Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van Baarle, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 22 juni 2021, over het bericht ‘Vier grote steden willen nationale feestdag voor herdenking slavernij’
30 950 Rassendiscriminatie
Nr. 251 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2021
Hierbij ontvangt u een reactie op het verzoek van het lid van Baarle (DENK) zoals
gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 22 juni j.l. na aanleiding van de
brief van de G4 ter voorbereiding op het Commissiedebat discriminatie en racisme (Handelingen
II 2020/21, nr. 91, Regeling van Werkzaamheden).
Met waardering neem ik kennis van de grote inzet en betrokkenheid van de G4 op maatschappelijke
thema’s als de bestrijding van discriminatie en racisme. De in de brief genoemde thema’s
zijn voor het kabinet ook belangrijk. Om die reden is het Adviescollege Dialooggroep
Slavernijverleden ingesteld en op d.d. 30 juni zal ik tijdens het Commissiedebat nader
ingaan op het lopende regeringsbeleid op deze thema’s. Over de versterkte discriminatieaanpak
heb ik uw Kamer op 24 juni een brief gestuurd.
Op 1 juli a.s. ontvang ik het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden.
Met belangstelling wacht ik dit advies af, dat ik op de dag van ontvangst ook met
Uw Kamer zal delen. De aard en thematiek van de G4-brief vertoont belangrijke overeenkomsten
met de werkzaamheden van het Adviescollege. Het betreft namelijk dezelfde vraagstukken
waarover dit kabinet advies heeft gevraagd aan het Adviescollege. In de kabinetsreactie
op het adviescollege zal dan ook worden ingegaan op de onderwerpen die de brief van
de G4 zijn genoemd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties