Brief regering : Fiche: Mededeling duurzame blauwe economie in de EU
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3147
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Mondiale benadering van Onderzoek en Innovatie (Kamerstuk 22 112, nr. 3146)
Fiche: Mededeling duurzame blauwe economie in de EU
Fiche: Mededeling/aanbeveling Belastingheffing van ondernemingen in de 21e Eeuw (Kamerstuk
22 112, nr. 3148)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Fiche: Mededeling duurzame blauwe economie in de EU
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU. De blauwe
economie van de EU transformeren voor een duurzame toekomst.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
17 mei 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM (2021) 240/2
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52021DC02…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Landbouw- en Visserij Raad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
2. Essentie voorstel
Als onderdeel van de uitwerking van de Europese Green Deal1 publiceerde de Commissie op 17 mei 2021 haar mededeling over de duurzame blauwe economie2. Deze mededeling van de Commissie behelst een voorstel voor een beleidsagenda voor
de komende tien jaar, die de transitie, voortkomend uit de Europese Green Deal voor
een duurzame blauwe economie, moet bewerkstellingen. De ecologische draagkracht is
volgens de Commissie de randvoorwaarde om de duurzame blauwe economie integraal te
realiseren. De Commissie roept de spelers in alle sectoren van de blauwe economie
(kusttoerisme, visserij, offshore etc.) op om de principes van de Europese Green Deal
te onderschrijven. Om de duurzame blauwe economie te realiseren benoemt de Commissie
meer dan 50 acties. In meerderheid zijn dat reeds bekende initiatieven rond decarbonisatie,
het behoud van natuurlijk kapitaal, de circulaire economie3 en een verantwoorde voedselproductie, die reeds in andere Green Deal mededelingen
zijn aangekondigd. Naast de aankondiging van nieuwe acties, introduceert de Commissie
ook enkele van de instrumenten en mechanismen, waarmee de transitie naar een duurzame
blauwe economie tot stand moet komen.
De activiteiten op zee en land, klimaatverandering en uitstoot van broeikasgassen
hebben cumulerende en (zeer) nadelige effecten op het mariene ecosysteem, waaronder
(plastic) vervuiling, geluid onder water en verzuring en opwarming van de zee. Samen
met verlies van biodiversiteit, overexploitatie, en gevolgen van zeespiegelstijging
vormt dat een bedreiging voor de oceaan en mensen in kustgebieden, en ook voor de
weerbaarheid van de blauwe economie en de maatschappij als geheel. De Commissie wenst
daarom een transformatie van de blauwe economie tot een duurzame moderne competitieve
blauwe economie, die efficiënt met natuurlijke hulpbronnen omgaat, waarbij netto emissies
van broeikasgassen zijn uitgefaseerd en het natuurlijk kapitaal van de EU is beschermd.
Digitalisering en vergroening zijn sleutelbegrippen voor die transformatie.
De transitie naar een duurzame blauwe economie draagt volgens de Commissie tevens
bij aan het realiseren van de Duurzaamheidsagenda 2030 van de Verenigde Naties. De
Commissie gaat er vanuit dat een duurzame blauwe economie tastbare kansen biedt voor
nieuwe banen en bedrijven, vanwege het werk om de negatieve druk op de oceanen, zeeën
en kustgebieden te mitigeren en een duurzaam economisch model te creëren gebaseerd
op kennis en innovatie, een circulaire economie en respect voor de zee. De ecologische
druk van de afzonderlijke sectoren in de blauwe economie moet afnemen. Bedrijvigheid
die duurzame energie genereert of gebruikt, mariene ecosystemen helpt beschermen,
vervuiling terugdringt en de weerbaarheid tegen klimaatverandering verhoogt, zal moeten
worden geïntensiveerd.
Voor een duurzame blauwe economie en het bereiken van klimaatneutraliteit is op vele
terreinen actie nodig, die de Commissie in deze mededeling op een rij heeft gezet
(o.a. circulaire economie zonder afval en verspilling, investeren in biodiversiteit
en natuur, kustbescherming en klimaatadaptatie etc.). De Commissie gaat ook in op
maritieme veiligheid, maritieme ruimtelijke planning en het belang dat Europese bedrijven
hun activiteiten buiten de EU vergroenen, waarbij leiderschap van de EU nodig is om
een gelijkwaardig mondiaal speelveld te creëren.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland heeft een groot belang bij de blauwe economie, zo blijkt uit de jaarlijkse
maritieme monitor4. Exclusief recreatie en toerisme op zee en langs de kust gaat het om een bijdrage
van ongeveer 3% van het Bruto Nationaal Product en ongeveer 280.000 banen in het maritieme
cluster. Het kabinet heeft met het in februari 2021 aangenomen Noordzee akkoord5 een flinke stap gezet naar een duurzame blauwe economie.
De duurzame blauwe economie is – mede als actie vanuit het Noordzeeakkoord – opgenomen
in het ontwerp Rijksprogramma Noordzee 2022–20276, waarin de beleidsmatige aanpak wordt beschreven. Daarbij hoort ook het maatregelen
pakket voor een schone, gezonde en biodiverse zee. De Community of Practise
Noordzee7 start dit jaar een meerjarige verkenning Duurzame Blauwe Economie.
Samenwerking rond de Noordzee vindt binnen verschillende internationale fora en samenwerkingsverbanden
plaats, onder meer voor natuur (OSPAR-conventie), windenergie van zee, scheepvaart,
visserij, kustbeheer en maritieme ruimtelijke planning. Volgend op het Noordzeeoverleg
is het kabinet gestart met een ambtelijke dialoog met de overige Noordzee landen,
de Nederlandse kustprovincies en de North Sea Commission8 om te bezien of een integrale aanpak, mogelijk in de vorm van een EU zeebekken strategie9 voor de Noordzee meerwaarde heeft voor het behalen van gezamenlijke en nationale
doelen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet ondersteunt de Green Deal en het actieplan wat daaruit voortkomt. Het
kabinet oordeelt positief over het voorstel om te komen tot een duurzame blauwe economie
in lijn met de Europese Green Deal. De initiatieven, die in dit voorstel worden aangekondigd,
zijn in lijn met de Nederlandse inzet, zoals o.a. benoemd in de EU Biodiversiteitstrategie10, Duurzame Mobiliteitsstrategie11 en het Nulvervuiling (Zero Pollution) actieplan12. Het kabinet vindt dat de agenda voor de duurzame blauwe economie alle belanghebbenden
(zowel overheden, bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen, publiek) een goed overzicht
geeft van alle facetten van het geïntegreerd Europees maritiem beleid voor de komende
jaren.
Het kabinet is positief over de strekking van de acties die de Commissie aankondigt
rondom verantwoorde voedselsystemen in de blauwe economie en het gebruik en bescherming
van mariene rijkdommen. Wat betreft de aankondiging rond bindende doelen voor natuurherstel,
het aanwijzen van aanvullende beschermde gebieden en het nemen van maatregelen gericht
op het verminderen van negatieve effecten van de visserij op kwetsbare biodiversiteit
en habitats, zal het kabinet de uitwerking daarvan en voorstellen van de Commissie
nauwgezet volgen.
Ten aanzien van onderzoek en innovatie en specifiek de kandidaat-missie «gezonde oceanen,
zeeën, en kust- en binnenwateren», en het nieuwe Europese partnerschap, inzake een
klimaatneutrale, duurzame en productieve blauwe economie, merkt het kabinet op dat
dit past binnen de kaders van Horizon Europe13, waarbij het kabinet betrokken is bij de verdere vormgeving en implementatie. Het
kabinet ziet de Europese partnerschappen als een belangrijk instrument om gezamenlijk
langlopende onderzoeksagenda’s te financieren en maatschappelijke uitdagingen te adresseren,
en hecht belang aan de mogelijkheden die deelname aan dit partnerschap opleveren voor
het Nederlandse kennisveld. De Nederlandse prioriteiten voor onderzoek, inclusief
het programma Monitoring en Onderzoeksagenda (MONS)14 van het Noordzeeoverleg, wil het kabinet zoveel mogelijk koppelen met het nieuwe
Europese onderzoek en partnerschap, inzake een klimaatneutrale, duurzame en productieve
blauwe economie. Het kabinet verwacht dat de Commissie na de zomer met een mededeling
over de missies onder Horizon Europe komt, waaronder de kandidaat missie «gezonde
oceanen, zeeën, en kust- en binnenwateren».
Het kabinet is tevens positief gestemd t.a.v. het streven van de Commissie de werkzaamheden
van het Verdrag15, inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische
Oceaan (OSPAR) te volgen en ziet de mogelijke herziening, van de desbetreffende EU-wetgeving
hierover, tegemoet.
Voor bepalingen in de EU-taxonomie, waarin melding wordt gemaakt van de duurzame maritieme
economische activiteiten, verwijst het kabinet naar de recente Kamerbrief16 met de stand van zaken, onder andere rond schone scheepvaart.
Ten aanzien van de richtlijn maritieme ruimtelijke planning en de voorstellen die
de Commissie zal doen om grensoverschrijdende samenwerking te faciliteren en lidstaten
aan te moedigen om doelstellingen, inzake ontwikkeling hernieuwbare offshore energie
te integreren in hun nationale maritieme ruimtelijke plannen, is het kabinet van mening
dat de in Nederland gevolgde werkwijze17 reeds aan deze punten voldoet. Dit geldt ook voor de richtsnoeren die de Commissie
voornemens is te publiceren voor de ecosysteembenadering van maritieme ruimtelijke
planning. Over de inzet van de Commissie om in samenwerking met de Intergouvernementele
Oceanografische Commissie van de Unesco maritieme ruimtelijke planning internationaal
te bevorderen, is het kabinet positief.
Wat betreft het EU Actieplan voor nulvervuiling en de doelstellingen voor vermindering
van vervuiling in de periode tot 2030 en de aanpak zwerfvuil op de zeebodem is het
kabinet van mening dat de uitwerking voor het mariene milieu gelijk getrokken moet
worden met de uitwerking van de Kaderrichtlijn 2008/56/EG Mariene Strategie. Een Commissievoorstel
voor een methodiek om het begrip natuurlijk kapitaal in economische beslissingen te
integreren, ziet het kabinet met belangstelling tegemoet. Daarbij is het kabinet van
mening dat de het voorstel goed moet aansluiten bij de implementatie van de Kaderrichtlijn
2008/56/EG Mariene Strategie. Het kabinet zal hier dan ook voor pleiten bij de Commissie.
Voor wat betreft het streven van de Commissie om op maat gesneden strategieën voor
elk Europees zeebekken te blijven ontwikkelen en dezelfde coöperatieve aanpak uit
te breiden naar buurlanden, waarmee de EU zeebekken, mariene levende hulpbronnen en
geo-economische kenmerken deelt, is het kabinet positief. Het kabinet is reeds gestart
met een ambtelijke verkenning van wat de meerwaarde en mogelijkheid is om voor de
Noordzee een zeebekken strategie met andere Noordzee (EU) landen op te stellen. Daarbij
zal het kabinet bekijken hoe dat kan bijdragen aan de door de Commissie genoemde inzet
van EU-fondsen ter ondersteuning van het economisch herstel in kustgebieden.
De acties die de Commissie benoemt onder de titel bevordering van een duurzame blauwe
economie buiten de grenzen van de Unie, en onder meer over de bescherming van de oceaan
buiten nationale rechtsmacht, kunnen eveneens op steun rekenen van het kabinet. Daarnaast
kan het kabinet ook de aangekondigde aanpassing van de EU-agenda voor oceaan governance
uit 2017 steunen.
Gevolgen voor de brede welvaart
De Tweede Kamer verzoekt met de Motie Van Raan om bij voorstellen voortkomend uit
de Green Deal rekening te houden met welvaart in brede zin. Het kabinet kijkt bij
welvaart in brede zin naar vier aspecten: kwaliteit van leven voor huidige generaties,
kapitaalvoorraden voor latere generaties, grensoverschrijdende effecten en de verdeling
van kosten en baten. Ten aanzien van deze mededeling worden de effecten op alle vier
de aspecten door het kabinet als positief beoordeeld. De agenda voor de transitie
naar een duurzame blauwe economie draagt bij aan een duurzaam gebruik en bescherming
van mariene ecosystemen en zeeën, en is daarmee van groot belang voor huidige en latere
generaties. De agenda voor de transitie naar een duurzame blauwe economie in relatie
tot de EU Green Deal past bij een kosteneffectief pad naar een duurzame, circulaire
en klimaat-neutrale Unie en draagt daarmee bij aan de haalbaarheid en betaalbaarheid
van nationale milieu en klimaatdoelen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Dit voorstel is positief ontvangen door de lidstaten. Over een blauwe agenda voor
de Green Deal zijn op 26 mei 2021 in de Landbouw en Visserij Raad Raadsconclusies
aangenomen18. Ook is de mededeling positief ontvangen door de kustprovincies, verenigd in de Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe (CPMR). De mededeling sluit goed aan bij de belangen van de kustregio’s. Wel vragen
de kustprovincies duidelijkheid over de manier waarop lokale en regionale overheden
worden betrokken bij de uitwerking en de uitvoering van de voornemens.
Het Europees Parlement heeft zich nog niet uitgesproken over het actieplan. Wel kan
ervan uitgegaan worden dat dit plan aansluit bij de positie van het parlement zoals
uiteengezet in de Green Deal resolutie19.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten opzichte van de bevoegdheid van de EU is positief. De mededeling
heeft betrekking op het terrein van het milieu, de economische, sociale en territoriale
samenhang en energie. Op deze terreinen heeft de EU een met de lidstaten gedeelde
bevoegdheid (artikel 4, lid 2, sub b, sub e en sub i, VWEU). De Commissie is zodoende
bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De mededeling heeft
tot doel om een duurzame blauwe economie te bewerkstellingen ten behoeve van het bereiken
van de milieu en klimaatdoelen uit de Green Deal. Ter realisatie van deze doelstelling
is optreden op EU-niveau gerechtvaardigd, wegens het grensoverschrijdende karakter
van de verschillende onderdelen van de blauwe economie. EU-brede doelstellingen, zoals
geformuleerd in deze mededeling of herleidbaar uit de Overeenkomst van Parijs, kunnen
beter worden behaald wanneer maatregelen worden genomen op EU-niveau, dan op nationaal
niveau.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit voor de mededeling is positief.
Het kabinet is van mening dat het optreden, zoals verwoord in deze mededeling, geschikt
lijkt te zijn om een duurzame blauwe economie te bewerkstelligen en de milieu en klimaatdoelen
(uit de Green Deal) te bereiken. Dit is onder meer het geval bij het streven van de
Commissie om aanvullende beschermde gebieden aan te wijzen en het nemen van maatregelen
gericht op het verminderen van negatieve effecten van de visserij op kwetsbare biodiversiteit
en habitats. De doelen, zoals verwoord in het voorstel, zijn op hun beurt weer nodig
om aan de milieu en klimaatdoelen van de Green Deal te voldoen. Daarbij gaat het aangekondigde
beleid niet verder dan noodzakelijk en wordt voldoende ruimte gelaten aan de lidstaten.
Zo lijkt er op basis van de agenda voldoende ruimte behouden te blijven voor het ontwikkelen
van beleid voor lokale gebiedskenmerken (zoals bodem en stroomgebieden) om daarop
toegesneden normen op te stellen.
d) Financiële gevolgen
Uit de mededeling zelf volgen geen directe budgettaire gevolgen. Het is uit de mededeling
wel op te maken dat de aangekondigde initiatieven tot financiële gevolgen zullen leiden
voor lidstaten en hun uitvoeringsorganisaties. Over de precieze kosten kunnen nu nog
geen uitspraken worden gedaan. Het kabinet zal de Commissie vragen aan te geven wat
het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn, zodra er daarvoor (aanvullende)
voorstellen worden gepresenteerd.
Om de nationale veerkracht en de transitie naar een blauwe economie te bewerkstelligen,
geeft de Commissie in haar mededeling aan dat financiële steun beschikbaar is via
het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur, het InvestEU fonds,
het instrument voor technische ondersteuning, het Europees Sociaal Fonds+, Horizon
Europe, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en EU innovatiefonds voor klimaatactie.
Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen
zullen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen,
conform de regels inzake budgetdiscipline. Daarbij dient ook rekening gehouden te
worden met eventuele financiële gevolgen voor medeoverheden.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling zelf bevat geen concrete wetgevende maatregelen. De acties in de mededeling
zullen worden ondernomen door de Commissie. De mededeling zelf geeft daarmee geen
aanleiding om gevolgen te verwachten op regeldruk en administratieve lasten voor de
overheid, bedrijfsleven of burgers. Indien op een later moment de acties verder uitgewerkt
worden en er een concreet voorstel is, zal het kabinet de Commissie vragen aan te
geven wat de administratieve en juridische implicaties van de toekomstige voorstellen
zal zijn.
Van de voorgestelde acties die zich richten tot het bedrijfsleven wordt verwacht dat
deze strategie positief zal zijn voor de concurrentiekracht en zelfvoorzienendheid
van de EU op lange termijn.
Tot slot wordt er verwacht dat de agenda voor de duurzame blauwe economie geen nadelige
geopolitieke consequenties zal hebben. In het voorstel wordt ingezet op het bevorderen
van de kwaliteit van de oceaan, zeeën en kustgebieden wereldwijd. Dit is een onderwerp
waarop over het algemeen relatief goed met andere overheden kan worden samengewerkt.
Het aangrijpen van de globale milieuproblematiek middels intern en extern EU-beleid
biedt de mogelijkheid om de samenwerking met landen buiten de EU te intensiveren ten
behoeve van het milieu, maar brengt ook andere voordelen met zich mee (innovatie,
werkgelegenheid, politieke goodwill etc.).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken