen hierover
in de begeleidende memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is opgenomen.
Sensitieve technologie
Technologische ontwikkelingen en innovatie vormen een belangrijke schakel binnen de
Nederlandse economie en samenleving. Innovatieve en hoogwaardige technologische toepassingen
dragen bij aan onze maatschappelijke uitdagingen, het verdienvermogen van bedrijven
en de welvaart van onze samenleving. Nederlandse technologiebedrijven nemen bijzondere
posities in binnen mondiale waardeketens, waarbinnen technologieën zich in hoog tempo
ontwikkelen.
Technologische ontwikkeling is hierbij de motor achter innovatie en bedrijvigheid,
maar kan tegelijkertijd ook nationale veiligheidsrisico’s met zich meebrengen.
In bepaalde gevallen kunnen technologieën en technologische toepassingen, wanneer
deze een militaire of dual-use toepassing hebben, worden ingezet tegen de belangen
van Nederland en/of onze bondgenoten. Daarnaast kan de inzet van bepaalde technologie
of het ongewenst weglekken ervan gevolgen hebben voor de continuïteit van de vitale
processen of op termijn leiden tot ongewenste strategische afhankelijkheden. Hierbij
kan gedacht worden aan een overname of investering die ertoe leidt dat Nederland op
enig moment door een derde land (politiek) onder druk kan worden gezet waardoor de
democratische rechtsorde kan worden ondermijnd of een vitaal proces ontregeld kan
raken. Ook nieuwe geopolitieke gebeurtenissen met betrekking tot technologische ontwikkelingen
kunnen invloed hebben op de nationale veiligheid.
Een heldere strategie om dit soort risico’s beheersbaar te maken is onontbeerlijk.
Hierbij is het noodzakelijk om goed inzicht te krijgen in technologische ontwikkelingen
en een duidelijke inzet te bepalen op Europees en internationaal domein. Om risico’s
voor de nationale veiligheid te mitigeren, waaronder technologie- en kennisoverdracht
is Nederland onder meer aangesloten bij reeds bestaande multilaterale kaders voor
exportcontrole en geldt in Nederland een kennisembargo voor speciale gebieden van
onderwijs en onderzoek. Momenteel treft het kabinet aanvullende maatregelen, zoals
het wetsvoorstel Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames en de reeds
aangekondigde maatregelen op het gebied van kennisveiligheid (Kamerstuk 31 288, nr. 894).
De hoge kapitaalintensiviteit van R&D en het belang van open markten – waarbij de
voordelen van internationale handel, toegang tot wereldwijde waardeketens en internationale
concurrentie behouden blijven – maakt dat het toepassen van beperkingen op dergelijke
activiteiten zorgvuldig, proportioneel en gebalanceerd dient te gebeuren. Hierdoor
is een nauwkeurige afbakening noodzakelijk. Het kabinet ontwikkelt hiervoor beleid
ten aanzien van sensitieve technologie en investeert in de versterking van de kennisbasis
hierover (Kamerstuk 30 821, nr. 125). De term sensitieve technologie wordt in dit kader gebruikt om te verwijzen naar
technologische ontwikkelingen en toepassingen die een risico vormen voor de nationale
veiligheid. Het gaat hier om de volgende risico’s: 1) aantasting van de continuïteit
van vitale processen; 2) aantasting van integriteit en exclusiviteit van kennis en
informatie; en 3) ontstaan van ongewenste strategische afhankelijkheden, waarbij Nederland
op enig moment door een ander land (politiek) onder druk kan worden gezet.
Zoals uit het wetsvoorstel Vifo blijkt, omvat de categorie sensitieve technologie
in elk geval goederen voor tweeërlei gebruik (dual-use) en militaire goederen waarvan
de uitvoer onderworpen is aan exportcontrole. Ondernemingen die beschikken over deze
technologieën vallen daarmee in beginsel onder de reikwijdte van de investeringstoets
op wetsniveau. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen deze technologieën uitgezonderd
worden van het toepassingsbereik, omdat het veiligheidsrisico bij investeringen beperkt
is. Omgekeerd kunnen bij algemene maatregel van bestuur bepaalde technologieën juist
aan de reikwijdte toegevoegd worden. Het gaat dan om technologieën: (1) die van essentieel
belang kunnen zijn voor het functioneren van defensie, opsporings-, inlichtingen-
en veiligheidsdiensten bij de uitoefening van hun taken, of (2) waarvan de beschikbaarheid
en aanwezigheid binnen Nederland of haar bondgenoten essentieel is om onaanvaardbare
risico’s voor de verkrijgbaarheid van bepaalde essentiële producten of voorzieningen
te voorkomen, of (3) die gekenmerkt worden door een breed toepassingsbereik binnen
verschillende vitale processen of processen die raken aan de nationale veiligheid.
Voor sensitieve technologie geldt dat inhoudelijke herijking moet kunnen leiden tot
een snelle actualisatie van de reikwijdte van het wetsvoorstel. Dit is nodig omdat
technologie zich snel ontwikkelt en ook het dreigingsbeeld aan snelle verandering
onderhevig is.
Voor de beoordeling of een technologische ontwikkeling of toepassing als sensitief
kan worden gekwalificeerd, heeft het Analistennetwerk Nationale veiligheid (ANV)4 in opdracht van het kabinet een systematiek ontwikkeld die ook gebruikt zal worden
bij het aanwijzen van sensitieve technologieën onder het wetsvoorstel Vifo. Hierbij
wordt onder andere rekening gehouden met het aggregatieniveau van de technologie,
de maturiteit, het tijdframe waarbinnen de technologie bepaalde toepassingen kan dienen,
de mate waarin de technologie disruptief is en de uniciteit van het product.
Daarnaast wordt de gebruikerscontext meegenomen in de beoordeling. Dit is van belang
om vast te stellen welke toepassingsgebieden de technologie heeft en of deze bijvoorbeeld
van essentieel belang zijn voor het functioneren van defensie, opsporings- en inlichtingen-
en veiligheidsdiensten bij de uitvoering van hun taken.
De komende periode zal het kabinet op basis van deze systematiek bezien welke sensitieve
technologieën bij algemene maatregel van bestuur zullen worden aangewezen en welke
technologieën worden uitgezonderd. Binnen deze uitwerking zal bezien worden bij welke
technologische toepassingen sprake is van sensitiviteit, zoals hierboven toegelicht.
Sleuteltechnologieën (technologieën met een breed toepassingsgebied en van grote invloed
op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen) en technologieën die relevant zijn
voor voedselvoorziening worden in deze uitwerking meegenomen, waarmee de moties met
betrekking tot sensitieve technologie worden beantwoord. Vervolgens wordt een afweging
gemaakt of specifiek bij de geïdentificeerde sensitieve technologieën sprake is van
risico’s voor de nationale veiligheid als gevolg van een verwervingsactiviteit. Bij
deze uitwerking zal onder meer de reeds bestaande kennis en expertise binnen de rijksoverheid
rondom nationale veiligheidskwesties en sensitieve technologie benut worden.
Een nauwkeurige afbakening welke technologieën zo sensitief zijn dat ze binnen de
reikwijdte van het wetsvoorstel dienen te vallen, blijft hierbij een noodzakelijke
voorwaarde om de proportionaliteit van het instrument te waarborgen. Steeds zal zorgvuldig
worden afgewogen of het gebruik van een specifieke technologie gevolgen kan hebben
voor de nationale veiligheid en – in het bijzonder – of een wijziging in zeggenschap
of het ontstaan of vergroten van significante invloed bij ondernemingen die over deze
sensitieve technologieën beschikken, een risico kan vormen voor de nationale veiligheid.
De achtergrond van verwervers die de continuïteit van bedrijven in vitale processen
kunnen schaden
Het kabinet erkent dat het van belang is bij het toetsen van verwervingsactiviteiten
binnen de reikwijdte van het wetsvoorstel Vifo aandacht te hebben voor de achtergrond
van, en eerdere ervaringen met potentiële verwervers. Om die reden voorziet het wetsvoorstel
in een aantal beoordelingscriteria dat, bij een verwervingsactiviteit die betrekking
heeft op een vitale aanbieder, rekening houdt met factoren als de staat van dienst
inzake de exploitatie of het beheer van een relevant vitaal proces. Ook zal gekeken
worden naar de financiële solvabiliteit of anderszins financiële stabiliteit van de
verwerver in relatie tot de noodzakelijke financiële slagkracht voor het verrichten
van de noodzakelijke investeringen in het vitale proces. Dit is in lijn met de betreffende
motie.
Met bovenstaande inzet spant het kabinet zich in om risico’s voor de nationale veiligheid
te mitigeren die kunnen optreden bij verwervingsactiviteiten, zoals investeringen,
fusies en overnames.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat