Brief regering : Themastudie georganiseerde criminaliteit en Nationale Veiligheid
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
30 821
Nationale Veiligheid
Nr. 315
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2021
In de Nationale Veiligheidsstrategie 2019 (Bijlage bij Kamerstuk 30 821, nr. 81) wordt georganiseerde criminaliteit aangemerkt als één van de zeven prioritaire aandachtsgebieden.1 Het betreft immers een dreiging die de potentie heeft de maatschappelijke stabiliteit
in Nederland aan te tasten. Op verzoek van de NCTV heeft het Analistennetwerk Nationale
Veiligheid (ANV) een themastudie uitgevoerd naar de impact van georganiseerde criminaliteit
op de nationale veiligheid. Hierbij bied ik uw Kamer deze studie ter kennisneming
aan2.
Conclusies themastudie
Het ANV concludeert dat georganiseerde criminaliteit de potentie heeft om -op de langere
termijn- de nationale veiligheid aan te tasten. Volgens het ANV kunnen de volgende
veiligheidsbelangen in potentie worden aangetast: territoriale veiligheid, fysieke
veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid en de sociale/politieke
stabiliteit.3 Voor wat betreft de sociale/politieke stabiliteit kan de aantasting van de democratische
rechtstaat door georganiseerde criminaliteit in potentie als ernstig worden aangemerkt. Het gaat hier om mogelijke bedreiging of intimidatie van lokale
bestuurders, of infiltratie door criminele elementen in de politieke besluitvorming.4 De mate van aantasting van de andere veiligheidsbelangen varieert van matig tot aanzienlijk, of is moeilijk meetbaar.
De analyse bevestigt, twee jaar na het verschijnen van de NVS in 2019, dat georganiseerde
criminaliteit blijvend aandacht nodig heeft in het kader van het voorkomen en tegengaan
van potentiële maatschappelijke ontwrichting. Met het oog op het versterken van de
maatschappelijke weerbaarheid tegen georganiseerde criminaliteit, onderscheidt het
ANV vier gelegenheidsstructuren die de maatschappij (onbedoeld) biedt aan criminelen,
en waar interventies mogelijk zijn:
• Sociale gelegenheidsstructuren: een instemmende of wegkijkende houding van burgers die in hun eigen omgeving signalen
opvangen van georganiseerde criminaliteit, kan gelegenheid bieden voor het voortbestaan
van georganiseerde criminaliteit.
• Financieel-economische gelegenheidsstructuren: Nederland is door het relatief gunstige belastingklimaat en een omvangrijke financiële
sector een aantrekkelijke bestemming voor georganiseerde criminaliteit, bijvoorbeeld
voor het witwassen van geld.
• Infrastructurele gelegenheidsstructuren: Nederland heeft een hoogwaardig netwerk van havens, luchthavens en spoor-/wegverbindingen,
waarvan criminelen gebruik kunnen maken en waardoor ze kunnen meeliften op al bestaande
legale handelsstromen.
• Institutionele gelegenheidsstructuren: bij (delen van) overheidsorganisaties, bijvoorbeeld bij gemeenten, kan een gebrek
aan bewustzijn en informatiedeling rond georganiseerde criminaliteit, samen met een
soms versnipperde aanpak, gelegenheid bieden voor criminele activiteiten. Bijvoorbeeld
wanneer criminelen vergunningen weten te verkrijgen en panden ongehinderd kunnen exploiteren.
Beleidsduiding
Het Analistennetwerk Nationale Veiligheid zet inzichten over georganiseerde criminaliteit
systematisch af, tegen de verschillende nationale veiligheidsbelangen. Hoewel de studie
concludeert dat op dit moment niet exact meetbaar is in welke mate er daadwerkelijk sprake is van een aantasting van de nationale
veiligheid door georganiseerde criminaliteit, wordt wel geconcludeerd dat vijf van
de zes nationale veiligheidsbelangen er in potentie door kunnen worden geraakt. Dit
verklaart waarom georganiseerde criminaliteit is aangewezen als één van de prioritaire
aandachtsgebieden van de Nationale Veiligheidsstrategie en dat waakzaamheid, twee
jaar na het verschijnen van de NVS, geboden blijft.
Deze conclusie onderschrijft het belang van een intensieve, meerjarige aanpak van
georganiseerde criminaliteit, met bijzondere aandacht voor het terugdringen van de
ondermijning waarmee deze criminaliteit gepaard gaat. De urgentie van het onderwerp
en de bijbehorende aanpak worden tevens bevestigd door het recent gepubliceerde tussenrapport
van het WODC-onderzoek naar de versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit,
die ik uw Kamer vandaag met een afzonderlijke beleidsreactie ter kennisneming aanbied.
Deze WODC-tussenrapportage benadrukt het belang van een meerjarige aanpak van ondermijning en het
behoud van bestuurlijke en politieke aandacht en draagvlak op dit terrein.
Per 1 september 2020 (Kamerstuk 29 911, nr. 286) is de Programmadirecteur-Generaal Ondermijning (DGO) aangesteld met de opdracht om de aanpak van
ondermijning naar een hoger plan te tillen. Inzet van de gezamenlijke aanpak is het
terugdringen van de georganiseerde (drugs)criminaliteit, door met een brede coalitie
van partners te werken aan repressie en preventie: «oprollen, afpakken en voorkomen».
Het versterken van de weerbaarheid en het wegnemen van gelegenheidsstructuren loopt
daarbij als een rode draad door de activiteiten van DGO en haar publieke en private
partners. Zo wordt ingezet op weerbare jongeren en wijken (sociale gelegenheidsstructuren),
worden maatregelen getroffen op het terrein van criminele geldstromen (financieel-economische
gelegenheidsstructuren) en is er een integraal plan in ontwikkeling om georganiseerde
ondermijnende drugscriminaliteit op en rond logistieke knooppunten -mainports- tegen
te gaan (infrastructurele gelegenheidsstructuren).
Ook laat het WODC in mijn opdracht onderzoek verrichten naar de factoren die van invloed
zijn op de aantrekkingskracht van Nederland op (internationale) drugscriminelen, en
de mate waarin deze factoren door beleid kunnen worden beïnvloed. Ik licht dit onderzoek
nader toe in mijn brief naar aanleiding van de door uw Kamer aangenomen motie van
het lid Bikker c.s. over strafzwaarte en het vestigingsklimaat voor drugscriminaliteit.5 De inzichten uit deze studies worden vanzelfsprekend betrokken bij verdere initiatieven
om gelegenheidsstructuren voor ondermijnende criminaliteit aan te pakken.
Tot slot
Als het sluipende en vaak onzichtbare fenomeen van georganiseerde ondermijnende criminaliteit
kan blijven voortwoekeren, kunnen onze nationale veiligheid en onze democratische
rechtsorde in het geding komen. Deze waarschuwing van de studie van het ANV is duidelijk
en mag niet genegeerd worden. Dankzij de investeringen van dit kabinet is nu sprake
van een integrale aanpak door de partners, met de rol van DGO als verbinder en katalysator
binnen dit netwerk, gericht op het voorkomen en tegengaan van de mogelijk maatschappelijk
ontwrichtende werking van georganiseerde criminaliteit. De studie van het ANV belicht
terecht de zogenoemde systeeminvalshoek, waarbij misbruik van gelegenheidsstructuren
kan leiden tot aantasting van de nationale veiligheid, en toont daarmee aan dat het
van groot belang is om structureel te investeren in het beheersbaar krijgen van ondermijnende
criminaliteit. Het is nu aan een volgend kabinet om de inzet voor de komende jaren
te bepalen in de aanpak van georganiseerde criminaliteit, mede om potentiële aantasting
van de nationale veiligheid te voorkomen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid